Barst
11th July 2008, 17:16
Te exclusieve club
>G8 was bedoeld als informeel clubje >Mediacircus schept overdreven verwachtingen >China en India ontbreken aan de tafel
De astronomische olieprijzen, de voedselcrisis, de bestrijding van het broeikaseffect, de financiële crisis. Alleen al die opsomming van de thema's van de huidige top in Japan toont waarom de formule van de G8 onder druk staat.
Hoe kan men zinnig over de olieprijzen praten als er maar één grote olieproducent, Rusland, aan de tafel zit? En hoe kunnen er ernstige afspraken gemaakt worden over de economische en ecologische uitdagingen zonder de medewerking van China, de derde economie en de grootste vervuiler te wereld?
Het probleem met de G8 is niet dat 'acht landen beslissen over de wereld' zoals de overspannen formule van de andersglobalistische betogers luidt. Eén van de problemen is dat het mediacircus rond de G8 sinds lang niet in verhouding staat tot de bescheiden resultaten van de informele topconferenties waarop geen bindende beslissingen kunnen getroffen worden.
Het was aanvankelijk ook de bedoeling niet dat de topconferenties van de economisch sterkste landen een dergelijke omvang zouden krijgen. De toenmalige Franse president, Valéry Giscard d'Estaing, lanceerde het initiatief in 1975. De presidenten en eerste ministers van zes landen (de Verenigde Staten, Japan, de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië) kwamen op het kasteel van Rambouillet 'rond het haardvuur' bijeen. De bedoeling was informeel en openhartig te discussiëren over de grote problemen van het ogenblik, en dat waren (toen al!) de oliecrisis en de monetaire stormen. Het jaar nadien kwam Canada bij de 'club' die de G7 werd.
Het idee van Gicard was goed. Het was nuttig een informeel forum te hebben waarop de leiders van de rijkste landen openhartig konden praten over economische en politieke uitdagingen. Bijzonder belangrijk was dat Japan, toen en nu nog steeds de tweede economie ter wereld, betrokken werd bij het overleg van andere, westerse landen. Japan was en is immers niet alleen een economische reus. Het is ook een belangrijke politieke en veiligheidspartner in een moeilijk deel van de wereld.
Na de val van de Berlijnse Muur en de instorting van het communisme in Oost-Europa en de gewezen Sovjet-Unie werd in 1998 Rusland uitgenodigd tot wat nu de G8 is.
Het overleg van de acht leiders is nog altijd informeel, in de zin dat ze onder elkaar discussiëren, zonder de aanwezigheid van raadgevers. Maar in de loop der jaren is het evenement uit de naden van zijn pak gebarsten. Er kwamen steeds meer journalisten af op de topconferenties en dus moesten die ook 'nieuws' produceren. De 'sherpa's' van de betrokken presidenten en premiers moesten daarom in druk overleg tussen de hoofdsteden gezamenlijke verklaringen voorbereiden. De, vaak met geweld gepaarde gaande, betogingen tegen de G8-topconferenties droegen nog bij tot het mediacircus. De G8 ging daardoor lijden onder het syndroom van de overdreven verwachtingen.
Maar er is meer. De wereld is onherkenbaar veranderd sinds de dagen van Giscard. Net zoals de VN-Veiligheidsraad met zijn geprivilegieerde vijf permanente leden, krijgt nu ook de G8 het verwijt niet meer representatief te zijn voor de huidige wereld. Maar net zoals met de Veiligheidsraad het geval is, wordt uitbreiding ervan niet eenvoudig. De Franse president Nicolas Sarkozy stootte zijn Japanse gastheren voor het hoofd met zijn openbare voorstel om vijf nieuwe landen in de club op te nemen, waaronder China en India. China verzet zich met hand en tand tegen toetreding van Japan tot de Veiligheidsraad als permanent lid, zelfs zonder vetorecht. Japan is van de weeromstuit niet geneigd China te onthalen in de enige club waaraan het zelf een speciale status ontleent.
Overigens is er aan de representativiteit van de G8 al een - rafelige - mouw gepast in de vorm van de G5, een informele groep van China, India, Brazilië, Mexico en Zuid-Afrika. Die groep kreeg vorm in 2005, naar aanleiding van de G8-top in Gleneagle. In het kader van 'het proces van Heiligendamm', de Duitse locatie van de vorige G8-top, wordt de groep betrokken bij het werk van de G8.
En daar blijft het niet bij. Er is nu ook een formule van 8+5+3, de 'Mem' (Major Economies Meeting), die, op voorstel van de VS, sinds vorig jaar Australië, Indonesië en Zuid-Korea bij de G8 en G5 betrekt. Dat forum, dat het voordeel heeft ook het grootste moslimland te omvatten, moet een milieuakkoord voorbereiden tegen 2012, wanneer 'Kyoto' afloopt. De leden van dat forum zijn verantwoordelijk voor 80procent van de uitstoot van broeikasgassen.
Men zou natuurlijk de G8 kunnen uitbreiden tot de 'Mem'. Sarkozy wil overigens dat forum nog groter maken door er ook een groot Arabisch land bij te betrekken. Maar dan rijst de vraag: waartoe dienen de Verenigde Naties nog als alle 'belangrijke' landen daarbuiten een soort informele economische en ecologische Veiligheidsraad opzetten? Het is met de G8 als met de Veiligheidsraad. Iedereen is het eens met de diagnose dat ze niet representatief genoeg meer zijn, maar niemand over de remedie.
