PDA

Bekijk de volledige versie : Vechten voor brood


Barst
31st May 2008, 20:44
Vechten voor brood - Honger zaait onrust in Egypte


De Egyptische president Hosni Moebarak regeert zijn land met ijzeren hand. Maar de sociale onrust die de voedselcrisis veroorzaakt, ondermijnt zijn regime en is koren op de molen van zijn tegenstanders.


Hoda al-Latif en haar zoon hebben het lang kunnen rooien dankzij de steun van vrienden en buren. Sympathisanten betaalden de huur van hun piepkleine flat in het vervallen oosten van Caïro. Als ze bij de slager kwamen, namen ze altijd wat mee voor de berooide weduwe en haar zoon. Ahmed is 25 en mentaal gehandicapt. Hij verkoopt koekjes in een kraampje langs de weg en zijn klanten schoven hem vaak een extraatje toe. Zo konden Hoda en Ahmed de eindjes aan mekaar knopen. Ze konden af en toe zelfs nog andere mensen helpen.

Maar dat is verleden tijd. De buren kunnen amper hun eigen gezin te eten geven, er komt zelden nog vlees op tafel. Ahmeds klanten blijven weg en zelfs hun huisbazin zegt dat er 's avonds nog maar weinig van eten in huis komt. In Egypte sterft niemand van de honger, zo luidt een plaatselijk gezegde. Maar veel mensen die vroeger nooit echt wakker lagen van de voedselprijzen beginnen nu honger te lijden. Door de stijgende olie- en graanprijzen worden ook basisproducten zoals rijst en pasta duurder. Dat heeft op zijn beurt geleid tot een grotere vraag naar zwaar gesubsidieerde producten, zoals het spotgoedkope brood. Niet alleen de armere helft van de bevolking, die het moet stellen met minder dan een dollar per dag, maar ook de mensen die het wat beter hebben, raken stilaan in de problemen.

De stijgende vraag naar het goedkope, maar weinig voedzame brood viel samen met een scherpe stijging van de tarweprijs. De staat neemt 96 procent van de productiekosten van het brood op zich en kon de gestegen vraag amper bijhouden. Het broodtekort leidde tot een golf van woede tegen de zogenaamde onbekwaamheid, onverschilligheid en onbetrouwbaarheid van de staat.

De pogingen van de overheid om het systeem van gesubsidieerd voedsel voor de armen te hervormen, maken de crisis compleet. Het systeem neemt een grotere hap uit het nationale budget dan de gezondheidszorg en het onderwijs. Bovendien probeert Egypte de export op te drijven en buitenlandse investeerders aan te trekken. Daarbij moeten basisproducten zoals tarwe wijken voor fruit dat bestemd is voor de Europese warenhuizen.

De grootste tegenstanders van president Hosni Moebarak voorspellen dat de crisis hem ten val zal brengen. Maar ze zijn er niet in geslaagd de volkswoede om te buigen tot massaal protest tegen zijn beleid. De angst voor het regime - èn voor wat ervoor in de plaats kan komen - is te groot.


Hartaanval

Het avondeten van Hoda en Ahmed bestond uit een bord gebakken aardappelen. 's Middags hebben ze falafel en bonen gegeten. Voor de volgende maaltijd wil Hoda kruiden en een pakje kippenbouillon aan de kook brengen. 'Ik eet niet veel. Dit is heel slecht voor me. Ik heb maar één nier en ik heb leverproblemen. Daarom moet ik goed eten, maar we hebben gewoon niet genoeg', zegt ze. Op wat preistengels, erwten, twee uien en twee citroenen na is haar koelkast leeg. Het brood ligt op het bed uitgespreid.

De wijk Al-Marg in Caïro lijkt in niets op de statige appartementenwijk in het centrum van de stad. Het blok van Hoda en haar zoon is drie hoog. De flats zijn piepklein en spartaans bemeubeld. De al-Latifs wonen op de tweede verdieping. Onder hen woont Zaid Abdullah, de bejaarde huisbazin. Ook zij heeft minder te eten. Zij moet het doen met de twintig euro huur die de twee andere flats opbrengen en met wat haar drie volwassen kleinkinderen, die bij haar inwonen, af en toe verdienen.

Het gezin op de hoogste verdieping heeft meer geluk. Fatima's man rijdt met een bus voor het ministerie van Onderwijs. Hij verdient zo'n 45 euro per maand. Fatima's gezin was zich stilaan aan het opwerken. Ze heeft een dochter die aan de universiteit studeert, en haar andere dochter gaat er binnenkort ook naartoe. Het schoolgeld betalen ze zelf.

