Barst
30th June 2008, 19:10
Verslaafd aan verlies
Toen ik begin 2001 aan een column begon voor het NRC Handelsblad, besloot ik - achteloos, zodat het niet te veel zou opvallen - er een thema in aan te brengen: Nederland. Uitgangspunt: wat zegt, in tijden van globalisering en immigratie, het idee van Nederland ons nog? Hoe vind je, wanneer de traditionele binding met je omgeving wegvalt, een nieuw gevoel van eigenheid? Dat mensen zo'n gevoel nodig hebben, leek me evident, maar in de Nederlandse politiek en in het debat speelde het toen geen rol. Identiteit was een woord dat in die tijd weinig emoties meer opriep. Minderheidsgroepen die in de jaren daarvoor heftig aan hun 'identiteit' gewerkt hadden, leken hun plaats in de samenleving gevonden te hebben. Over nationale identiteit was helemaal geen discussie; je kon hoogstens gezellig speculeren over wat een Nederlands ontwerp - een kast, een stoel - nou zo typisch Nederlands maakte. Ook discussies over nationale identiteit waren tot gezelschapsspel geworden; het eindigde er altijd mee dat een kritische Vlaming ons mocht inwrijven dat Nederlanders heus trotser op zichzelf waren dan ze zelf wilden toegeven - en dat was dan dat.
Een tweede thema dat ik me had voorgenomen, was in die tijd nauwelijks populairder: moraal. Beide thema's waren, politiek gezien, rechtse thema's. Links ontleende een deel van zijn bestaansrecht aan zijn afkeer van alles wat met eng nationalisme en verstikkende christelijke moraal te maken had. Intussen heeft rechts zijn kans gehad: beide thema's, identiteit en moraal, zijn in de afgelopen jaren uitgegroeid tot populistische obsessies. Wat een puinhoop is het geworden! De behoefte aan Hollandse eigenheid stak aanvankelijk voorzichtig de kop op in de vorm van de talloze Leefbarenpartijen. De tragedie van Fortuyn en zijn LPF herhaalt zich op dit moment als een farce door Verdonk en haar Trots op Nederland. Het enige idee van gemeenschap dat aan rechterzijde is ontwikkeld, moet het hebben van een diepgewortelde afkeer van de islam. Een nostalgisch verlangen naar een verzonnen verleden, een paranoïde angst voor anderen die ons hun wil zullen opleggen - veel verder is het sinds 11 september 2001 niet gekomen. Stromingen binnen de islam weerspiegelen die geestelijke armoede: een simplistisch verlangen een nieuwe zuiverheid, angst voor de grote boze wereld, enzovoort.
De kwestie van een gemeenschappelijke moraal werd aan rechterzijde consequent gereduceerd tot een klakkeloos gehamer op de eigen verantwoordelijkheid, wat in werkelijkheid vooral een excuus werd voor hardvochtigheid. In de christelijke politiek wordt moraal vooral weer als een middel tot bevoogding gezien, waardoor men de pleitbezorgers van de absolute vrijheid opnieuw een excuus geeft om nergens serieus over na te denken.
Samenvattend kun je zeggen dat de heropleving van begrippen als identiteit en moraal in Nederland vooral woede en verdriet opgeleverd hebben - en geen nieuw verhaal, geen nieuw vergezicht. Iedere poging om die woede te kalmeren en het verdriet te sussen heeft alleen nog maar meer woede en verdriet opgeroepen.
Het begint een beetje verdacht te worden.
Mensen kunnen verslaafd raken aan hun eigen verdriet. Wie niet met het verlies van een dierbare leert leven, gaat daar onherroepelijk in zwelgen. Dat lijkt me de Hollandse ziekte, een eindeloos zwelgen in het gevoel van verlies. De patiënt wil niet beter worden. Zijn verdriet is zijn houvast.
