PDA

Bekijk de volledige versie : Het slachtoffer dient maar te vergeven


Barst
12th September 2008, 02:16
Het slachtoffer dient maar te vergeven


Slachtoffers moeten lijden als Jezus: vrijwillig, vergevingsgezind en vrij van wraak. Mondigheid leidt al snel tot argwaan. Door slachtoffers de schuld te geven van hun lot, stellen we onszelf gerust, meent victimoloog Jan van Dijk.


Toen op 3 mei 2007 de driejarige Madeleine McCann tijdens een vakantie in Portugal verdwenen was, benaderden haar ouders direct de media met persconferenties en interviews. Zij vroegen alle aandacht voor het drama dat hen was overkomen. Maar het duurde niet lang of de ouders stonden zelf in de beklaagdenbank. De Portugese politie beschouwde hen als verdachten en in de kranten verschenen speculaties over Maddie’s DNA in de kofferbak van hun auto. Nooit werd er enig bewijs tegen hen gevonden. De Portugese politie heeft inmiddels excuses aangeboden.

De ouders McCann zijn niet de enigen die deze wonderbaarlijke verandering van slachtoffer in verdachte ondergingen. De Oostenrijkse Natascha Kampusch, die acht jaar in een kelder was opgesloten, zou daar niet onvrijwillig hebben gezeten, beweerden talloze kranten enkele weken na haar bevrijding. En dan waren daar de geruchten over incest. Haar moeder zou haar aan haar ontvoerder hebben overgeleverd.

Dergelijke beschuldigingen komen heel vaak voor bij slachtoffers van misdrijven die zich niet zwak en zielig voordoen, zegt victimoloog Jan van Dijk. „De ouders McCann zochten zelf de pers, omdat ze, terecht, geen vertrouwen in de Portugese politie hadden. Dat was onmiddellijk verdacht. Natascha had ook veel te veel praatjes voor een slachtoffer. Hoe kon een meisje dat jaren in een kelder opgesloten had gezeten op televisie zulke goede interviews geven? Daar moest iets aan de hand zijn. Slachtoffers in de beklaagdenbank, dat gaat erin als koek.”

Van Dijk (61) houdt zich al zijn hele werkzame leven bezig met de positie van slachtoffers in het strafrecht en in de samenleving. Lange tijd was hij een van de weinigen in Nederland. Terwijl er voor daders van oudsher van alles werd gedaan om hen na gevangenschap in de maatschappij terug te brengen, werden slachtoffers vergeten. Ze kregen geen hulp of schadevergoeding, waren geen partij in een rechtszaak, kregen geen informatie over tijdstip van vrijlating van de dader, mochten geen uitspraak doen over de strafmaat. Tot Van Dijk in 1984 Slachtofferhulp Nederland opzette, gebeurde er niets voor deze groep gedupeerden. De situatie is verbeterd, maar nog steeds ontberen slachtoffers volgens hem elementaire steun en rechten.

Van Dijk vraagt zich al lang af waarom vrijwel niemand zich om slachtoffers bekommert. „Ik denk dat er een onbewuste neiging is om mensen te mijden die door het lot getroffen zijn, of het nu om een ernstige ziekte of een misdrijf gaat. Door slachtoffers de schuld te geven van hun lot, kun je jezelf geruststellen. Het slachtoffer heeft onverstandig geleefd, dat overkomt mij niet, is onze reactie.”

Onlangs schreef Van Dijk het boek ’Slachtoffers als zondebokken’, waarin hij zijn theorieën over de rol van het slachtoffer in de maatschappij verder uitwerkt. Want volgens hem is er meer aan de hand met het begrip slachtoffer. „Het is toch vreemd dat we iemand wiens fiets gestolen wordt slachtoffer noemen. Niemand beseft dat een slachtoffer etymologisch een dood dier op een slachtblok is. Het vreemde is dat alle westerse talen hetzelfde gruwelijke begrip hanteren voor een gedupeerde. In het Engels en Frans stamt het woord af van het Latijnse victima, een dier op een offerblok. Maar ook in het Duits, Servisch en Russisch spreekt men van slachtoffer, in het IJslands zelfs van offerlam. Het offerlam van een fietsendiefstal, dat klinkt toch merkwaardig.

