Barst
5th June 2008, 21:36
We zijn daar niet voor, maar...
>VVI-advies genuanceerder dan gedacht >Pastoraal overweegt op 'leer van de kerk' >Geen ethisch oordeel op grond van één waarde.
'Abortus om medische afwijking kan niet', schreef De Morgen gisteren. Dat was hun samenvatting van de tekst van 16 pagina's waarin de koepel van die ziekenhuizen (VVI) vooral zegt wanneer het wél kan. Artsen en verpleegkundigen die de tekst al lazen, zeggen dat 'het VVI-advies, dat dit keer de pastorale in plaats van de leerstellige benadering laat overwegen, manifest verkeerd begrepen of uitgelegd is'.
Wie de tekst helemaal leest, kan niet anders dan vaststellen dat hij ten gronde alleen maar radicaal afwijst dat bij een voorspelde medische afwijking, abortus wordt toegepast zonder dat er tijd besteed is aan een ernstige ethische afweging. Met andere woorden: we zijn er niet voor, maar het kan wel in bepaalde omstandigheden; en die omstandigheden blijken niet zo zeldzaam te zijn.
Het gaat eigenlijk om twee adviezen. De eerste tekst gaat over het omgaan met de diagnostische tests, en zou evengoed door een niet-christelijke organisatie kunnen geschreven zijn.
De tweede tekst gaat over zwangerschapsafbreking als een test een afwijking voorspelt. Hij begint met een paragraaf over zwangerschapsafbreking zonder medische reden. Dat wordt afgewezen. Dan volgen 16 pagina's over de overwegingen die moeten spelen als abortus zich wel opdringt om medische redenen. Eén paragraaf beschrijft zelfs hoe afscheid kan genomen worden van een geaborteerde foetus.
De tekst wijst 'totale autonomie' van de ouders af. Dat kan niet de enige waarde zijn die in het spel is, luidt het. Maar meteen volgt de uitspraak dat eigenlijk elk ethisch oordeel dat stoelt op één waarde fout zit. 'A priori kiezen voor één van de betrokken waarden (bijvoorbeeld eerbied voor het leven, respect voor de autonomie van de vrouw/ouders) is daarom een ethisch onverantwoord uitgangspunt.'
De tekst beklemtoont het 'respect voor het ongeboren leven', maar voegt eraan toe: 'Tegelijk moeten we erkennen dat naast het respect voor het ongeboren leven, nog andere waarden relevant zijn.'
'Uitgaande van haar christelijke basisinspiratie kiest de commissie prioritair voor oplossingen waarbij zwangerschapsafbreking kan worden vermeden. (...) Wanneer ouders in overleg met artsen en andere hulpverleners toch kiezen voor een zwangerschapsafbreking, omdat zij na een gewetensvolle afweging oordelen dat dit het meest menswaardige is dat haalbaar is in deze situatie, dan moet met deze gewetenskeuze zorgvuldig worden omgegaan. Van mensen kan niet zomaar heroïek worden gevraagd om iets te doen wat hun draagkracht te boven gaat.
Het VVI gaat in deze tekst nauwelijks nog uit van de traditionele theoretische leer van de kerk ('het mag niet') maar geeft handzame regels die vooral aansturen op grondige afweging.
Alleen op het eind van de tekst wordt nog een paragraaf afgedrukt die leerstellig klinkt: zwangerschapsafbreking bij voorspelde aangeboren afwijkingen 'kan enkel worden gelegitimeerd als een uitzonderlijke weloverwogen handeling die enkel kan worden gesteld in geval van zware medische redenen en op basis van een grondige gewetensafweging in het licht van de keuze voor het meest menselijk mogelijke.'
Piet Hinoul, voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, zegt dat de tests een grote vooruitgang inhouden en in een aantal gevallen duidelijk maken dat er onbetwiste medische redenen zijn om een zwangerschap af te breken. Maar heel vaak is de toestand niet wit of zwart, maar grijs, en variërend van donkergrijs tot zeer lichtgrijs. Een ethisch advies, van het VVI of van een andere instantie, helpt om daarover weloverwogen oordelen te vellen, zegt hij.
Tests laten immers ook niet toe de ernst van de aandoening te voorspellen. Sommige mensen kunnen perfect leven met het syndroom van Down en kunnen zelfs schitteren in tv-programma's; bij anderen takelt dit syndroom de waarde van het leven aanzienlijk af.
De opvattingen verschuiven ook. Mensen dromen almaar meer van een perfect kind, terwijl dat niet bestaat. Sommigen staan meteen met een dagvaarding klaar als 'de gynaecoloog geen perfect kind aflevert, zoals zij gevraagd en gehoopt hadden', zegt dr. Hinoul. 'Alsof wij die zomaar te leveren hebben!'
De draagkracht van ouders tegenover een handicap verschilt ook sterk, en hangt mede af van de mate waarin ze steun genieten van hun omgeving.
Een onderzoek in de provincie Antwerpen (DS 19 maart 2008) leert dat in de periode 1989-2006 gemiddeld 2,5 procent kinderen met een afwijking werd geboren: 6.559 op 238.213. Een kwart van die afwijkingen was vooraf opgemerkt. Een op drie van de opgemerkte gevallen eindigde in een abortus, het meest bij zware aandoeningen: 3 op de 3 opgemerkte Siamese tweelingen werden geaborteerd; 85 procent van de kinderen die zonder hersenen zouden geboren worden, 40 procent van de gevallen waarin het syndroom van Down voorspeld werd, en 7 procent bij een gebrek aan de bovenste of onderste ledematen.
