PDA

Bekijk de volledige versie : Een bitterzoete symfonie voor elke pedofiel


Barst
2nd December 2008, 16:59
Een bitterzoete symfonie voor elke pedofiel


Volgens de Noorse criminoloog Nils Christie zou er een orkest moeten klaarstaan aan elke gevangenispoort. Wie zijn straf heeft uitgezeten en de deur achter zich dicht slaat, moet bij zijn thuiskomst met gepaste ceremoniële grandeur gevierd worden. Het voorstel doet op het eerste zicht wat onwennig aan, maar eigenlijk is het helemaal nog niet zo gek: als we mensen met veel lawaai en onder afkeurende blikken veroordelen en achter slot en grendel vastzetten, waarom dan dit ritueel - in omgekeerde richting - niet herhalen bij het einde van de straf, wanneer de schuld aan de samenleving is afgelost?


Als aanzet tot een fundamentele denkoefening is dit zondermeer een boeiende vraag. Maar de geluiden die ons vandaag bereiken, zijn toch wel anders van aard: ze komen niet van swingende orkestjes en opzwepende dj's, maar wel van boze buurtbewoners en verontwaardigde politici. Vooral pedofielen staan weer volop in de kijker. 'We moeten de maatschappij beter tegen pedofielen beschermen', luidt CD&V-senatrice Els Van Hoof de alarmklok. Met enkele van haar collega's dient ze een wetsvoorstel in dat het recht op eerherstel van pedofielen sterk wil inperken of - in het geval van recidivisten - hen wil afnemen. De senatrice had dit wetsvoorstel al eerder aangekondigd. Verwijzend naar Abdallah Ait Oud, Michel Fourniret en Josef Fritzl stelde ze op 5 juni een vraag aan de minister van Justitie over dit thema.

Begin oktober had ook SP.A-kamerlid Renaat Landuyt al van zich laten horen in dit debat. Dit gebeurde naar aanleiding van de commotie rond een vrijgelaten pedofiel uit het Limburgse Hechtel. Na het uitboeten van zijn straf wilde de man zich weer in zijn oude woonplaats vestigen. Buurtbewoners waren woest en Renaat Landuyt schoot hen te hulp. Via een wetsvoorstel wil hij, gesteund door collega's van SP.A en Open VLD - dat rechters in dergelijke gevallen een woonverbod kunnen uitspreken.

Zou onze samenleving veiliger zijn voor kinderen als beide voorstellen ook wet worden? Ik betwijfel het. Het woonverbod van Landuyt verplaatst enkel het probleem naar een naburige gemeente. Het kan zelfs antipreventief werken: de invrijheidgestelde kan immers niet langer rekenen op het familiale en sociale netwerk dat hem eventueel nog rest, het lijkt aannemelijk dat dit netwerk bij uitstek reïntegratie kan bevorderen en het meest geschikt is om informele sociale controle uit te oefenen. Vanuit preventief oogpunt lijkt dit een interessanter spoor dan iemand naar een appartementje, aan de grens van de verboden zone, te verbannen waar hij eenzaam en alleen zijn dagen mag slijten.

Van Hoof geeft openlijk toe dat haar voorstel wat weg heeft van brandmerken. Maar ze is bereid om die prijs te betalen. Opmerkelijk is daarenboven dat ze de ernst van het probleem illustreert door erop te wijzen dat vele seksuele delinquenten in dit land geen gepaste behandeling krijgen omdat de wachtlijsten te lang zijn. Ze had dus ook kunnen pleiten voor meer investeringen in daderbegeleiding en -opvang. Hetzelfde geldt voor de adviezen van gespecialiseerde diensten die bij een veroordeling voor seksuele delicten ten aanzien van minderjarigen moeten ingewonnen worden: als daar iets mee zou schelen, dan zou er ook op dat vlak ingegrepen kunnen worden. Op beide zaken gaat ze spijtig genoeg niet dieper in: ze speelt louter op de persoon van de pedofiel.

Wat vooral opvalt in de recente voorstellen is het complete gebrek aan aandacht voor het reïntegratievraagstuk. Dit zou net centraal moeten staan op het moment dat de straf is uitgeboet. Landuyt en Van Hoof gaan louter in het defensief: verbanning of stigmatisering worden de sleutelwoorden. Het klinkt als een boutade maar een geslaagde reïntegratie is nog steeds de beste garantie tegen recidive. Het orkest van Christie dat speelt aan de gevangenispoorten is natuurlijk verre toekomstmuziek, maar de boodschap die erin vervat zit, verdient in het huidige debat wel meer aandacht: wanneer mensen hun straf hebben uitgeboet dan hebben ze hun schuld afgelost en wordt reïntegratie het eerste doel. In een rechtsstaat die erkent dat de meeste straffen een tijdelijk karakter hebben, is dat nu eenmaal een legitieme verwachting. De antwoorden op de complexe vraagstukken die in dat licht opduiken, zullen dus steeds afgetoetst moeten worden aan het basale uitgangspunt dat men hier te maken heeft met mensen die in principe hun vrijheid herwonnen hebben.

Tom Daems is onderzoeker aan het Instituut voor Strafrecht en Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC), KU Leuven


DS, 02-12-2008