PDA

Bekijk de volledige versie : Zag u de pers liever zwijgen?


Barst
31st October 2008, 16:07
Zag u de pers liever zwijgen?


Heeft De Standaard 'te schreeuwerig' bericht over de aan de gang zijnde financiële crisis, zoals lezers ons verwijten? Peter Vandermeersch neemt de verdediging van de krant op zich. 'De voorbije twee maanden hadden we zowat twintig keer meer aandacht voor de financiële crisis dan twintig jaar geleden. Te veel? Dat denken we niet.'


Lezers zijn boos op ons. Nu gebeurt dat wel meer. De relatie tussen een krant en haar lezers is nu eenmaal soms emotioneel. Maar de jongste weken vallen er bittere verwijten in de mailbox van de hoofdredactie. Wij, de media in het algemeen en De Standaard in het bijzonder, zouden de financiële crisis overroepen en zelfs aanwakkeren. Lezer Peter Flamend vergeleek eerder deze week onze krant met 'vliegtuigpassagiers die met de armen in de lucht staan te schreeuwen en een sfeer scheppen van totale Apocalyps'. Onze koppen ('Beleggers bloeden' of 'Mokerslag op de beurs') zouden enkel bedoeld zijn om 'de krant te verkopen en een stem te krijgen binnen het omringende lawaai'. De man beschuldigt ons ervan dat we 'mee de grote aanstoker zijn' van deze crisis.

Dat is straffe taal. Peter Flamend staat niet alleen. In een mail aan de hoofdredactie van De Standaard had Willem Magerman ('Mijn ouders en ikzelf lezen De Standaard sedert de jaren veertig') het over 'quasihysterische koppen in gigantische letters'. Bitter verwijt hij ons 'te willen scoren ten koste van wie of wat ook'. En ook René Broekaert gooide ons in een brief die we al eerder publiceerden voor de voeten dat 'de negatieve economische berichtgeving waarmee alle media ons voortdurend om de oren slaan helemaal niet bevorderlijk is om een aanzet te geven voor oplossing van de huidige crisis'.

Zo kan ik even doorgaan. Want tientallen lezers hebben de jongste weken hun ongenoegen geuit. Te breedvoerige analyses, een ongepaste toon, te grote koppen, te pessimistische vooruitzichten, te spottende karikaturen, zo luidt het. De lezers van De Standaard zijn daarbij in goed gezelschap. Onze gewaardeerde columnist Fons Van Dyck had het dinsdag nog over 'analisten en media' als 'gevaarlijke brandversnellers' in deze 'wereldbrand', waarbij de 'nationale overheden de rol van pompiers op zich nemen'.

Midden oktober moest de ombudsman van de Nederlandse de Volkskrant zich verantwoorden bij zijn lezers. Die vroegen zich af of de redactie wel wist wat ze aanrichtte 'bij mensen die zich toch al zorgen maken'. De krant werd ervan beschuldigd 'een belangrijke aanstichter van eventuele problemen in Nederland te zijn'. Gelijkaardige stemmen gaan op in de Verenigde Staten. Het gezaghebbende Pew Research Center, dat Amerikaanse media analyseert, stelt in een recent rapport vast dat de economische situatie in 2008 het op één na meest gecoverde verhaal is in de Amerikaanse media. Na de presidentscampagne, maar - voor het eerst sedert vele jaren - vóór de oorlog in Irak. Zonder daarop een duidelijk antwoord te geven vraagt dit observatorium van de pers zich af of 'de media de publieke zorgen over de economie reflecteren of eerder de publieke zorgen fabriceren, waardoor ze een vertrouwenscrisis van de consumenten veroorzaken'.

Een belangrijke vaststelling is natuurlijk dat dit de eerste grote financiële crisis is in het tijdperk van de geglobaliseerde media. Hebt u er al bij stilgestaan dat bij de vorige crisis, 'zwarte maandag' op 20 oktober 1987, het internet niet bestond, dat CNN nog in de kinderschoenen stond en dat de gespecialiseerde financiële zender CNBC - die met name in de VS invloedrijk is - nog maar net op de kabel zat? Op mediavlak leefden we nog in een ander tijdperk. 's Ochtends viel de krant in de bus en dan was het wachten tot de volgende dag op een nieuwe krant met beurskoersen en analyses. Dat gezapige ritme is vervangen door de constant news cycle.

Maar laat ik vooral kijken naar onze eigen krant. In het negentigjarig bestaan van deze krant is deze kredietcrisis zonder twijfel de zwaarst gecoverde financiële crisis ooit. Een telling van de kranten van september en oktober (tot en met donderdag 30 oktober) leert dat 22 van de 52 voorpagina's van de krant gewijd waren aan de crisis. Van de andere dertig hadden er 21 aandacht voor de binnenlandse politiek. Met name de begroting en de state of the union, de schandalen in de politietop en de breuk in het kartel CD&V/N-VA vroegen om aandacht.

