Barst
28th October 2008, 18:28
Ex-slavin wint proces tegen Niger
Adidjatou Mani, tien jaar lang een werk- en seksslavin, schreef gisteren een stukje geschiedenis. Een West-Afrikaanse rechtbank veroordeelde haar land, Niger, tot het betalen van een vergoeding. Bestrijders van de slavernij hopen dat regeringen die hardnekkige traditie, die nog steeds gedoogd wordt, nu harder gaan aanpakken.
Ze werd verkocht toen ze twaalf was, aan een man die Souleiman Naroua heet. Tien jaar lang moest ze slavenarbeid verrichten in huis en op het veld, en werd ze regelmatig afgeranseld. Ze werd tevens verkracht door haar meester van 63 en was zijn seksslavin die ook zijn kinderen moest dragen. Ze heeft in haar leven 'nooit één dag vrij gehad', zei ze in haar getuigenis voor de rechtbank, met haar jongste kind op haar rug gebonden.
Dat Adidjatou Mani naar de West-Afrikaanse rechtbank ging en er ook gelijk kreeg, zegt veel over haar moed en haar doorzettingsvermogen. 'Ik wil niet dat mijn dochtertje hetzelfde lot te wachten staat', zei de vrouw die zelf de dochter is van een slavin.
De rechtbank, die in de hoofdstad Niamey zetelde, veroordeelde Niger tot het betalen van een schadevergoeding van 10 miljoen CFA, omgerekend 15.850 euro. De drie rechters, uit Senegal, Mali en Togo, oordeelden dat Adidjatou terecht de staat aanklaagde omdat die haar niet beschermd had tegen slavernij, die in Niger nochtans sinds vijf jaar bij wet verboden is. De advocaat van Niger zei dat de regering 'het besluit zal eerbiedigen'.
De uitspraak gaat niet alleen over Mani. Het is de eerste keer dat de rechtbank van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) zich uitspreekt over een geval van slavernij. De uitspraken van het hof zijn bindend voor de vijftien lidstaten. Het vonnis kan andere slaven of gewezen slaven aanmoedigen om zelf klacht in te dienen en op te komen voor hun rechten. Dat vooruitzicht zal de regeringen in het gebied ertoe aanzetten nu daadkrachtiger op te treden tegen de slavernij, zo hopen organisaties die tegen slavernij strijden.
De advocaat van de staat Niger ontkende op het proces van Mani dat slavernij nog een probleem vormt in het land. Maar de sociologe Djouilde Laya sprak hem tegen en zei: 'Er zijn twee belangrijke datums in de geschiedenis van dit land. Een is de dag van de onafhankelijkheid. De andere is de dag waarop dit proces begon.'
Het proces vestigde er de aandacht op hoe wijdverspreid de slavernij nog in Afrika is, en hoe lang het duurde voor een aantal landen ze bij wet verboden. Niger vaardigde pas vijf jaar geleden de wet uit. Volgens plaatselijke organisaties en het in Londen gevestigde Anti-Slavery zijn er zeker nog 43.000 slaven.
Mauritanië verbood de slavernij in 1981, maar volgens sommige organisaties voor de mensenrechten leeft zowat 20 procent van de bevolking van 3 miljoen mensen nog in slavernij. De meeste slavenhouders stammen af van de Arabische elite, de meeste slaven zijn zwarten. Een organisatie voor de mensenrechten in Mali, Temedt, schat dat er alleen al in één regio, Goa, tenminste zevenduizend slaven zijn.
In de praktijk wordt daar weinig tegen ondernomen omdat slavernij tot de traditie behoort, en in het gewoonterecht nog erkend wordt. Gehoopt wordt dat Mani's succes nu het taboe doorbreekt.
Het lot van Mani, die nu naar schatting 24 is, illustreert het erbarmelijke lot van de slaven waarbij voor meisjes slavernij en gedwongen uithuwelijken vaak op hetzelfde neerkomen.
Mani werd in slavernij geboren en, tegen de wil van haar moeder, door de 'eigenaar' verkocht aan een andere man. 'Ze sjacherden over mij als over een geit', zei ze op het proces. Ze werd verkracht toen ze dertien was en voortdurend tot seks gedwongen met haar eigenaar, die vier vrouwen en zeven andere 'sadaka', seksslavinnen, had.
Ze verrichtte harde en uiteraard onbetaalde arbeid, zeven dagen van de week, en werd zo hard en vaak geslagen dat ze soms wegliep naar haar moeder. Maar steeds moest ze terugkeren naar haar meester.
Twee jaar na het officieel verbod op slavernij gaf de eigenaar haar een certificaat van vrijlating. Maar dat was weinig waard, want hij dwong haar tot een 'wahiya huwelijk', dat haar tot een concubine maakte, en haar leven niet veranderde. Toen ze wegliep en met een andere man trouwde, vervolgde hij haar wegens bigamie. Ze zat drie maanden gevangen vooraleer ze in beroep gelijk kreeg.
Na de uitspraak was Mani niet alleen blij dat zij gelijk had gekregen. Ze hoopt ook dat haar zaak een voorbeeld stelt. 'Ik wil dat er een einde komt aan het lijden van zoveel vrouwen. Niemand mag veroordeeld zijn tot slavernij.'