Mia Doornaert is redactrice buitenland
DS, 09-07-2008
>G8 was bedoeld als informeel clubje >Mediacircus schept overdreven verwachtingen >China en India ontbreken aan de tafel
De astronomische olieprijzen, de voedselcrisis, de bestrijding van het broeikaseffect, de financiële crisis. Alleen al die opsomming van de thema's van de huidige top in Japan toont waarom de formule van de G8 onder druk staat.
Hoe kan men zinnig over de olieprijzen praten als er maar één grote olieproducent, Rusland, aan de tafel zit? En hoe kunnen er ernstige afspraken gemaakt worden over de economische en ecologische uitdagingen zonder de medewerking van China, de derde economie en de grootste vervuiler te wereld?
Het probleem met de G8 is niet dat 'acht landen beslissen over de wereld' zoals de overspannen formule van de andersglobalistische betogers luidt. Eén van de problemen is dat het mediacircus rond de G8 sinds lang niet in verhouding staat tot de bescheiden resultaten van de informele topconferenties waarop geen bindende beslissingen kunnen getroffen worden.
Het was aanvankelijk ook de bedoeling niet dat de topconferenties van de economisch sterkste landen een dergelijke omvang zouden krijgen. De toenmalige Franse president, Valéry Giscard d'Estaing, lanceerde het initiatief in 1975. De presidenten en eerste ministers van zes landen (de Verenigde Staten, Japan, de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië) kwamen op het kasteel van Rambouillet 'rond het haardvuur' bijeen. De bedoeling was informeel en openhartig te discussiëren over de grote problemen van het ogenblik, en dat waren (toen al!) de oliecrisis en de monetaire stormen. Het jaar nadien kwam Canada bij de 'club' die de G7 werd.
Het idee van Gicard was goed. Het was nuttig een informeel forum te hebben waarop de leiders van de rijkste landen openhartig konden praten over economische en politieke uitdagingen. Bijzonder belangrijk was dat Japan, toen en nu nog steeds de tweede economie ter wereld, betrokken werd bij het overleg van andere, westerse landen. Japan was en is immers niet alleen een economische reus. Het is ook een belangrijke politieke en veiligheidspartner in een moeilijk deel van de wereld.
Na de val van de Berlijnse Muur en de instorting van het communisme in Oost-Europa en de gewezen Sovjet-Unie werd in 1998 Rusland uitgenodigd tot wat nu de G8 is.
Het overleg van de acht leiders is nog altijd informeel, in de zin dat ze onder elkaar discussiëren, zonder de aanwezigheid van raadgevers. Maar in de loop der jaren is het evenement uit de naden van zijn pak gebarsten. Er kwamen steeds meer journalisten af op de topconferenties en dus moesten die ook 'nieuws' produceren. De 'sherpa's' van de betrokken presidenten en premiers moesten daarom in druk overleg tussen de hoofdsteden gezamenlijke verklaringen voorbereiden. De, vaak met geweld gepaarde gaande, betogingen tegen de G8-topconferenties droegen nog bij tot het mediacircus. De G8 ging daardoor lijden onder het syndroom van de overdreven verwachtingen.
Maar er is meer. De wereld is onherkenbaar veranderd sinds de dagen van Giscard. Net zoals de VN-Veiligheidsraad met zijn geprivilegieerde vijf permanente leden, krijgt nu ook de G8 het verwijt niet meer representatief te zijn voor de huidige wereld. Maar net zoals met de Veiligheidsraad het geval is, wordt uitbreiding ervan niet eenvoudig. De Franse president Nicolas Sarkozy stootte zijn Japanse gastheren voor het hoofd met zijn openbare voorstel om vijf nieuwe landen in de club op te nemen, waaronder China en India. China verzet zich met hand en tand tegen toetreding van Japan tot de Veiligheidsraad als permanent lid, zelfs zonder vetorecht. Japan is van de weeromstuit niet geneigd China te onthalen in de enige club waaraan het zelf een speciale status ontleent.
Overigens is er aan de representativiteit van de G8 al een - rafelige - mouw gepast in de vorm van de G5, een informele groep van China, India, Brazilië, Mexico en Zuid-Afrika. Die groep kreeg vorm in 2005, naar aanleiding van de G8-top in Gleneagle. In het kader van 'het proces van Heiligendamm', de Duitse locatie van de vorige G8-top, wordt de groep betrokken bij het werk van de G8.
En daar blijft het niet bij. Er is nu ook een formule van 8+5+3, de 'Mem' (Major Economies Meeting), die, op voorstel van de VS, sinds vorig jaar Australië, Indonesië en Zuid-Korea bij de G8 en G5 betrekt. Dat forum, dat het voordeel heeft ook het grootste moslimland te omvatten, moet een milieuakkoord voorbereiden tegen 2012, wanneer 'Kyoto' afloopt. De leden van dat forum zijn verantwoordelijk voor 80procent van de uitstoot van broeikasgassen.
Men zou natuurlijk de G8 kunnen uitbreiden tot de 'Mem'. Sarkozy wil overigens dat forum nog groter maken door er ook een groot Arabisch land bij te betrekken. Maar dan rijst de vraag: waartoe dienen de Verenigde Naties nog als alle 'belangrijke' landen daarbuiten een soort informele economische en ecologische Veiligheidsraad opzetten? Het is met de G8 als met de Veiligheidsraad. Iedereen is het eens met de diagnose dat ze niet representatief genoeg meer zijn, maar niemand over de remedie.
Mia Doornaert is redactrice buitenland
DS, 09-07-2008