Guy Tegenbos is redacteur Wetstraat
DS, 05-06-2008
>VVI-advies genuanceerder dan gedacht >Pastoraal overweegt op 'leer van de kerk' >Geen ethisch oordeel op grond van één waarde.
'Abortus om medische afwijking kan niet', schreef De Morgen gisteren. Dat was hun samenvatting van de tekst van 16 pagina's waarin de koepel van die ziekenhuizen (VVI) vooral zegt wanneer het wél kan. Artsen en verpleegkundigen die de tekst al lazen, zeggen dat 'het VVI-advies, dat dit keer de pastorale in plaats van de leerstellige benadering laat overwegen, manifest verkeerd begrepen of uitgelegd is'.
Wie de tekst helemaal leest, kan niet anders dan vaststellen dat hij ten gronde alleen maar radicaal afwijst dat bij een voorspelde medische afwijking, abortus wordt toegepast zonder dat er tijd besteed is aan een ernstige ethische afweging. Met andere woorden: we zijn er niet voor, maar het kan wel in bepaalde omstandigheden; en die omstandigheden blijken niet zo zeldzaam te zijn.
Het gaat eigenlijk om twee adviezen. De eerste tekst gaat over het omgaan met de diagnostische tests, en zou evengoed door een niet-christelijke organisatie kunnen geschreven zijn.
De tweede tekst gaat over zwangerschapsafbreking als een test een afwijking voorspelt. Hij begint met een paragraaf over zwangerschapsafbreking zonder medische reden. Dat wordt afgewezen. Dan volgen 16 pagina's over de overwegingen die moeten spelen als abortus zich wel opdringt om medische redenen. Eén paragraaf beschrijft zelfs hoe afscheid kan genomen worden van een geaborteerde foetus.
De tekst wijst 'totale autonomie' van de ouders af. Dat kan niet de enige waarde zijn die in het spel is, luidt het. Maar meteen volgt de uitspraak dat eigenlijk elk ethisch oordeel dat stoelt op één waarde fout zit. 'A priori kiezen voor één van de betrokken waarden (bijvoorbeeld eerbied voor het leven, respect voor de autonomie van de vrouw/ouders) is daarom een ethisch onverantwoord uitgangspunt.'
De tekst beklemtoont het 'respect voor het ongeboren leven', maar voegt eraan toe: 'Tegelijk moeten we erkennen dat naast het respect voor het ongeboren leven, nog andere waarden relevant zijn.'
'Uitgaande van haar christelijke basisinspiratie kiest de commissie prioritair voor oplossingen waarbij zwangerschapsafbreking kan worden vermeden. (...) Wanneer ouders in overleg met artsen en andere hulpverleners toch kiezen voor een zwangerschapsafbreking, omdat zij na een gewetensvolle afweging oordelen dat dit het meest menswaardige is dat haalbaar is in deze situatie, dan moet met deze gewetenskeuze zorgvuldig worden omgegaan. Van mensen kan niet zomaar heroïek worden gevraagd om iets te doen wat hun draagkracht te boven gaat.
Het VVI gaat in deze tekst nauwelijks nog uit van de traditionele theoretische leer van de kerk ('het mag niet') maar geeft handzame regels die vooral aansturen op grondige afweging.
Alleen op het eind van de tekst wordt nog een paragraaf afgedrukt die leerstellig klinkt: zwangerschapsafbreking bij voorspelde aangeboren afwijkingen 'kan enkel worden gelegitimeerd als een uitzonderlijke weloverwogen handeling die enkel kan worden gesteld in geval van zware medische redenen en op basis van een grondige gewetensafweging in het licht van de keuze voor het meest menselijk mogelijke.'
Piet Hinoul, voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, zegt dat de tests een grote vooruitgang inhouden en in een aantal gevallen duidelijk maken dat er onbetwiste medische redenen zijn om een zwangerschap af te breken. Maar heel vaak is de toestand niet wit of zwart, maar grijs, en variërend van donkergrijs tot zeer lichtgrijs. Een ethisch advies, van het VVI of van een andere instantie, helpt om daarover weloverwogen oordelen te vellen, zegt hij.
Tests laten immers ook niet toe de ernst van de aandoening te voorspellen. Sommige mensen kunnen perfect leven met het syndroom van Down en kunnen zelfs schitteren in tv-programma's; bij anderen takelt dit syndroom de waarde van het leven aanzienlijk af.
De opvattingen verschuiven ook. Mensen dromen almaar meer van een perfect kind, terwijl dat niet bestaat. Sommigen staan meteen met een dagvaarding klaar als 'de gynaecoloog geen perfect kind aflevert, zoals zij gevraagd en gehoopt hadden', zegt dr. Hinoul. 'Alsof wij die zomaar te leveren hebben!'
De draagkracht van ouders tegenover een handicap verschilt ook sterk, en hangt mede af van de mate waarin ze steun genieten van hun omgeving.
Een onderzoek in de provincie Antwerpen (DS 19 maart 2008) leert dat in de periode 1989-2006 gemiddeld 2,5 procent kinderen met een afwijking werd geboren: 6.559 op 238.213. Een kwart van die afwijkingen was vooraf opgemerkt. Een op drie van de opgemerkte gevallen eindigde in een abortus, het meest bij zware aandoeningen: 3 op de 3 opgemerkte Siamese tweelingen werden geaborteerd; 85 procent van de kinderen die zonder hersenen zouden geboren worden, 40 procent van de gevallen waarin het syndroom van Down voorspeld werd, en 7 procent bij een gebrek aan de bovenste of onderste ledematen.
Guy Tegenbos is redacteur Wetstraat
DS, 05-06-2008