PDA

Bekijk de volledige versie : Bush in peiling 11% voor...


Barst
4th September 2004, 11:01
ANALYSE. Waarom Bush herkozen wordt: "Het is het terrorisme, stupid!"


Waarschuwing: laat niemand, absoluut niemand u wijsmaken dat hij of zij weet wie de volgende president van de Verenigde Staten wordt. Elke voorspelling is voorbarig, ook de peiling van Time van 03/09 waarin Bush op Kerry een voorsprong krijgt van 11%, de hoogste score in maanden. Maar ook los van deze peiling valt te 'voorspellen' dat George W. Bush zal worden herkozen...


DE voornaamste vaststelling van deze campagne is dat de Amerikaanse publieke opinie muurvast zit. John Kerry kreeg niet eens de gebruikelijke opkikker van zijn partijconventie eind juli en de kans is groot dat ook de Republikeinse conventie, die gisteravond in New York werd afgesloten, de peilingen onberoerd laat. Al maanden rijden Bush en zijn Democratische uitdager John Kerry in de peilingen op een achtbaan. Nu eens ligt de ene licht voor, dan de andere, en vaak blijven de schommelingen binnen de foutenmarge van de peiling. In de meest recente enquêtes heeft de president weer een kleine voorsprong.

Deze verkiezingen zijn hoogst ongewoon. Normaal begint de campagne na Labor Day, de eerste maandag van september. Nu is ze al maanden bezig. De kiezers zijn ook veel vroeger aandacht gaan besteden aan de kandidaten. En ze hebben aanzienlijk sneller hun keuze gemaakt. Slechts twee procent zou nog niet hebben beslist, maar die mensen doen wellicht ook niet de moeite om te gaan stemmen.

Het kiezerskorps is vrijwel in twee gelijke delen verdeeld, net als in 2000. Zoals de hele wereld sinds vier jaar weet, wordt een Amerikaanse president niet rechtstreeks door de kiezers aangewezen, maar door het Kiescollege, waarin iedere deelstaat is vertegenwoordigd in verhouding tot zijn bevolkingsaantal. De Democraat Al Gore kreeg in 2000 meer stemmen van de kiezers, maar Bush had er - nadat het Hooggerechtshof hem de stemmen van Florida had toegekend - vier meer in het Kiescollege.

Veranderingen in het Kiescollege vormen een eerste argument om Bush tot winnaar uit te roepen. Om de tien jaar moet, op basis van de volkstelling, het aantal zetels in het Huis van Afgevaardigden worden herverdeeld over de vijftig deelstaten. De volkstelling van 2000 legde een migratie bloot van staten die vier jaar geleden voor Gore stemden naar staten die toen voor Bush stemden. Dat betekent dat als iedereen deze winter stemt zoals in 2000, Bush in het Kiescollege geen meerderheid van vier stemmen zal hebben, maar van achttien.

Beide kandidaten staan stevig in hun schoenen in hun staten. Volgens cijfers die het peilingbureau Gallup gisteren publiceerde, laat Bush Kerry twintig procentpunt achter zich in de staten waar hij in 2000 met ruime meerderheid won en ligt Kerry met 16 punten voor in de Democratische staten.

In 16 staten was het verschil tussen beide kandidaten vier jaar geleden vijf procent of minder (en in nog eens twee staten bedroeg het zes procent). Het is in die staten - battleground, swing of showdown states genoemd - dat de verkiezingen dit jaar worden uitgevochten. Gallup berekende dat Bush (48 procent) en Kerry (47 procent) in die staten maar een procentpunt uit elkaar liggen bij de likely voters, de mensen die vrijwel zeker gaan stemmen. De minste verschuiving van stemmen in een van die staten zal de strijd dus beslechten.

Deze cijfers maken van voorspellingen een hachelijke bezigheid. Niemand weet immers welke zorgen de kiezers op 2 november mee in het stemhokje zullen nemen. En vooral: niemand kan voorzien wat er de komende acht weken zal gebeuren. Een terreuraanslag? Wordt Osama bin Laden gevat? Crasht de beurs?

Op dit ogenblik - en dat is weer een argument voor de stelling dat Bush de winnaar wordt - lijkt terrorisme de grootste bekommernis van de Amerikanen. Sinds 1972, aan het einde van de Vietnamoorlog, is het niet meer voorgekomen dat meer kiezers bekommerd zijn om het buitenlands beleid dan om de economie. En dat speelt in de kaart van de president. De kiezers vinden hem het best geschikt om hen te beschermen. Ze vinden hem ,,de sterkste en krachtdadigste leider'' met een voorsprong van twintig procentpunt.

De mening van de Amerikanen over de oorlog in Irak schommelt nogal, maar volgens de meest recente Gallup-cijfers staat een meerderheid achter de invasie. Bovendien vinden meer kiezers de president beter geschikt dan Kerry om het werk in Irak af te maken. De economie is dan weer veiliger in Kerry's handen. Dat vinden de kiezers al maanden. In 1992 won Bill Clinton van vader Bush, de winnaar van de Irak-oorlog, omdat hij besefte dat de verkiezingen niet draaiden om het buitenlands beleid. In zijn hoofdkwartier hing een banier met het opschrift: It's the economy, stupid. Maar in 2004 is de economie, zoals gezegd, niet de grootste zorg van de kiezer. Momenteel niet, maar alles kan nog gaan schuiven.

Slechts 44 procent van de Amerikanen is tevreden over de gang van zaken in het land. Dat hoeft volgens Gallup echter niet in het nadeel van Bush te spelen. Een week voor de verkiezingen van 1996 was slechts 39 procent tevreden en toch won Bill Clinton. Zolang de kiezers niet vinden dat de president verantwoordelijk is voor de problemen, is er niets aan de hand.

Een betere indicator is de score van de president voor de manier waarop hij zijn werk doet. Ook die appreciatie schommelt slechts licht. Volgens de jongste Gallup-peiling geven iets meer kiezers de president een voldoende (49 procent) dan een onvoldoende (47 procent), terwijl dat in mei nog net omgekeerd was. En nogmaals: niets is in lood gegoten. Maar echt goed ziet het er voor Kerry momenteel niet uit.

Evita Neefs leidt de redactie Buitenland. Elke dag beantwoordt de redactie een actuele vraag.


03/09/2004 Evita Neefs

©Copyright De Standaard