'We hebben altijd veel geld uitgegeven aan voedsel, maar er bleef nog genoeg over voor het schoolgeld. Nu gaat alles wat we hebben naar het eten en de huur. We kopen nu een halve kilo in plaats van een hele kilo vlees. Fruit hebben we van het menu geschrapt. Wat vroeger voor één maaltijd diende, verdelen we nu over twee maaltijden. Zo slagen we erin om de eindjes aan mekaar te knopen, maar er blijft niets over voor extraatjes.'

Als we haar vragen wie daarvoor verantwoordelijk is, antwoordt ze ontwijkend: 'Dat weet je zelf ook wel.'

Zo'n 55 miljoen Egyptenaren, twee derde van de bevolking, eten gesubsidieerd brood. Door de gestegen vraag, het tekort aan tarwe en het feit dat de bakkers niet meer kunnen volgen, ontstond er een tekort. De mensen stonden al om drie uur 's ochtends in de rij. Dat leidde tot frustraties en een paar keer ook tot geweld. In februari werd een man neergeschoten toen het tot een discussie kwam over wie eerst aan de beurt was. Voor een andere bakkerij werd een vrouw neergestoken. De Egyptische pers had het over mensen die stierven aan een hartaanval terwijl ze in de hitte stonden te wachten.

Bovendien hadden ook landbouwers het op het brood gemunt toen ze tot het besef kwamen dat het goedkope brood minder kostte dan het dierenvoer dat door de stijgende graanprijzen fors duurder was geworden.

De crisis greep steeds verder om zich heen en Moebarak schakelde het leger en de politie in om brood te bakken. Samen zijn ze goed voor 2,5 miljoen broden per dag. Dat is amper één procent van de dagelijkse behoefte. Maar het gaf de bevolking in elk geval de indruk dat de overheid zich om hen bekommerde.

Moebarak sprak zijn buitenlandse valuta aan om tarwe te kopen op de internationale markten. Dit jaar is al de helft meer ingevoerd dan in heel 2007. De overheid heeft ook een derde meer tarwe laten zaaien en denkt erover om in Sudan goed 800.000 hectare te benutten voor graan.

De wachtrijen voor brood zijn uitgedund, maar de prijs van andere producten blijft hoog.


Toenemend verzet

'De mensen zijn razend en klagen', zegt al-Latif. 'Maar je moet uitkijken. Sommigen worden opgepakt omdat ze hun beklag hebben gedaan. Ze worden geblinddoekt en meegenomen. Je verdwijnt achter de zon, zoals we hier zeggen. De mensen zijn boos, maar ook bang.'

De oppositie probeerde munt te slaan uit de voedselcrisis. Ze riep de mensen op om het werk neer te leggen en protestmarsen te houden in Caïro.

Moebarak probeerde de situatie te ontmijnen. Alle werknemers in de openbare sector kunnen vanaf juli rekenen op een loonsverhoging van dertig procent. Dat heeft een groot deel van de morrende bevolking even kunnen sussen. Maar enkele dagen na het einde van de protesten kondigde de overheid aan dat de prijzen van verschillende producten met 35 procent zouden stijgen. De mensen voelden zich beetgenomen.

Veel Egyptenaren zijn bang om in het openbaar kritiek te uiten op de regering, maar het verzet wordt steeds groter. Het Moslimbroederschap ligt op de loer. De voedselcrisis had de roep van de verboden islamitische partij om vrije verkiezingen kracht moeten bijzetten. Maar ze is er niet in geslaagd munt te slaan uit de crisis, of heeft dat niet gewild. Dat heeft velen ontgoocheld.

'Onze aanpak bestaat erin de mensen te vertellen dat dit een ingewikkelde zaak is, dat het veeleer een politieke dan een economische crisis is, en dat ze geduld moeten oefenen', zei Essam El-Erian, een van de leiders van de groep.

Wie kan dan wel druk uitoefenen op de overheid? 'Alleen het leger heeft macht. Er zit een staatsgreep aan te komen. De toekomst is in gevaar, maar op dit moment zie ik niet meteen iemand anders die iets aan de toestand zou kunnen doen', voegde El-Erian er nog aan toe.


DS, 31-05-2008 ( © The Guardian (Chris McGreal))