PDA

Bekijk de volledige versie : De jeugd van tegenwoordig


Barst
17th November 2008, 17:06
De jeugd van tegenwoordig


Laatst zat ik in de trein naast een jong gezin. Vader, moeder, zoon en dochter zaten alle vier rustig in een boek te lezen. Toen de conducteur voorbij kwam merkten ze hem niet eens op, zo geconcentreerd waren ze. Ik keek met open mond, meestal is er weinig rust en harmonie als een gezin op stap gaat.


Kinderen opvoeden is een helse klus. Ik weet niet of ik het zelf zou kunnen. Je hebt geduld en aandacht nodig, veel vertrouwen, maar ook voldoende afstand. Ik zie veel ouders om me heen die hun kroost als ze samen zijn geen moment met rust laten. Alle aandacht gaat naar de kinderen. Ze vragen voortdurend: wat wil je nu, waar heb je zin in? Kinderen weten niet altijd wat ze willen. Ze willen niet altijd keuzes maken. Dat moeten ze later als ze groot zijn tot vervelens toe. Stel je voor, steeds maar weer die vader en moederogen op je gericht, je went eraan, je denkt dat je het middelpunt van de wereld bent, als de aandacht even verslapt kun je nauwelijks functioneren.

De kinderen die leren met de blik van hun ouders naar zichzelf kijken, komen systematisch niet toe aan zichzelf. Ze dromen ervan nog meer ogen op zichzelf gericht te zien. Want alleen door bekeken te worden kunnen ze een zelf voelen. Moeten kinderen niet juist leren naar de wereld in plaats van naar zichzelf te kijken? Aandacht te geven? Is dat niet wat ze uiteindelijk tot betere en gelukkigere mensen zal maken?

Ouders die al hun aandacht aan hun kinderen geven, komen evenmin aan zichzelf toe, aandacht geven is zo verslavend. Tegelijk leren ze af hun aandacht op iets anders te richten. Ze verliezen hun interesses, ook de interesse in elkaar. Als de kinderen zich aan hun blik onttrekken, blijven ze verdwaasd achter. Bestaat er ook nog een leven buiten de kinderen?

Opmerkelijke conclusie op basis van een narcisme-onderzoek bij onze noorderburen. Als íemand zich zorgen maakt over de jeugd van tegenwoordig is het de jeugd zelf wel. Twee op de drie jongeren vinden dat jongeren te vol zijn van zichzelf en te weinig rekening houden met anderen. Jongeren worden te veel verwend. Te veel aangemoedigd om zich goed over zichzelf te voelen. Ze houden te weinig rekening met anderen. Ze eisen te veel en vragen zich te weinig af wat ze aan de samenleving kunnen bijdragen.

De zorgen over de jeugd zijn sinds de jaren zeventig sterk veranderd.

Dankzij de komst van anticonceptie, kleine gezinnen en een gestegen welvaart zijn kinderen steeds meer een bewuste keuze. Ouders roepen hun kind uit tot het centrum van de wereld en de kinderen gaan dat nog geloven ook. Eigenliefde en grootheidsfantasieën zijn de afgelopen decennia exponentieel toegenomen.

Onderzoek in de Verenigde Staten toont aan dat kinderen uit de jaren zeventig, tachtig en negentig veel meer zelfvertrouwen hebben en assertiever zijn dan oudere generaties. Maar tegelijkertijd zijn ze vaker depressief en angstig, en niet bestand tegen de teleurstellingen van het volwassen leven. Ze zijn zo vol van zichzelf dat sprake is van ongezond narcisme. Een opgeblazen zelfbeeld kan het leven knap moeilijk maken. Wie zichzelf geweldig vindt, voelt zich al snel tekortgedaan door een omgeving die de vermeende grootheid niet onderkent. Ruzies en conflicten zijn het voorspelbare gevolg.

Niets vind ik zo treurig als op de televisie naar audities voor talentenjachten kijken. Jonge mensen die zich van jury's afhankelijk maken en die geen idee hebben dat ze geen talent hebben. Ze hebben niet geleerd kritisch naar zichzelf te kijken. En ze hebben zozeer de bevestiging van anderen nodig om zich goed te voelen. Bijna alle kinderen willen tegenwoordig in hun leven minstens één keer Idool gewonnen hebben.

De samenleving heeft hoge verwachtingen van kinderen. Ze moeten mooi zijn en sportief en succesvol. Ze moeten nu gelukkig zijn want de jeugd is een cultus. Dus hebben ze een flinke dosis narcisme nodig. Maar hun zelfwaardering moet wel in goede banen worden geleid en geënt zijn op een reële inschatting van hun eigen capaciteiten. Kinderen die dat niet leren van hun opvoeders maken zich voor hun omgeving en zichzelf onmogelijk. Als je je op je achttiende superieur voelt zonder superieur te zijn en je er met al je manipulatietechnieken niet toe in staat bent het onderste uit de kan te halen, sta je aan het begin van een moeizaam volwassen leven.

Oscar van den Boogaard is schrijver.


DS, 17-11-2008