PDA

Bekijk de volledige versie : Van arm Vlaanderen tot bang Vlaanderen


Barst
11th July 2008, 22:59
Rijk Vlaanderen, arm Vlaanderen


"'Door arm Vlaanderen' doet ons schrikken; amper een eeuw geleden was het menselijk leven van een schrijnende kwaliteit. Vandaag staan we te weinig stil bij de materiële en sociale verworvenheden die we als vanzelfsprekend beschouwen.'' Een lezersreactie op de serie die vier weken lang het Vlaanderen van 1901 opriep. Gilbert Roox, redacteur van deze krant, deelt die mening, maar trekt deze gedachtegang door in een ruimere context: van arm Vlaanderen tot bang Vlaanderen.


Heeft u de voorbije weken ook met een acuut gevoel van vervreemding het feuilleton Door arm Vlaanderen van Auguste De Winne gelezen? De journalist van Le Peuple maakte in het crisisjaar 1901 een toer van ,,de gaten van verdriet'' op het hongerende Vlaamse platteland. De haarsnijders van Lokeren, de Hamse touwslagers, de door koudvuur verteerde lucifermannetjes van Geraardsbergen: het leek een bezoek aan een andere planeet.

Honderd jaar later is Vlaanderen een van de welvarendste regio's ter wereld. We zijn gezonder en leven langer dan ooit tevoren. We zijn vrijgevochten en rijk. Nooit eerder in de geschiedenis kregen zoveel mensen zoveel kansen op zelfontplooiing maar zijn we daarom zoveel gelukkiger dan de ,,aardappeleters'' van weleer?

Het is een fenomeen in alle rijke landen. Ondanks een groot huis, een chique auto en drie vakanties per jaar zien steeds meer Europeanen het niet meer zitten. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie wordt depressie de plaag van de toekomst, vergelijkbaar met de pest in de Middeleeuwen. Rijk Vlaanderen telt drie zelfmoorden per dag. In onze wijken in het groen klagen we over onveiligheid en ontworteling, proppen ons vol tranquillizers en 's nachts dromen we over hoeveel beter het vroeger was, in het dorp van onze jeugd, waarover Wim Sonneveld zo roerend zong.

,,Maar als het daar zo goed was, waarom zijn we er ooit weggegaan?'' zegt socioloog Ruud Veenhoven, bekend van zijn World Database of Happiness. ,,Omdat we ons eigen leven wilden, onze eigen keuzes wilden maken. Dat is goed: hoe meer keuze, hoe meer kans op bevrediging. Maar die grote individuele vrijheid heeft uiteraard ook haar keerzijde. Niets is nog evident, zelfs kinderen krijgen niet. Onze samenleving evolueert razendsnel. Vele mensen missen houvast, zekerheid.''

Zijn mensen wel gemaakt voor de totale vrijheid of zijn andere dingen levensnoodzakelijk: ergens bijhoren bijvoorbeeld? Zo komen vandaag nog wel meer paradoxen aan de oppervlakte. Hoe verder de mondialisering oprukt, hoe kleiner we zelf beginnen te denken. De wereld is ons dorp, jawel, maar tegelijk krimpt onze leefruimte: alleen op onze vierkante meter van herkenning voelen we ons nog thuis.

Nooit eerder wisten we zoveel over onszelf en de wereld. Eén enkele weekend-editie van De Standaard bevat meer informatie dan een tijdgenoot van Descartes in zijn hele leven tot zich nam. Maar begrijpen we onszelf, de wereld daarom beter? Het tegendeel lijkt het geval. Want duizend gigabyte is nog geen samenhang. Ons armzalige brein kan de information overload niet aan en slaat op tilt.

Misschien is dat wel ons grote probleem. Er is te veel van alles: overvloedstress. En zelf willen we ook steeds meer.

In onze tweeverdienerssamenleving moeten mannen en vrouwen tussen 25 en 45 alles tegelijk doen: carrière maken, kinderen opvoeden, een bevredigende liefdesrelatie onderhouden en tussendoor ook nog een beetje zelfontplooiing veiligstellen. Geen wonder dat nog nooit zoveel huwelijken over de kop gegaan zijn. Zelfs het gezin, onze laatste emotionele vluchtheuvel, wordt een wedstrijdarena.

We leggen de lat van onze verlangens almaar hoger. Een job is er niet alleen voor het inkomen maar hoort ook zelfrealisatie te zijn. Het gezin verzorgt niet alleen onze materiële behoeften, het moet ook een eldorado van intimiteit zijn. Zelfs onze vrije tijd is niet vrij meer. De Amazone afvaren per kano, een six-pack kweken in de fitness, fietsen op de Mont Ventoux: de mens van vandaag wil zich overal waarmaken en simply the best zijn.

