PDA

Bekijk de volledige versie : Journalistiek in haar blootje


Barst
31st October 2008, 04:59
Journalistiek in haar blootje


Met Het zijn net mensen schreef de Nederlandse journalist Joris Luyendijk het controversieelste boek over journalistiek dat de jongste jaren in ons taalgebied verscheen. Ik herinner mij nog goed hoe het me in de zomer van 2006 door een vriend werd aangeprezen. 'Moet je lezen, man. Geschreven door een journalist die voor de Volkskrant en NRC Handelsblad vijf jaar lang in Egypte, Libanon en Israël heeft gewerkt. Eigenlijk zegt hij dat hij er als journalist niks kon doen.'


Ik las het op vakantie in Toscane, aan mijn zwembad. Ik kon niet stoppen. Die middag werd er niet meer gespeeld in het zwembad. Die avond werd er niet gekookt en moest mijn gezelschap het stellen met een meeneempizza. Het was lang middernacht voorbij toen ik naar bed ging.

Het boek maakte bij mij erg tegenstrijdige gevoelens los. Luyendijk doorprikte namelijk journalistieke gebruiken en methodes die mij al lang ergerden. Dat de VRT Radio bijvoorbeeld maandenlang vanuit een hotel in Amman de oorlog in Irak versloeg. Dat de televisie uit een straatinterview met een broodjesverkoper 'de publieke opinie' in Israël kan afleiden. Dat wij, de pers, zo graag zo kritisch staan ten opzichte van regeringswoordvoerders, maar ons tezelfdertijd door niet-gouvernementele organisaties van alles laten inlepelen. Dat we veel te weinig roepen: 'Ik weet ook niet wat er nu juist aan de hand is'. Dat een buitenlandcorrespondent in veel gevallen de middelen, contacten en kennis niet heeft om met enig gezag over 'zijn' land te schrijven. En het desondanks toch doet.

De analyse die Luyendijk maakte, was beenhard. Voor zichzelf, voor zijn collega's en voor het journalistieke metier. Journalisten komen er heel beroerd uit. Ze herleiden de wereld met hun simplistische denkschema's tot hapklare brokken van 2 minuten 20 seconden. Ze zijn te veel bezig met de uitzondering en niet met de regel. Ze leven in onderlinge concurrentie, zodat niet altijd het meest genuanceerde, maar wel het spectaculairste verhaal het haalt.


In zes talen

Luyendijk was ook beenhard voor mij, die na vele jaren correspondent te zijn geweest hoofdredacteur was geworden. 'Ook in Europa worden hoofdredacties primair afgerekend op kijk-, luister- en oplagecijfers.' Heel juist, vrees ik. Hij was ook beenhard voor u, de afnemers van het nieuws. 'Mensen zien liever korte filmpjes over wij-tegen-zij dan complexe analyses over botsende belangen, laat staan historische achtergronden waar het eigen land slecht uitkomt.' Ook een terechte analyse, al leest u die niet graag.

Kortom, de jonge Luyendijk, hij was nauwelijks 35 toen hij het boek schreef, zette de journalistiek eens goed in haar blootje. Dat hebben wij niet graag. Wij willen anderen in hun blootje zetten - de politiek, het gerecht, het onderwijs, de sport, de banken - maar hebben niet graag dat iemand dat met ons doet.

Als een vakgenoot als Luyendijk dat doet, die vijf jaar in een van de brandhaarden van de wereld heeft rondgelopen en er zijn strepen heeft verdiend voor de beste kranten uit ons vakgebied, schrikken we ons rot.

Zo mogelijk nog erger voor ons zelfbeeld is het feit dat nogal wat mensen geïnteresseerd bleken in die media in hun blootje. Want Luyendijks boek werd een bestseller. Meer dan 200.000 exemplaren gingen over de toonbank. Op de Boekenbeurs in Antwerpen ligt de 22ste druk. Het werk is intussen in zes talen te lezen.

Even terug naar mijn Toscaanse vakantie. Die heeft Luyendijk ook verpest. Want ik gromde niet alleen instemmend. Ik was ook boos op hem, maakte me druk over zijn werkwijze. Hoe ontluisterend sterk zijn verhaal ook is, hij vertelt maar een stuk van de waarheid. Hij maakt er een karikatuur van.


Duh!

Daarom ben ik blij dat er een 'antwoord op Joris Luyendijk' is verschenen. Twee buitenlandredacteuren van het NOS Journaal hebben het uitstekende initiatief genomen om buitenlandcorrespondenten over hun werk te laten vertellen.

Het boek is een perfecte aanvulling op dat van Luyendijk. Soms gaat het er behoorlijk hard aan toe. 'Pertinente onzin', zegt Conny Mus, ook in Vlaanderen bekend als correspondent in het Midden-Oosten, over Luyendijks verwijt dat Palestijnse jongeren maar met stenen gaan gooien als er een camera in de buurt is.

Het boek staat vol met 'open deuren', zo beweert dan weer Coen van Zwol, zeven jaar lang correspondent voor NRC in Moskou. 'Objectiviteit ligt moeilijk. Duh! Taal is niet neutraal, de één zijn terrorist is de ander zijn vrijheidsstrijder. Duh! De pers is geen waarnemer, maar een onderdeel of zelfs spil van informatieoorlogen. Duh! De pers wordt voorgelogen en gemanipuleerd. Duh! Nieuws gaat over uitzonderingen, niet over wat normaal is. Duh!'

Anderen bevestigen vooral Luyendijks bevindingen. 'Wat mij telkens weer opvalt, is dat hulporganisaties er bijna altijd van uitgaan dat je als embedded journalist automatisch een positief beeld zult schetsen van hun werk', schrijft Afrika-correspondent Gerbert van der Aa. Journalist Bertus Hendriks knikt instemmend als Luyendijk het heeft over 'de veel te beperkte kring waarin de meeste buitenlandse correspondenten zich bewegen'.


Twijfel zaaien

Sommigen komen met remedies aan. Verwijzend naar de Vlaamse schrijfster Lieve Joris stelt Bram Vermeulen (correspondent in Zuidelijk Afrika) dat 'de buitenlandjournalistiek alleen te redden valt als we vertragen. Stilstaan, ademhalen, kijken, ruiken, proeven.' Het debat is lang niet voorbij. Maar voorlopig besluit ik met een stelling waarin de meesten onder ons zich ongetwijfeld kunnen vinden. Bram Vermeulen: 'De verdienste van Luyendijk is dat hij ongenadig twijfel zaait. Is alles wat we zien op televisie wel werkelijkheid, zijn de feiten wel de feiten? Hoe weten we eigenlijk wat we denken te weten? Hij voldeed aan een journalistieke plicht. Hij zette de wereld even op zijn kop.'

JORIS LUYENDIJK, Het zijn net mensen. Beelden uit het Midden-Oosten, Podium, 220 blz., 18 , 2006.
MONIQUE VAN HOOGSTRATEN & EVA JENIK, Het maakbare nieuws. Antwoord op Joris Luyendijk, Balans, 240 blz., 16,95 .


DS, 30-10-2008