PDA

Bekijk de volledige versie : Verder dan de rest


Barst
8th August 2008, 15:37
Verder dan de rest


Rob Gifford reist ruim 4800 km door China langs de G312. Dat is de Chinese Route 66.


Het is tegenwoordig al China wat de klok slaat. Boeken over dat immense, raadselachtige en beangstigende land verschijnen aan de lopende band. Ondertussen word je om de oren geslagen met goedbedoelde maar zelden genuanceerde oordelen over de mensenrechten, uitbuiting en het gebrek aan vrije meningsuiting. Wie toch een beetje zicht wil krijgen op dat vreemde land in al zijn verwarrende complexiteit kan nu mee op tocht in De Chinese weg van Rob Gifford.

Gifford combineert een sterke onderlegdheid, gebaseerd op twintig jaar leven en werken in China, met een uitstekend idee. Hij reist langs de G312, de Chinese Route 66, van Sjanghai naar de grens met Kazachstan, 4825 km verderop. De helft van het boek speelt bijgevolg in het noordwestelijke deel van China, waar bijna nooit iemand het over heeft: de binnenlanden, achter Xi'an, langs Lanzhou en Jiayuguan tot voorbij Urumqi, door de Gobi-woestijn en het land van de Oeigoeren. Gifford gaat dus verder dan de rest, en graaft dieper.

Gifford ging eind jaren tachtig Chinees studeren in Beijing en bleef nadien als journalist in China werken. Hij spreekt dus niet alleen vloeiend de taal maar zijn persoonlijke ervaring overspant twintig jaar geschiedenis. Zo heeft hij, meer dan vele andere recente China-watchers en -commentatoren, een zeer grondige kennis van de taal, de literatuur en de cultuur. Dat doen niet velen hem na.


Halfvol

Gifford reist met taxi's en bussen, langs miljoenensteden, dorpen en oases. Hij heeft toevallige ontmoetingen of maakt via-via afspraken met zijn mobiele telefoon. Want overal is er bereik, ook in de woestijn, en iedereen bekijkt Gifford meewarig omdat hij belt met een model van twee jaar oud. Boeren moeten niet meer 'op de hemel vertrouwen om te overleven', want ze werken buiten de oogsttijd in de fabriek. Ze werken er hard en voor weinig geld. Maar dat is wel ruimschoots voldoende om zeker te zijn van een inkomen en gewapend te zijn tegen de nukken van de natuur. Worden de arbeiders uitgebuit? Gifford durft het niet te zeggen. In Frankrijk is het verboden meer dan 35 uur per week te werken, in China zitten veel mensen in twee dagen aan dat aantal uren. Misschien zijn wij gewoon lui of zelfvoldaan.

Gifford wordt voortdurend heen en weer geslingerd tussen extreme gevoelens. Het ene moment haat hij het land, bijvoorbeeld na een gesprek met artsen die genadeloos de éénkindpolitiek in de praktijk brengen. Een dag later voelt hij zich bevoorrecht zo dicht betrokken te zijn bij de tomeloze dynamiek van optimistische mensen die vooruit willen. Het is de emotionele roetsjbaan die iedereen zal herkennen die China aan den lijve heeft ondervonden. Situaties die je er meemaakt gaan van hemeltergend en wraakroepend tot innemend en ontroerend.

De tegenstrijdigheden waar je in China voortdurend op botst, maken het onmogelijk absolute uitspraken te doen over land, volk en leiders. Is het glas halfvol, of is het halfleeg? Hoe zullen de Chinezen erin slagen toponderwijs te organiseren, als ze mensen die kritisch nadenken ondertussen onderdrukken? Hoe kan je meer vrijheid toelaten en ondertussen alles onder controle houden? Hoe kan je het individu een plaats geven in een samenleving waarin de staat het laatste woord heeft? Hoe kan je vernieuwing stimuleren terwijl de traditie (een mix van Confucius en Mao) met harde hand hoog gehouden wordt?


Leidraad

Gifford probeert te laten zien hoe China de voorbije decennia zijn toekomst heeft vormgegeven. Hij weet evenmin waar het naartoe zal gaan. Hij plaatst de verhalen van mensen van vlees en bloed in een brede maatschappelijke en historische context. Dat doet recht aan de complexe realiteit van China, die je nauwelijks terugvindt in de meeste meningen die in het Westen geventileerd worden, zoals recent over Tibet.

Daarom is dit een boek dat weinig concurrentie heeft onder de China-boeken. Of het moest Het karakter van China zijn, waarin de sinologe Cecilia Lindqvist, met als leidraad het Chinese schrift, land en cultuur op een originele en genuanceerde manier weergeeft. Ook bij haar leidt dat tot een intelligente, erudiete en respectvolle benadering van een nieuwe wereldmacht. Die macht zal niet alleen economisch zijn, maar ook cultureel.

Deze boeken stellen tussen de regels vragen bij de vermeende westerse superioriteit. De problemen van de Chinezen zijn in meer dan één opzicht ook onze problemen. De grote slogan die overal uithangt in China is 'xiaokang', gematigde voorspoed. Misschien kunnen we daar nog wat van leren.

ROB GIFFORD, De Chinese weg. Van Shanghai tot Kazachstan. Vertaald door Fred Hendriks, Balans, 340 blz., 24,95 . Oorspronkelijke titel: China road. A journey into the future of a rising power.

CECILIA LINDQVIST, Het karakter van China, Balans, 392 blz., 35.


DS, 08-08-08 (Geerdt Magiels)