Ook 'binnen in' de krant besteedden we massaal veel aandacht aan de crisis. Analyses, commentaren, reportages, interviews, achtergrondstukken, praktische tips, verklarende woordenlijsten,... waren goed voor ruim 450 krantenbladzijden. Ook op de internetsite van De Standaard - die onder meer ten gevolge van deze crisis structureel boven de 200.000 bezoekers per dag uitstijgt - was er massaal veel redactionele aandacht voor financieel nieuws. Alleen al in oktober werden de artikelen op standaard.biz anderhalf miljoen keer gelezen.

Ter lering en vermaak tussendoor een historische vergelijking. Op 27 oktober 1929 meldde De Standaard op zijn voorpagina rechts onderaan in een tweekolommer 'De New-Yorksche Beurs heeft weer een “zwarten dag, beleefd'. We openden de krant met 'Priester Lemire wordt niet vergeten'. In de twee maanden die volgden op de beurskrach van 1929 hadden we er nog één enkele keer welgeteld 16 regeltjes over op de front voor de crisis. Voorts waren er vier stukjes op blz. 2 of 3 en 32 keer een halve pagina in onze toenmalige bijlage 'Geldmarkt'. Op 20 oktober 1987 was 'Uitverkoop op Brusselse beurs' geen opening van de krant. Wel dat er 'Wellicht op 13 december verkiezingen' zouden komen. Voorts vertelde de frontpagina die dag dat het 'Vaticaan in rode cijfers' zat en dat er in Groot-Brittannië 'Een trein in water' was gereden. In 1987 haalden de gevolgen van zwarte maandag in de twee maanden volgend op 19 oktober nog vijftien keer de front en publiceerden we binnenin een twaalftal (broadsheet) pagina's.

Kortom: de voorbije twee maanden hadden we zowat twintig keer meer aandacht voor de financiële crisis dan twintig jaar geleden. Te veel? Dat denken we niet. De honger naar nieuws over deze crisis, zo blijkt ook uit de statistieken over de meest gelezen stukken op onze website, is immers bijzonder groot. De nood aan toelichting, duiding, onderzoeksjournalistiek en commentaar is misschien wel groter dan ooit.

Nog belangrijker is de vraag of de toon juist zit. Daarom overloop ik even de meest relevante voorpagina's van de krant. Alles begint op 7 september ('Beurseuforie voor één dag'), naar aanleiding van de nationalisatie van Fannie Mae en Freddy Mac. Mochten we spreken van euforie? Ja, want de Brusselse beurs spurtte naar de grootste dagwinst in ruim een half jaar.

Dan was het wachten tot 16 september. We haalden zwaar uit. 'Financiële tsunami overspoelt beurzen'. Een kop die kan tellen. We hebben het in de tekst over een 'nooit geziene financiële crisis die een aardverschuiving veroorzaakt'. Overdreven? Neen. Want twee grote Amerikaanse zakenbanken verdwijnen van de kaart: Lehman Brothers en Merrill Lynch, het grootste beurshuis ter wereld. Op de front citeren we Alan Greenspan die het letterlijk heeft over 'een gebeurtenis die maar eens in de honderd jaar voorkomt'. Een dag later koppen we dat de 'Fed bloedende banken in de steek laat' - zo zag het er inderdaad op het sluitingsuur van de krant uit. In een grafiek toonden we dat Fortis een klap van 11,5 procent kreeg. Dexia verloor 8,35 procent, KBC 5,53 procent. Het zijn van de zwaarste klappen die de Belgische banken in hun bestaan hebben gekregen.

Vanaf zaterdag 27 september kleurt de financiële crisis helemaal Belgisch. Opvallend is de feitelijke toon van onze koppen. Met 'Erop of eronder voor Fortis' gaat De Standaard het weekeinde in. Maandag kunnen we melden 'Overheid redt Fortis'. Eén dag later zijn we weer heel feitelijk met 'Noodplan voor Dexia'. Op woensdag is het emotioneler. 'Bankiers moeten op strafbank', staat op de front. Overdreven? Neen. Want Jean-Louis Duplat, gewezen voorzitter van banktoezichthouder CBFA, vraagt 'een parlementaire onderzoekscommissie zoals er een voor Dutroux samenkwam'. Op zaterdag besluiten we de week met 'Fortis scheidt brutaal'. De waarheid. Nederland blijkt namelijk een harde boedelscheiding te hebben doorgedrukt. Ook een dag later ('BNP Paribas koopt activa Fortis Groep') blijft het zeer feitelijk. Een cartoon van de bijzonder vindingrijke Ruben, die een door de Franse vlag gevelde Maurice Lippens toont, illustreert de verkoop aan Frankrijk. Ook de volgende dagen ('België vecht voor Dexia', 'Woede bij Fortis over staatsgarantie Dexia', 'Bel 20 ploft door 2000 grens', 'Ethias zoekt dringend 1,5 miljard euro', 'Overheid stopt 3,5 miljard in KBC') zijn de koppen van onze krant verre van hysterisch.