DS, 28-10-2008 (Mia Doornaert)
Adidjatou Mani, tien jaar lang een werk- en seksslavin, schreef gisteren een stukje geschiedenis. Een West-Afrikaanse rechtbank veroordeelde haar land, Niger, tot het betalen van een vergoeding. Bestrijders van de slavernij hopen dat regeringen die hardnekkige traditie, die nog steeds gedoogd wordt, nu harder gaan aanpakken.
Ze werd verkocht toen ze twaalf was, aan een man die Souleiman Naroua heet. Tien jaar lang moest ze slavenarbeid verrichten in huis en op het veld, en werd ze regelmatig afgeranseld. Ze werd tevens verkracht door haar meester van 63 en was zijn seksslavin die ook zijn kinderen moest dragen. Ze heeft in haar leven 'nooit één dag vrij gehad', zei ze in haar getuigenis voor de rechtbank, met haar jongste kind op haar rug gebonden.
Dat Adidjatou Mani naar de West-Afrikaanse rechtbank ging en er ook gelijk kreeg, zegt veel over haar moed en haar doorzettingsvermogen. 'Ik wil niet dat mijn dochtertje hetzelfde lot te wachten staat', zei de vrouw die zelf de dochter is van een slavin.
De rechtbank, die in de hoofdstad Niamey zetelde, veroordeelde Niger tot het betalen van een schadevergoeding van 10 miljoen CFA, omgerekend 15.850 euro. De drie rechters, uit Senegal, Mali en Togo, oordeelden dat Adidjatou terecht de staat aanklaagde omdat die haar niet beschermd had tegen slavernij, die in Niger nochtans sinds vijf jaar bij wet verboden is. De advocaat van Niger zei dat de regering 'het besluit zal eerbiedigen'.
De uitspraak gaat niet alleen over Mani. Het is de eerste keer dat de rechtbank van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) zich uitspreekt over een geval van slavernij. De uitspraken van het hof zijn bindend voor de vijftien lidstaten. Het vonnis kan andere slaven of gewezen slaven aanmoedigen om zelf klacht in te dienen en op te komen voor hun rechten. Dat vooruitzicht zal de regeringen in het gebied ertoe aanzetten nu daadkrachtiger op te treden tegen de slavernij, zo hopen organisaties die tegen slavernij strijden.
De advocaat van de staat Niger ontkende op het proces van Mani dat slavernij nog een probleem vormt in het land. Maar de sociologe Djouilde Laya sprak hem tegen en zei: 'Er zijn twee belangrijke datums in de geschiedenis van dit land. Een is de dag van de onafhankelijkheid. De andere is de dag waarop dit proces begon.'
Het proces vestigde er de aandacht op hoe wijdverspreid de slavernij nog in Afrika is, en hoe lang het duurde voor een aantal landen ze bij wet verboden. Niger vaardigde pas vijf jaar geleden de wet uit. Volgens plaatselijke organisaties en het in Londen gevestigde Anti-Slavery zijn er zeker nog 43.000 slaven.
Mauritanië verbood de slavernij in 1981, maar volgens sommige organisaties voor de mensenrechten leeft zowat 20 procent van de bevolking van 3 miljoen mensen nog in slavernij. De meeste slavenhouders stammen af van de Arabische elite, de meeste slaven zijn zwarten. Een organisatie voor de mensenrechten in Mali, Temedt, schat dat er alleen al in één regio, Goa, tenminste zevenduizend slaven zijn.
In de praktijk wordt daar weinig tegen ondernomen omdat slavernij tot de traditie behoort, en in het gewoonterecht nog erkend wordt. Gehoopt wordt dat Mani's succes nu het taboe doorbreekt.
Het lot van Mani, die nu naar schatting 24 is, illustreert het erbarmelijke lot van de slaven waarbij voor meisjes slavernij en gedwongen uithuwelijken vaak op hetzelfde neerkomen.
Mani werd in slavernij geboren en, tegen de wil van haar moeder, door de 'eigenaar' verkocht aan een andere man. 'Ze sjacherden over mij als over een geit', zei ze op het proces. Ze werd verkracht toen ze dertien was en voortdurend tot seks gedwongen met haar eigenaar, die vier vrouwen en zeven andere 'sadaka', seksslavinnen, had.
Ze verrichtte harde en uiteraard onbetaalde arbeid, zeven dagen van de week, en werd zo hard en vaak geslagen dat ze soms wegliep naar haar moeder. Maar steeds moest ze terugkeren naar haar meester.
Twee jaar na het officieel verbod op slavernij gaf de eigenaar haar een certificaat van vrijlating. Maar dat was weinig waard, want hij dwong haar tot een 'wahiya huwelijk', dat haar tot een concubine maakte, en haar leven niet veranderde. Toen ze wegliep en met een andere man trouwde, vervolgde hij haar wegens bigamie. Ze zat drie maanden gevangen vooraleer ze in beroep gelijk kreeg.
Na de uitspraak was Mani niet alleen blij dat zij gelijk had gekregen. Ze hoopt ook dat haar zaak een voorbeeld stelt. 'Ik wil dat er een einde komt aan het lijden van zoveel vrouwen. Niemand mag veroordeeld zijn tot slavernij.'
DS, 28-10-2008 (Mia Doornaert)