Statusjacht beperkt zich niet tot huis en auto, het heeft elk domein van het leven aangetast: wie is de leukste ouder? wie heeft het meeste orgasmen per week? Onze vereisten voor privé-geluk liggen steeds hoger. Te hoog: niemand kan ze aan. En dus eindigt de rat race af en toe met een totale kortsluiting behind closed doors. Vader raakt zijn job kwijt, kan het statusverlies niet aan en neemt zijn hele gezin mee in de genadedood. Ofwel knapt na jaren jachten de veer. Ons afweermechanisme crasht en plots kunnen we niets meer. CVS, het beruchte chronische-vermoeidheidssyndroom, is niet zomaar een beschavingsziekte, het is een barometer van onze tijd.

Kenneth Galbraith wist het al in zijn Culture of Contentment: hoe rijker een land, des te conservatiever en minder solidair. Wat het Vlaanderen van de jongste tijd betreft, wil je zelfs nog een eind verder gaan: hoe welvarender, des te chagrijniger en onverdraagzamer. Niet alleen de koning en de kardinaal doen er in officiële toespraken hun beklag over: onze samenleving wordt steeds killer en egoïstischer. Mensen zien alleen nog rechten, geen plichten. De tol van onze grote vrijheid blijkt sociaal verval.

Burgerdeugd beperkt zich meer en meer tot weloverwogen afzijdigheid: als jij mij met rust laat, laat ik jou met rust. Ons in de ander verplaatsen lijkt nog nauwelijks te lukken. Stilaan zijn we zulke verstokte narcisten dat het potje bij de geringste verstoring van onze eigen wereld overkookt. Het kleinste incident wordt al snel een persoonlijke krenking: een controleur die om ons treinkaartje vraagt, een laattijdig inhaalmanoeuvre, zelfs een simpele blik.

Steve Stevaert, minister en volksmens, heeft er een oncologische term voor gesmeed. Hij heeft het over de stijgende ,,zuurtegraad'' van onze samenleving. ,,We zijn bezig een maatschappij te worden waar mensen zich nergens nog thuisvoelen'', waarschuwt Stevaert. In zijn eigen Hasselt probeert hij met subsidies voor straatbarbecues het verloren wij-gevoel nieuw leven in te blazen.

Maar of dat genoeg is? Het dorp van onze jeugd, waar iedereen elkaar kende en bijsprong, komt nooit meer terug. Al blijven partijen zoals het Vlaams Blok wel volop munt slaan uit het heimwee naar het idyllische Vlaanderen van rond de kerktoren, dat allicht nooit bestaan heeft. In Door arm Vlaanderen is er hoe dan ook geen spoor van te bekennen. Het is een waanbeeld uit heimatromans.

Dat onze maatschappij zo hard en egoïstisch is, blijkt ook al een mythe. De mensheid wordt steeds gevoeliger, dat is een historische trend. Tegenwoordig hebben we het zelfs al over kinder- en dierenrechten. Nog nooit zijn we zo gepamperd geweest. De bestrijding van leed allerhande is allengs uitgegroeid tot een miljardenindustrie. Toegegeven, professionele hulp is niet zo warm als de solidariteit van vroeger. En mensen hebben er weer een alibi bij om zich niet meer verantwoordelijk te moeten voelen voor de ander: een heel leger wordt daarvoor betaald.

Hoe meer iedereen zich op zijn eilandje terugtrekt, hoe meer de buitenwereld als een boze bedreiging wordt ervaren. Onveiligheid is ook in Vlaanderen de kreet van het moment. De media bulken van de verhalen over criminaliteit en de verloedering van onze grootsteden. Overspannen geesten ontwaren al de kiemen van een heuse burgeroorlog. Maar een minstens even grote bedreiging voor de leefbaarheid van de Vlaamse steden is de almaar dalende tolerantiegrens: we kunnen niets meer van elkaar verdragen.

In vergelijking met honderd jaar, zelfs vijftig jaar geleden is onze samenleving gestaag minder gewelddadig geworden. Waarom voelen mensen zich dan steeds onveiliger? De echte boosdoener is de angst, schrijft de Nederlandse filosoof René Boomkens in zijn essay De angstmachine. De bangste mensen zijn zelden degene die het meest gevaar lopen slachtoffer van een geweldmisdrijf te worden. De bewoners van de villawijk zijn banger dan mensen uit de binnenstad. Ouderen zijn banger dan jongeren, vrouwen banger dan mannen, blanken banger dan allochtonen. Besluit: de onbekendheid met gevaar vergroot de angst. Juist omdat wij zo'n gepacificeerde samenleving zijn, die al een halve eeuw geen oorlog heeft gekend, spookt het in de geesten.