Is er dan geen emotie? Toch. 'Niets lijkt te helpen' roept de krant uit op 9 oktober. Een flauwe kop van een ongeïnspireerde redactie? Neen. Want we moeten die dag vaststellen dat een gecoördineerde actie van de centrale banken in de wereld geen effect heeft. Brussel en Amsterdam kelderden met ruim zeven, Londen met meer dan vijf procent. Bij het IJslandse Kaupthing, met klanten in onder meer België, worden rekeningen geblokkeerd. Ook de kop 'Beleggers bloeden' (25 oktober) is ongewoon voor De Standaard. Maar dat zijn ook de cijfers van die dag. De Europese bankenindex gaat namelijk negen procentpunten achteruit. En vinden boze lezers ten slotte dat we, na een aardig staaltje van onderzoeksjournalistiek, niet mochten titelen 'Fortis-topdirecteur Mittler kreeg discreet 4 miljoen' (22 oktober)? Of dat we, evenzeer maar moesten zwijgen over de 'Bonusgolf bij Fortis net voor nationalisering' (24 oktober)?

Maar misschien, zo hoor ik lezers opwerpen, gaat het niet over de manier waarop we bericht hebben, maar wel de toon van onze krantencommentaren. Een korte analyse toont dat we bijzonder terughoudend zijn geweest. Op 27 september bijvoorbeeld: 'Eerst en vooral dit: de kans dat u en ik onze spaarcenten kwijt zijn die we bij Fortis hebben is onbestaande'. Twee dagen later: 'Er is geen alternatief (voor het redden van Fortis)'. Nog een dag later: 'De grootste nood nu is die aan koelbloedigheid'. Op 1 oktober: '...maatregelen nemen zodat dergelijke debacles zich niet meer kunnen herhalen'. En ga zo maar door.

Kortom. Het is niet de pers die met paniekerige verklaringen heeft gestrooid. Als die er waren, tekenden we ze op uit de mond van financiële en politieke topmensen. Maurice Lippens had het over 'een complete meltdown (ineenstorting) in de VS. We verwachten faillissementen onder de 6.000 Amerikaanse banken, maar ook Citigroup en General Motors lopen gevaar.' Wouter Bos ('we hebben ons verzekerd van de beste stukken') sprak over de 'vergiftigde' kredieten die in België waren achtergebleven en ondermijnde daarmee het broos herstellende vertrouwen in Fortis. Gouverneur Guy Quaden van de Nationale Bank verklaarde dat 'sommige banken die nu nog gezond lijken (...) in de komende dagen aangevallen zouden kunnen worden', en haalde daarmee KBC onderuit. Yves Leterme sprak in zijn state of the union over 'de grootste financiële crisis in honderd jaar'. En eerder deze week op de voorpagina van deze krant, zei Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING: 'Ik heb de economie nog nooit zo abrupt tot stilstand zien komen.'

Zijn deze uitspraken overdreven? Meer dan waarschijnlijk niet. Moeten we ze verzwijgen? Dat zou pas getuigen van onverantwoord gedrag. Hebben we ze aangedikt? Geenszins. Er zijn de voorbije weken en maanden door deze krant geen kwakkels of ongecontroleerde geruchten de wereld ingestuurd. Onze toon is bedaard geweest. Ik vrees, dames en heren lezers van deze krant, dat de financiële crisis op zich meer dan schrikbarend genoeg is. Wij, de media, moeten die niet aandikken en hebben die niet aangedikt. Er zou maar één iets erger zijn dan dat: verzwijgen wat er aan het gebeuren is.

Want laat dit toch duidelijk zijn: de crisis is begonnen bij het onverantwoord gedrag van bankiers en financiële instellingen. Ze heeft wereldwijd kunnen uitdijen doordat financiële markten geglobaliseerd zijn en doordat controlemechanismen en overheden gefaald hebben. Ze zal de volgende maanden en misschien wel jaren nog bijzonder hard toeslaan als na de financiële instellingen ook andere bedrijven ernstig in de problemen komen. Ze zal niet weggaan omdat wij, de media, de andere kant zouden uitkijken. In dat geval zou u boze brieven naar ons moeten schrijven.

Peter Vandermeersch is algemeen hoofdredacteur


DS, 31-10-2008