PDA

Bekijk de volledige versie : De intense wereld van de autist


Tine.Arets
11th October 2008, 16:30
De toenemende kennis van ons brein kan magnifieke oogopeners opleveren. Zo verscheen in New Scientist van 19 september een verhaal over een nieuwe visie op autisme, die de ‘intense world’-hypothese wordt genoemd.

Hersenwetenschappers Kamila en Henry Markram van het Zwitserse Federaal Instituut voor Technologie te Lausanne beschrijven autisme als een wereld waarin elk geluid als een handhamerboor klinkt, elke licht zo fel is als een stroboscooplamp, kleren aanvoelen als schuurpapier en zelfs het gezicht van je eigen moeder op een allegaartje van beangstigende en onsamenhangende brokstukken lijkt.
De symptomen van autisme zijn bizar en tegenstrijdig: sociale en taalproblemen en obsessief gedrag, maar dan vaak gepaard aan buitengewone talenten. Volgens de Markrams zijn die symptomen het gevolg van één enkel neurologisch defect: een hyperactief brein dat gewone, alledaagse zintuiglijke indrukken overweldigend maakt. Die idee wordt door andere autismedeskundigen positief ontvangen. Als de Markrams gelijk hebben, dan voegt het koppel een belangrijke, nieuwe theorie toe aan het autismeonderzoek.

NIEUWE KLEMTOON
Sensoriële storingen worden al lang beschouwd als een van de voornaamste aspecten van autisme, maar de Makrams zijn de eersten die sensoriële overbelasting als de kern van de aandoening beschouwen. ‘Onze hypothese is dat mensen met autisme te veel waarnemen, voelen en onthouden’, aldus Kamila. Als gevolg daarvan zouden autistische baby’s zich terugtrekken, met alle gevolgen van dien voor hun sociale en taalkundige ontwikkeling.

De meeste theorieën terzake gaan ervanuit dat autisten een neurologisch gebrek hebben – dus dat bij hen het een of andere hersengebied niet goed functioneert. Maar volgens de theorie van de Markhams werkt hun brein niet te weinig, maar juist te veel.

Over de hardcore wetenschappelijke kant van de zaak: samen met collega Tania Rinaldi ontwikkelden de Markrams hun hypothese aan de hand van hun werk met een dierenmodel voor autisme (de zogenoemde VPA-rat), beeldvorming van het menselijke brein, bewijs afkomstig van autopsieën en subjectieve ervaringen van mensen met aandoeningen uit het ‘autistisch spectrum’.

MEER HERSENCELLEN,MEER VERBINDINGEN ...
Bij autisme is er een abnormale groei van het brein. Op de leeftijd van twee à drie jaar is het brein van autistische kinderen liefst 10 procent groter dan dat van hun leeftijdgenootjes. Dat extra volume bestaat uit neuronen-structuurtjes, ‘mini-kolommen’ genaamd, in de buitenste laag van het brein of de cortex. De Markrams kwamen erachter dat die kolommetjes buitengewoon groot in aantal waren én dat ze ook uitzonderlijk goed met elkaar verbonden waren. Zo had elke mini-kolom in een VPA-rat 50 procent méér verbindingen dan normaal, wat ertoe leidt dat de neuronen makkelijker vuren. De circuits zijn bovendien ‘hyperplastisch’, wat betekent dat ze veel vlugger verbindingen vormen met andere neuronen dan normaal. Alles bij elkaar komt het er dus op neer dat de mini-kolommen in (VPA-ratten en vermoedelijk ook bij autistische mensen) beschikken over een buitengewoon groot vermogen om informatie te verwerken. En dat is volgens de Markhams nu net het fundamentele probleem van autisme. Overbodig te zeggen dat dat heel wat anders is dan een ziekteverhaal, en dat het je kijk op autisme kan veranderen.

EEN BIJZONDERE TOESTAND
In het oktobernummer van ons Duitse zusterblad Gehirn&Geist staat een vraaggesprek met Simon Baron-Cohen van de Universiteit van Cambridge, bekend autismedeskundige. Aan zijn instituut aan die universiteit wordt er niet meer over een ‘stoornis’ gesproken, zegt de neuropsychiater, wél over een ‘bijzondere toestand’. En hij licht toe: ‘We hebben bij autisten met een heel aantal zwakke, maar ook sterke kanten te maken.’ Op de vraag van de interviewer of autisme ooit te genezen zal zijn, antwoordt Baron-Cohen: ‘De hamvraag is – willen we autisme überhaupt genezen? Als we de tekortkomingen opheffen, dan zetten we daarmee misschien de bijzondere talenten van de betrokkene op het spel.’
Het wordt almaar duidelijker dat autisme geen ‘geestesziekte’ is. Hoogstens is het een aandoening, die mogelijk gepaard gaat met mentale problemen. Of de samenleving mensen met autisme of asperger eigenlijk wel moet proberen te ‘genezen’, is dan ook de vraag en momenteel het onderwerp van debat.

http://breinlogs.scilogs.be//index.php?op=ViewArticle&articleId=38&blogId=2