Alles bij ons is zo goed beregeld en onder controle dat we ons nauwelijks nog raad weten met een banale vechtpartij op café, vroeger een vast onderdeel van de weekend-ontspanning. Dat kinderen 's avonds een balletje tegen huisgevels trappen, wordt al aangezien als een strafbaar vergrijp, waarvoor de politie wordt gebeld. De afzijdige burger klaagt en zeurt en eist niets minder dan zero-tolerance -- elke verstoring van de regels moet worden afgestraft, alleen honderd procent veiligheid is goed genoeg. Alsof dat niet meteen ook het einde van het leven zelf zou zijn.

Nooit was de westerse wereld zo veilig en nooit hebben we zoveel gevaren gezien. ,,Gekke-koeienziekte, gsm-straling, Balkan-syndroom: de paniekgolven volgen elkaar op'', zegt de Britse socioloog Frank Furedi. ,,Als je alle onheilsberichten moet geloven, verkeren we bijna permanent in levensgevaar.''

Zijn de risico's in onze samenleving dan zo dramatisch toegenomen? Nee, onze houding tegenover risico is veranderd. Furedi spreekt van een ,,cultuur van de angst'', gevoed door de therapeutische bemoeizucht van moderne overheden, verzekeraars en grote bedrijven: ,,Stilaan draait ons hele leven om het vermijden van echte of verzonnen gevaren.''

Veiligheid en gezondheid zijn in de jaren negentig uitgegroeid tot de politieke thema's bij uitstek. Voordien hadden we de verzorgingsstaat, die mensen meer kansen op zelfontplooiing wilde geven. Intussen zijn we geëvolueerd naar een veiligheidsstaat, waar het vooral om het terugdringen van gevaren en risico's gaat.

Gretig pikt de overheid in op alle angsten en onzekerheden in de publieke opinie, of het nu om migratie gaat, criminaliteit, drugs of milieuverontreiniging. Vooral voedselveiligheid beroert sterk de gemoederen -- zijn wij niet wat we eten? Het is geen toeval dat uitgerekend het dioxinekippenschandaal bij ons de grootste politieke aardverschuiving sinds de oorlog veroorzaakt heeft. Motorolie in ons voedsel: het is niet niks. Maar soms lijken de angsten ook helemaal uit de lucht gegrepen. Denk aan Marcel Colla en zijn flippo's in chipszakken. Snel een wetje ineenflanzen, want stel dat een peuter in zo'n flippo stikt. Zo wordt het zeer eerbare voorzorgbeginsel al snel tot een parodie. Voor elk pijntje een pilletje, voor elk risico een speciale wet.

Na elke ramp wordt de politieke wereld door media en actiegroepen ter verantwoording geroepen: wat doet u om herhaling te voorkomen? Maar de overheid is geen verzekeringsmaatschappij en zero-risico is een hersenschim. Ondanks al onze technologische knowhow blijven rampen veelal niet-beheersbaar en mislukking zal altijd een deel van het leven zijn. Wie dat niet aanvaardt, verknalt alle kansen op geluk.

Natuurlijk willen we allemaal onze kinderen, ons kwetsbaarste geluk, beschermen tegen onheil. Maar vandaag komt de beschermingsdrift van ouders dichtbij paranoia. We zijn nog niet zover als in de Verenigde Staten, waar ouders een afstand van schadeclaim doen als hun schat bij een vriendje gaat spelen. Maar ook bij ons raken stilaan de verhoudingen zoek. Om de ,,kindermoord'' in het verkeer te stoppen, kunnen we toch niet overal ,,zone 30'' invoeren. We moeten onze kinderen wapenen tegen het verkeer en dat doen we nu eenmaal niet door ze vast te kluisteren op de achterbank.

Bescherming is goed maar kinderen moeten ook de kans krijgen zichzelf te ontwikkelen. Risico's en experimenten horen onvervreemdbaar bij opgroeien. Je leert pas als je fouten maakt. Dat geldt voor de hele samenleving. Zonder risico's geen creativiteit of ondernemingszin. Een samenleving die alleen op veilig speelt, evolueert niet meer. Sterker, ze is geen leefbare samenleving meer.

De veiligheidsstaat is een gemeenschap van klagers, waar elk wij-gevoel verdwenen is. En als we niet opletten, gaat ook rijk Vlaanderen die kant op: De hel, dat zijn de anderen. Iedereen is alleen nog slachtoffer, niemand is verantwoordelijk voor eigen daden. De klagers hebben definitief de overhand gekregen. Mensen ontmoeten elkaar alleen nog voor de rechter, waar ze compensatie zoeken voor het eigen leed.

Sciencefictiontoestanden? Wie nogmaals naar de Verenigde Staten kijkt, ziet dat er meer aan de hand is. Angst is besmettelijk: laat ze geen norm van de dingen worden. Vergeleken met de veiligheidsstaat van de toekomst zou zelfs het arm Vlaanderen van 1901 bijna een idyllische wereld kunnen zijn.


DS, 25-08-2001 (Gilbert Roox)