PDA

Bekijk de volledige versie : Afghanistan is een verloren strijd


Barst
11th October 2008, 02:11
Afghanistan is een verloren strijd


Geachte secretaris-generaal van de Navo, mijnheer De Hoop Scheffer. Geachte minister van Defensie, mijnheer De Crem.


Ik zou u graag het boek Descent into chaos aanraden. Het is geschreven door Ahmed Rashid, een gerenommeerde Pakistaanse journalist die zeer goed geïnformeerd is over de situatie in zijn land en in Afghanistan. De Afghaanse president Hamid Karzai behoort tot zijn kennissenkring, westerse diplomaten luchten hun hart bij hem, Talibanleiders vertellen hem hun kant van het verhaal, vertrouwelijke documenten komen op zijn bureau terecht.

De ondertitel How the war against islamic extremism is being lost in Pakistan, Afghanistan and Central Asia' ('Hoe de oorlog tegen islamitisch extremisme in Pakistan, Afghanistan en Centraal-Azië wordt verloren') belooft weinig goeds. Volgens Rashid heeft de oorlog in Afghanistan van de regio een broedplaats gemaakt voor islamitische extremisten. Belangrijke militairen en diplomaten hebben de jongste weken laten verstaan dat de oorlog in Afghanistan niet te winnen is. In Descent into chaos leest u de analyse van hoe het zover is kunnen komen.

Toen de - toenmalige - Pakistaanse president Pervez Musharraf vernam dat moslimextremisten op 11 september hadden toegeslagen, voorspelde hij dat de VS als een gewonde beer zouden reageren en Afghanistan zouden aanvallen. Beren die gewond zijn, zijn levensgevaarlijk. Ze slaan wild om zich heen, ze klauwen en bijten om te doden.

In Afghanistan hadden de Taliban onderdak gegeven aan Osama bin Laden, de man die de aanslagen op de VS had bedacht.

Musharraf besefte onmiddellijk dat hij bij de Amerikanen op het matje zou worden geroepen. Zijn geheime dienst had jarenlang de Taliban gesteund om te vermijden dat in Afghanistan een regime aan de macht zou komen dat aartsvijand India goedgezind zou zijn.

Een dag na de aanslagen, op 12 september dus, deelde de Pakistaanse president in een veilige bunker aan zijn generaals en enkele ministers mee dat hij de kant van de Amerikanen koos en zijn steun aan de Taliban zou stopzetten. Die nacht kreeg de Pakistaanse politiek tegenover de Amerikanen vorm. 'Zeg eerst ja en zeg later maar...' schrijft Rashid.


Dubbelspel

In het boek beschrijft hij het dubbelspel van de Pakistaanse regering: hoe ze aan de ene kant de Amerikanen snoepjes toewerpt om te bewijzen dat Pakistan de Amerikaanse strijd tegen de terreur steunt, maar aan de andere kant de moslimextremisten geen strobreed in de weg legt. Het was een strategie waar de VS-diplomaten jarenlang genoegen mee namen.

Het boek is een pijnlijke analyse van de manier waarop de Verenigde Staten de oorlog in Afghanistan onderschat hebben. Hoewel de directeur van de CIA, George Tenet, in zijn autobiografie schrijft dat zijn diensten zich jarenlang hadden voorbereid op de aanval op Afghanistan en de bekende Amerikaanse journalist Bob Woodward beweert dat de CIA een netwerk van contacten in de regio had, is Rashid van mening dat de Amerikanen geheel onvoorbereid aan de oorlog zijn begonnen. Geen enkele Amerikaanse topambtenaar was de laatste tien jaar in Afghanistan geweest, geen enkele CIA-agent sprak Pushtu, de taal van de belangrijke bevolkingsgroep van de Pashtuns. De Amerikanen waren helemaal afhankelijk van de Pakistaanse geheime dienst ISI als ze de hulp van Pashtuns wilden inroepen in hun zoektocht naar Bin Laden.

Een CIA-veteraan, de enige die het Afghaanse dialect Dari onder de knie had, werd uit pensioen gehaald om in zeven haasten een netwerk op poten te zetten [zie het boek daarover, 'First in' gerecenseerd in DSL, 24.2.6, red.]. Hij had een bedrag van bijna 20 miljoen dollar gekregen om lokale krijgsheren te financieren die de Amerikanen moesten helpen in hun strijd tegen de Taliban. 'Het was de goedkoopste oorlog die de VS ooit zouden vechten', schrijft Rashid. Maar hij merkt op dat de Amerikanen zich niet bekommerden om de totstandkoming van een democratie in Afghanistan of in het opbouwen van een natie, maar alleen de krijgsheren financierden om de vrede te handhaven. Bovendien waren de VS zo afhankelijk van de Pakistaanse geheime dienst dat die kon bepalen in welke mate Afghanistan heropgebouwd moest worden, tegen welk tempo of hoe de regering van de nieuwe president Karzai zou worden samengesteld.