Bas Heijne is columnist voor het NRC Handelsblad
DS, 30-06-2008
Toen ik begin 2001 aan een column begon voor het NRC Handelsblad, besloot ik - achteloos, zodat het niet te veel zou opvallen - er een thema in aan te brengen: Nederland. Uitgangspunt: wat zegt, in tijden van globalisering en immigratie, het idee van Nederland ons nog? Hoe vind je, wanneer de traditionele binding met je omgeving wegvalt, een nieuw gevoel van eigenheid? Dat mensen zo'n gevoel nodig hebben, leek me evident, maar in de Nederlandse politiek en in het debat speelde het toen geen rol. Identiteit was een woord dat in die tijd weinig emoties meer opriep. Minderheidsgroepen die in de jaren daarvoor heftig aan hun 'identiteit' gewerkt hadden, leken hun plaats in de samenleving gevonden te hebben. Over nationale identiteit was helemaal geen discussie; je kon hoogstens gezellig speculeren over wat een Nederlands ontwerp - een kast, een stoel - nou zo typisch Nederlands maakte. Ook discussies over nationale identiteit waren tot gezelschapsspel geworden; het eindigde er altijd mee dat een kritische Vlaming ons mocht inwrijven dat Nederlanders heus trotser op zichzelf waren dan ze zelf wilden toegeven - en dat was dan dat.
Een tweede thema dat ik me had voorgenomen, was in die tijd nauwelijks populairder: moraal. Beide thema's waren, politiek gezien, rechtse thema's. Links ontleende een deel van zijn bestaansrecht aan zijn afkeer van alles wat met eng nationalisme en verstikkende christelijke moraal te maken had. Intussen heeft rechts zijn kans gehad: beide thema's, identiteit en moraal, zijn in de afgelopen jaren uitgegroeid tot populistische obsessies. Wat een puinhoop is het geworden! De behoefte aan Hollandse eigenheid stak aanvankelijk voorzichtig de kop op in de vorm van de talloze Leefbarenpartijen. De tragedie van Fortuyn en zijn LPF herhaalt zich op dit moment als een farce door Verdonk en haar Trots op Nederland. Het enige idee van gemeenschap dat aan rechterzijde is ontwikkeld, moet het hebben van een diepgewortelde afkeer van de islam. Een nostalgisch verlangen naar een verzonnen verleden, een paranoïde angst voor anderen die ons hun wil zullen opleggen - veel verder is het sinds 11 september 2001 niet gekomen. Stromingen binnen de islam weerspiegelen die geestelijke armoede: een simplistisch verlangen een nieuwe zuiverheid, angst voor de grote boze wereld, enzovoort.
De kwestie van een gemeenschappelijke moraal werd aan rechterzijde consequent gereduceerd tot een klakkeloos gehamer op de eigen verantwoordelijkheid, wat in werkelijkheid vooral een excuus werd voor hardvochtigheid. In de christelijke politiek wordt moraal vooral weer als een middel tot bevoogding gezien, waardoor men de pleitbezorgers van de absolute vrijheid opnieuw een excuus geeft om nergens serieus over na te denken.
Samenvattend kun je zeggen dat de heropleving van begrippen als identiteit en moraal in Nederland vooral woede en verdriet opgeleverd hebben - en geen nieuw verhaal, geen nieuw vergezicht. Iedere poging om die woede te kalmeren en het verdriet te sussen heeft alleen nog maar meer woede en verdriet opgeroepen.
Het begint een beetje verdacht te worden.
Mensen kunnen verslaafd raken aan hun eigen verdriet. Wie niet met het verlies van een dierbare leert leven, gaat daar onherroepelijk in zwelgen. Dat lijkt me de Hollandse ziekte, een eindeloos zwelgen in het gevoel van verlies. De patiënt wil niet beter worden. Zijn verdriet is zijn houvast.
Bas Heijne is columnist voor het NRC Handelsblad
DS, 30-06-2008