PDA

Bekijk de volledige versie : Gas geven tegen smog?


Barst
7th August 2008, 18:21
Gas geven tegen smog?


> Zomersmog is geen wintersmog > Vertraagd verkeer pakt 's zomers averechts uit > Auto's en industrie moeten schoner


De hele voorbije winter hebben we met zijn allen in een slakkengangetje over de snelweg gereden, om smogvorming te helpen voorkomen. Maar nu het hoogzomer is en het ene smogalarm na het andere afgaat, zijn die tergende smogverkeersborden plots in geen velden of wegen meer te bekennen. Nogal wiedes, want trager rijden helpt niet tegen smog, klinkt het nu bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM): het zou de luchtvervuiling juist verergeren.

Mocht u nu het gevoel bekruipen dat er lelijk met uw voeten wordt gespeeld, dan bent u niet alleen. Toch klopt het wat de VMM zegt, volgens Clemens Mensink van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (Vito). Want zomersmog is geen wintersmog, en maatregelen waarmee we van de wintersmog proberen af te komen helpen bijgevolg niet tegen zomersmog, althans niet op de korte termijn.

Om dat te snappen, is een handje scheikunde onontkoombaar. Zomersmog ontstaat door een ingewikkeld chemisch samenspel van vervuilende stoffen als stikstofoxiden (afkomstig van het verkeer) en vluchtige organische stoffen als benzeen (van verkeer en industrie).

Als de zon maar hard genoeg op dat mengsel schijnt, ontstaat daaruit vanzelf ozon, een bijtend goedje dat voor zowat elk materiaal schadelijk is, onze longen incluis. Astmalijders, kinderen en ouderen ademen moeilijker als er veel ozon in de lucht hangt, en ook planten groeien er slechter van: de landbouw leidt bij grote ozonvervuiling forse verliezen.

Wintersmog daarentegen bevat geen ozon (de zon schijnt daarvoor niet hard genoeg in de winter) maar ontstaat als fijn stof, roet en zwaveloxiden (van verkeer en industrie) onder een dikke wolkendeken blijven hangen - een zogeheten 'inversie' die 's winters wel vaker voorkomt. De auto laten staan of het gaspedaal lossen is dan een manier om de smog niet verder te doen aandikken, in afwachting dat de wolkendeken oplost en de wind weer frisse lucht aanvoert.

Met zomersmog ligt dat anders. Ozon, het hoofdbestanddeel ervan, ontstaat weliswaar óók uit componenten van uitlaatgassen (stikstofoxiden), maar wordt paradoxaal genoeg door een onderafdeling van die stoffen weer afgebroken (door stikstofmonoxide). Het verkeer stilleggen of doen vertragen, zodat de uitstoot afneemt, helpt bijgevolg niet, maar werkt averechts: de ozon van het ozonalarm blijft er juist langer door hangen, omdat er minder stikstofmonoxiden vrijkomen die hem helpen afbreken.

'Dat blijkt ook uit het feit dat er op zomerse weekenddagen meer smog in de lucht blijft hangen dan op weekdagen', zegt Clemens Mensink van Vito - terwijl je precies het omgekeerde zou verwachten omdat er in het weekend toch minder verkeer is. In Nederland bewees een proef van de overheidsinstelling RIVM dat milieumaatregelen als snelheidsbegrenzingen op snelwegen en een rijverbod voor wagens zonder katalysator een averechts effect hebben op de vorming van zomersmog: in de gebieden met het meeste verkeer en de zwaarste industrie verergert de situatie daardoor juist.

Gas geven dan maar, zodat de ozonsmog door de extra stoot stikstofmonoxiden versneld wordt afgebroken? Nou nee, zegt Mensink van Vito, dat ook weer niet: op korte termijn raak je zo weliswaar sneller van je ozon af, maar op langere termijn maak je ook weer extra ozon bij, want met de extra stikstofmonoxiden (die ozon afbreken) komen ook extra stikstofoxiden mee (die ozon aanmaken). Van de regen in de drup dus, om nog maar te zwijgen van het extra fijn stof dat je zo in de lucht brengt, en dat ook slecht is voor de longen.

Daar komt nog bij dat de vorming van zomersmog geen regionale kwestie is, maar een grensoverschrijdend milieuprobleem, doordat de wind vervuilde lucht uit de buurlanden, met daarin ozon en ozonvoorloperstoffen, doorlopend tot bij ons voert. Plaatselijke milieumaatregelen om ozonvorming langs de Belgische snelwegen tegen te gaan, halen daardoor niets uit.

Nee, zegt Mensink: zomersmog moet je op Europese schaal aanpakken, door de stikstofoxide-uitstoot in heel noord-West-Europa naar beneden te halen. Door verbeterde voertuigtechnieken te ontwerpen en schonere auto's de weg op te sturen bijvoorbeeld - iets waar de nieuwe euronormen voor personenwagens straks een aanzet toe zijn. En door nog meer gaswassers en katalysatoren te plaatsen op industriële installaties, waar overigens ook al een begin mee is gemaakt.

Als uw hoofd nu nog niet omloopt van de chemische formules, voor de volledigheid nog even dit: de ozon uit zomersmog waar we momenteel zo druk proberen vanaf te komen, heeft niets te maken met de ozon uit de ozonlaag waar elk jaar een 'gat' in wordt geslagen. Die ozonlaag bevindt zich vijftien tot veertig kilometer boven onze hoofden in de atmosfeer - het 'gat' is in feite een gebied waar de ozonconcentratie tijdelijk lager is dan gewenst. Zoals wintersmog geen zomersmog is, is hoge ozon geen lage ozon: gek genoeg is ozon hoog in de atmosfeer wél bevorderlijk voor onze gezondheid: hij blokt schadelijke ultraviolette zonnestraling af.

Hilde Van den Eynde is wetenschapsredactrice


DS, 07-08-2008