Barst
18th August 2008, 18:13
Alleen investeren in kennis en scholing biedt de economie toekomst
Lange tijd leken Nederland en de omringende EU-landen zich goed staande te houden in de internationale economische malaise. Die droom is definitief vervlogen.
Het statistische bureau Eurostat becijferde dat de economie in de eurozone in het tweede kwartaal van dit jaar 0,2 procent kromp, vergeleken met de drie maanden daarvoor. Nederland komt er verhoudingsgewijs nog goed vanaf met nul procent groei. Vooralsnog geen krimp dus, maar dat is mogelijk slechts een kwestie van tijd.
Uitgerekend op de dag dat deze sombere cijfers naar buiten kwamen, nam FNV Bondgenoten, de grootste FNV-bond, alvast een voorschot op de nieuwe looneisen: minstens 3,8 procent, om in elk geval de inflatie te dekken. En dat terwijl ook de bloeiende arbeidsmarkt de eerste barstjes begint te vertonen. Het aantal vacatures op internet daalt, evenals de vraag naar uitzendkrachten.
Op het oog is dat reden genoeg om juist nu bescheiden looneisen te stellen en niet in een oude fout te vervallen: loonstijgingen op het moment dat de economie al weer op haar retour is. Die handelswijze bracht ons in 2001 in een langdurig dal.
Natuurlijk zijn er relativeringen aan te voeren voor de dreigende economische rampspoed. Van een huizenzeepbel is hier geen sprake, anders dan in bijvoorbeeld Spanje, en Nederlanders zijn doorgaans zo verstandig niet al te veel op de pof te leven.
Ook is de olieprijs, die tot voor kort het ene na het andere record brak, inmiddels met alweer bijna een kwart gedaald en zijn ook maïs en soja weer goedkoper geworden.
Maar laten we ons vooral niet rijk rekenen. Nederland is geen eiland – dat maken de Europese cijfers ten overvloede duidelijk – en de wereldwijde omstandigheden laat zich slechts zeer gedeeltelijk voorspellen. Juist daarom moeten bonden en werkgevers niet blijven steken in discussies over een procentje meer of minder.
Bescheiden loonstijgingen, waarvoor ook premier Balkenende vrijdag pleitte, zijn wellicht op korte termijn onvermijdelijk om de economie uit de gevarenzone te houden. Maar laten we het daarbij, dan blijven we streven naar het onhaalbare: een hoogwaardige kenniseconomie op een koopje.
Hoogleraar Paul de Beer pleitte gisteren in deze krant voor scholing, onderzoek en ontwikkeling, als route naar slimmere en productievere arbeid. Anderen gingen hem daarin voor, en terecht. Uiteindelijk is dat de enige manier om Nederland in een grillige internationale context weerbaar te houden.
Trouw, 18-08-2008
Lange tijd leken Nederland en de omringende EU-landen zich goed staande te houden in de internationale economische malaise. Die droom is definitief vervlogen.
Het statistische bureau Eurostat becijferde dat de economie in de eurozone in het tweede kwartaal van dit jaar 0,2 procent kromp, vergeleken met de drie maanden daarvoor. Nederland komt er verhoudingsgewijs nog goed vanaf met nul procent groei. Vooralsnog geen krimp dus, maar dat is mogelijk slechts een kwestie van tijd.
Uitgerekend op de dag dat deze sombere cijfers naar buiten kwamen, nam FNV Bondgenoten, de grootste FNV-bond, alvast een voorschot op de nieuwe looneisen: minstens 3,8 procent, om in elk geval de inflatie te dekken. En dat terwijl ook de bloeiende arbeidsmarkt de eerste barstjes begint te vertonen. Het aantal vacatures op internet daalt, evenals de vraag naar uitzendkrachten.
Op het oog is dat reden genoeg om juist nu bescheiden looneisen te stellen en niet in een oude fout te vervallen: loonstijgingen op het moment dat de economie al weer op haar retour is. Die handelswijze bracht ons in 2001 in een langdurig dal.
Natuurlijk zijn er relativeringen aan te voeren voor de dreigende economische rampspoed. Van een huizenzeepbel is hier geen sprake, anders dan in bijvoorbeeld Spanje, en Nederlanders zijn doorgaans zo verstandig niet al te veel op de pof te leven.
Ook is de olieprijs, die tot voor kort het ene na het andere record brak, inmiddels met alweer bijna een kwart gedaald en zijn ook maïs en soja weer goedkoper geworden.
Maar laten we ons vooral niet rijk rekenen. Nederland is geen eiland – dat maken de Europese cijfers ten overvloede duidelijk – en de wereldwijde omstandigheden laat zich slechts zeer gedeeltelijk voorspellen. Juist daarom moeten bonden en werkgevers niet blijven steken in discussies over een procentje meer of minder.
Bescheiden loonstijgingen, waarvoor ook premier Balkenende vrijdag pleitte, zijn wellicht op korte termijn onvermijdelijk om de economie uit de gevarenzone te houden. Maar laten we het daarbij, dan blijven we streven naar het onhaalbare: een hoogwaardige kenniseconomie op een koopje.
Hoogleraar Paul de Beer pleitte gisteren in deze krant voor scholing, onderzoek en ontwikkeling, als route naar slimmere en productievere arbeid. Anderen gingen hem daarin voor, en terecht. Uiteindelijk is dat de enige manier om Nederland in een grillige internationale context weerbaar te houden.
Trouw, 18-08-2008