'En dat gebeurde allemaal omdat de Amerikanen zich alleen wilden bezighouden met de zoektocht naar Bin Laden', schrijft Rashid. Hij is trouwens overtuigd dat de Amerikanen nooit van plan zijn geweest om alles in te zetten op de toekomst van Afghanistan, omdat ze onmiddellijk na 11 september al met het idee speelden om Irak binnen te vallen. 'Ik besefte met afschuw dat Rumsfeld en Wolfowitz [Amerika's minister en onderminister van Defensie] de nationale tragedie van 9/11 wilden gebruiken om hun persoonlijke agenda in Irak door te drukken', vertelt een diplomaat aan Rashid over een bijeenkomst op het Pentagon op 12 september. Voor de neoconservatieven zou het einde van Saddam Hoessein de olievoorraden veiligstellen en Israël geruststellen.

Het leek hen beter om deze strijd alleen uit te vechten en Rumsfeld bedankte de vrienden van de Navo vriendelijk voor hun aanbod tot medewerking. Alleen de Britse premier Tony Blair mocht bij de Amerikanen in de buurt komen. Later in het boek legt Rashid uit dat de onderdanige rol van Blair ertoe geleid heeft dat de VS in Irak voluit konden gaan omdat de enige Europese leider die invloed kon uitoefenen de Amerikanen als een schoothondje achterna liep.


Bondgenoot

De oorlog in Afghanistan ontspoort. De krijgsheren krijgen de vrije hand én geld van de Amerikanen waarmee ze soms op afschuwelijke manier afrekenen met politieke tegenstanders of aanhangers van de Taliban. Osama bin Laden kan ontsnappen uit de bergen van Tora Bora en vlucht naar Pakistan. De Afghaanse president Karzai heeft het lef niet om corrupte of misdadige krijgsheren uit officiële functies te ontzetten. Duizenden Talibanstrijders ontsnappen naar Pakistan. De Pakistaanse regering, de 'betrouwbare bondgenoot' van de VS, arresteert geregeld Arabieren die tot Al-Qaeda behoren om aan de Amerikanen te tonen dat ze meevechten tegen de terreur, maar traint en bevoorraadt ondertussen de Taliban in Pakistan.

Het duurt, volgens Rashid, tot 2003 vooraleer de VS beseffen dat het noodzakelijk is om Afghanistan opnieuw op te bouwen. Ondertussen hebben de VN aan de Navo een mandaat gegeven voor de reconstructie van Afghanistan. Maar de wederopbouw gebeurt tergend langzaam, omdat de internationale gemeenschap niet staat te springen om veel geld of middelen aan het land te spenderen. De kas raakt niet gevuld, de opdrachten zijn niet gecoördineerd, elk land stelt beperkingen aan zijn inzet in Afghanistan.

De Taliban krijgen volgens Rashid weer aanhangers bij de bevolking omdat het groot aantal burgerslachtoffers en de verhalen over martelingen van gevangenen door de Amerikanen tot ergernis en woede leiden.

Ondertussen verenigen de Taliban in Pakistan zich met de aanhangers van Al-Qaeda en kunnen ze blijven rekenen op de steun van de Pakistaanse geheime dienst. Rashid beschrijft helder hoe de moslimextremisten zich uiteindelijk tégen het Pakistaanse establishment keren, een ontwikkeling die hij op het conto van de voormalige Pakistaanse president Musharraf schrijft.

Ahmed Rashid ziet de toekomst voor de regio zeer somber in. Hij vreest dat het debacle in Afghanistan alweer een voorbeeld zal worden van het onvermogen van de internationale gemeenschap om aan natievorming te doen. Hij ziet de vlek van het moslimextremisme uitbreiden over andere landen door het onvermogen van de Navo en het onverantwoorde optreden van de VS.

Het boek van Ahmed Rashid is een turf van 410 pagina's. Degelijk gedocumenteerd, helder geschreven, accuraat.

Lees het alstublieft, maar ik waarschuw u. De analyse van de oorlog is uitermate pijnlijk.

AHMED RASHID
Decent into chaos.
Penguin Books, 409 blz


DSL, 10-10-2008 (Corry Hancké)