Barst
20th June 2008, 00:00
Opening niet onderschatten
Als je in dit verhitte communautaire klimaat in Franstalig België de lachers op je hand wil krijgen, moet je zeggen: Le confédéralisme, c'est le fédéralisme des cons. Alleen onnozelaars zien niet dat het slechts een opstapje naar en een maskerade voor separatisme is. Zo was het tot nog toe. Gisteren veranderde dat plots omdat Philippe Moureaux in Le Soir plompverloren het taboe doorbrak.
Moureaux is tot nader order vice-voorzitter van de PS. Hij behoort dan wel niet meer tot het carré dat de partij bestuurt, maar hij is nog steeds een kracht om rekening mee te houden. Enkele weken geleden was hij de enige die het aandurfde om het personeelsbeleid van voorzitter Elio Di Rupo aan de kaak te stellen. Het gevolg was dat staatssecretaris Frédéric Laloux zijn rechtmatige plaats in de anonimiteit weer kon innemen. In de Brusselse federatie, een afdeling in crisis weliswaar, valt hij niet te passeren. En als specialist in communautaire onderhandelingen heeft hij meer kilometers op de teller dan gelijk wie.
Die Moureaux zegt nu: we moeten met de Vlamingen over confederalisme spreken als we nog iets van België willen overhouden. 'Laten we onderhandelen over een nieuw België.' Helemaal van harte is het natuurlijk niet. De analyse van Moureaux is dat de Vlaamse staat in wording is en dat het been stijf houden alleen het moment vervroegt waarop dat Vlaanderen zijn eigen weg gaat.
Moureaux stelt onomwonden dat het in de huidige omstandigheden verstandiger is met de Vlamingen een deal te maken over een verregaande splitsing van bevoegdheden, op voorwaarde dat er aan de geldstromen niet wordt geraakt. Want het alternatief is nog erger. Dat is gewiekst en mercantiel. Maar het is een opening die niet mag worden onderschat. Het steriele Franstalige afwijzingsfront wordt niet elke dag op zulke spectaculaire wijze doorbroken.
Vanzelfsprekend geeft Moureaux niet alle Franstalige stellingen op. Voor Brussel en BHV legt hij de lat nog steeds zeer hoog, al vraagt hij begrip voor de Vlaamse vrees voor de Brusselse olievlek. Het belang van zijn uitspraken is dat zich de contouren beginnen af te tekenen van een herstichting van België. Gelijk welk compromis tussen Noord en Zuid in dit land heeft slechts kans op slagen als de contracterende partijen het gevoel kunnen hebben dat ze iets historisch tot stand brengen. Alleen in die context kunnen oude symbolische tegenstellingen in een nieuw licht worden geplaatst.
Die opdracht is na een jaar gepriegel moeilijker dan ooit. Om de onderhandelaars boven het moeras te laten uitstijgen, is haast een mirakel nodig. De mentale uitputting waaraan ze allen lijden kan hen misschien motiveren. Moureaux wijst de weg. Het is nu aan anderen om de vrees voor het label 'verrader' te weerstaan en met even ambitieuze voorstellen te komen.
DS, 19-06-2008 (Bart Sturtewagen)
Als je in dit verhitte communautaire klimaat in Franstalig België de lachers op je hand wil krijgen, moet je zeggen: Le confédéralisme, c'est le fédéralisme des cons. Alleen onnozelaars zien niet dat het slechts een opstapje naar en een maskerade voor separatisme is. Zo was het tot nog toe. Gisteren veranderde dat plots omdat Philippe Moureaux in Le Soir plompverloren het taboe doorbrak.
Moureaux is tot nader order vice-voorzitter van de PS. Hij behoort dan wel niet meer tot het carré dat de partij bestuurt, maar hij is nog steeds een kracht om rekening mee te houden. Enkele weken geleden was hij de enige die het aandurfde om het personeelsbeleid van voorzitter Elio Di Rupo aan de kaak te stellen. Het gevolg was dat staatssecretaris Frédéric Laloux zijn rechtmatige plaats in de anonimiteit weer kon innemen. In de Brusselse federatie, een afdeling in crisis weliswaar, valt hij niet te passeren. En als specialist in communautaire onderhandelingen heeft hij meer kilometers op de teller dan gelijk wie.
Die Moureaux zegt nu: we moeten met de Vlamingen over confederalisme spreken als we nog iets van België willen overhouden. 'Laten we onderhandelen over een nieuw België.' Helemaal van harte is het natuurlijk niet. De analyse van Moureaux is dat de Vlaamse staat in wording is en dat het been stijf houden alleen het moment vervroegt waarop dat Vlaanderen zijn eigen weg gaat.
Moureaux stelt onomwonden dat het in de huidige omstandigheden verstandiger is met de Vlamingen een deal te maken over een verregaande splitsing van bevoegdheden, op voorwaarde dat er aan de geldstromen niet wordt geraakt. Want het alternatief is nog erger. Dat is gewiekst en mercantiel. Maar het is een opening die niet mag worden onderschat. Het steriele Franstalige afwijzingsfront wordt niet elke dag op zulke spectaculaire wijze doorbroken.
Vanzelfsprekend geeft Moureaux niet alle Franstalige stellingen op. Voor Brussel en BHV legt hij de lat nog steeds zeer hoog, al vraagt hij begrip voor de Vlaamse vrees voor de Brusselse olievlek. Het belang van zijn uitspraken is dat zich de contouren beginnen af te tekenen van een herstichting van België. Gelijk welk compromis tussen Noord en Zuid in dit land heeft slechts kans op slagen als de contracterende partijen het gevoel kunnen hebben dat ze iets historisch tot stand brengen. Alleen in die context kunnen oude symbolische tegenstellingen in een nieuw licht worden geplaatst.
Die opdracht is na een jaar gepriegel moeilijker dan ooit. Om de onderhandelaars boven het moeras te laten uitstijgen, is haast een mirakel nodig. De mentale uitputting waaraan ze allen lijden kan hen misschien motiveren. Moureaux wijst de weg. Het is nu aan anderen om de vrees voor het label 'verrader' te weerstaan en met even ambitieuze voorstellen te komen.
DS, 19-06-2008 (Bart Sturtewagen)