„Ik ben gaan onderzoeken wanneer de term voor het eerst voor een mens werd gebruikt en kwam uit bij Johannes Calvijn. In het geloofsboek ’Institutie’ uit 1536 gebruikt hij het woord victima, offerlam, voor Jezus Christus. In de Nederlandse vertaling werd dat slachtoffer. In de Reformatie werd het denken over Jezus als offer voor de mensheid sterk aangezet. En dan zie je eind zeventiende eeuw, als Jezus steeds menselijker is geworden, de term opduiken voor andere gedupeerden van rampen en misdrijven. ”

De gevolgen van de verbinding van Christus aan gedupeerden is dat van hen onbewust eenzelfde bovenmenselijke houding gevraagd wordt, meent Van Dijk. „Het bijzondere van Christus is dat Hij vrijwillig lijdt. Daarnaast is Hij vergevingsgezind en geheel vrij van wraakzucht. Dat is in onze cultuur de rolverwachting voor slachtoffers.”

Wraak lijkt een aangeboren menselijk instinct. Maar het is in de loop van eeuwen in het Westen een taboe geworden, omdat wraak een ontwrichtende werking op de samenleving heeft. Het zorgt voor ketens van bloed, zoals bijvoorbeeld te zien is in de Griekse tragedie Oresteia – waarin vader Agamemnon dochter Iphigeneia vermoordt en vervolgens door zijn vrouw Klytaemnestra wordt vermoord, die weer wordt vermoord door hun zoon Orestes. De schrijver Aischylos laat de wraak eindigen bij een oordeel van de rechtbank. In de bijbel eindigt de traditie van wraak bij het laatste mensenoffer. De geofferde Christus vergeeft zijn beulen en beëindigt zo definitief de cyclus van geweld.

Victimoloog Jan van Dijk wijdde zijn hele werkzame leven aan de positie van slachtoffers.


Trouw, 12-09-2008

Tine.Arets
30th September 2008, 21:18
Geen wonder dat vele slachtoffers (van verkrachting, incest,... bedoel ik dan) gewoon niet uit durven te komen voor wat er met hen gebeurd is. We moeten "lijden als Jezus". We moeten het vrijwillig ondergaan, moeten vergevingsgezind zijn en zeker geen wraak koesteren! Hoe kan een persoon die van zo'n dingen slachtoffer is geworden geen wraakgevoelens hebben voor zijn/haar belager?

Het zou ook niet de eerste keer zijn dat een persoon wiens leven een totaal andere wending heeft gekregen (in negatieve zin) begint na te denken over het nut van zijn verdere bestaan. Er zijn gevallen waar zo'n omkering leidt tot zelfmoord.

Een voorbeeld heb ik overlaatst zelf meegemaakt. En dat bij een kind van nog geen tien jaar, een jongetje.
Ik was op kamp met Jeugd en Vrede deze zomer. De groep waren kindjes uit asielcentra, kindjes tussen acht en tien jaar. Er zat een jongen bij die zich al van in het begin niet echt met de groep mee wilde spelen. Hij liep vaak weg, waarbij wij hem altijd achterna moesten, anders had hij gewoon ergens een bus genomen. We wisten gewoonweg niet wat er met hem aan de hand was, tot onze hoofdanimator zei dat hij thuis problemen had: zijn moeder wou hem niet meer.
Eén van de laatste dagen was ik een verhaal aan het voorlezen in de jongenskamer, samen met een andere monitor. Onze hoofdanimator kwam de kamer binnenvallen, trok de andere monitor met zich mee en liep terug weg. Ik wist niet wat er gebeurde. Achteraf ben ik te weten gekomen dat de jongen in kwestie in een boom was gekropen met een lang stuk touw. Hij had een lus in het touw weten te maken, had dit al rond zijn nek hangen en wou de andere kant aan een tak vastmaken...

Hoe kan een jongen van negen, tien jaar nu vergevingsgezind zijn, zijn lot vrijwillig ondergaan én geen wraakgevoelens hebben?