PDA

Bekijk de volledige versie : Chinezen in Chengdu mogen nieuw kindje maken


Barst
27th May 2008, 13:55
Chinezen in Chengdu mogen nieuw kindje maken


BRUSSEL (AP, DS) - Ouders die door de aardbeving in China hun enige kind hebben verloren, of paren van wie het kind door de aardbeving gehandicapt is geworden, krijgen van de autoriteiten de toestemming een nieuw kind te maken. Sinds de jaren '70 geldt in China een streng geboortebeleid. De toelating om een nieuw kind te maken, geldt enkel voor inwoners van de door de aardbeving zwaar getroffen stad Chengdu en van twee andere steden in de provincie Sichuan. Volgens officiële cijfers is het dodental als gevolg van de aardbeving in China nu opgelopen tot 65.080. Omdat veel scholen zijn ingestort, bevinden zich onder de slachtoffers verhoudingsgewijs veel kinderen. Door de aardbeving en door het strenge geboortebeleid van de Chinese overheid, zijn veel paren op slag kinderloos geworden.

In 1974 voerde China een geboortebeperking in. Paren in de stad mochten voortaan slechts één kind hebben, paren op het platteland twee. China is er naar eigen zeggen in geslaagd in ruim dertig jaar zo'n 400 miljoen geboortes te voorkomen. De Chinese bevolking telt nu goed 1,3 miljard zielen. Een gemiddeld Chinees gezin telt nu 1,8 kinderen, in het begin van de jaren '70 waren dat er nog zes.


DS, 27-05-2008 (dim)

Barst
6th June 2008, 00:57
Woede om al die ingestorte scholen


Compleet ingestorte scholen, omringd door nauwelijks beschadigde gebouwen. Het is een terugkerend tafereel in de door de aardbeving verwoeste Chinese provincie Sichuan. Ouders van omgekomen leerlingen eisen opheldering.


Toen de grond ging schudden, begon Zhou Houqing te rennen. Niet om zichzelf in veiligheid te brengen, maar om bij zijn kinderen te zijn. Die zaten op school. „Ik heb zo’n twee uur gerend”, vertelt Zhou, die aan het werk was toen de aardbeving toesloeg. „Toen ik aankwam, zag ik hun lichamen meteen liggen.”

Zhou verloor zijn 10-jarige dochter en 5-jarig zoontje. Dat hun lichamen zo snel waren geborgen, komt doordat twee officieren van China’s Volksbevrijdingsleger uit het dorp meteen hulp hadden geregeld, aldus de 36-jarige vader. „Overal werden lichamen uit het puin getrokken”, zegt Zhou, een vriendelijke uitdrukking op zijn zongebruinde gezicht, maar leegte in zijn ogen.

Zijn kinderen heeft hij zelf begraven, nabij Ganjiawo, een gehucht in de bergen. „Daar wonen we nu weer”, zucht Zhou, wiens vrouw de beving wel overleefde. „We waren speciaal voor de kinderen aan de voet van de berg gaan wonen, dan konden ze makkelijker naar school. Maar nu ze er niet meer zijn, verhuizen we terug.”

Ouders in het hele rampgebied zijn treurig en radeloos, maar vooral woedend en wantrouwend. Terwijl veel overheidsgebouwen en flats de krachtige aardbeving van 12 mei in de provincie Sichuan doorstonden, stortten opvallend veel schoolgebouwen als een kaartenhuis in elkaar. Volgens officiële cijfers waren het er zo’n 7000, al circuleert ook een aantal van meer dan 13.000.

De beving vond ’s middags plaats, net op het moment dat veel kinderen in de schoolbanken zaten. Ouders claimen dat verouderde gebouwen, slechte bouwstijl en goedkoop bouwmateriaal hun zonen en dochters het leven heeft gekost. Veel scholen voldeden niet aan de bouw- en veiligheidseisen van het moderne China. In sommige gevallen omdat geld ontbrak, maar waarschijnlijk vaker uit verwaarlozing, onverschilligheid of corruptie van lokale overheden en bouwbedrijven.

De twijfelachtige bouwkwaliteit is pijnlijk duidelijk bij de Juyuan middelbare school dichtbij de stad Dujiangyan. Terwijl alle omliggende gebouwen nog overeind staan, is het schoolgebouw een enorme berg stenen. Alleen het trappenhuis is intact: aan de buitenkant ervan hangen schoolborden boven elkaar, die markeren waar ooit de lokalen waren.

In het puin liggen boeken, schriften, schoenen en tassen. Ouders hebben grote cirkels van papieren bloemen ter nagedachtenis aan hun kinderen bij het puin geplaatst. Aan de onderste etage van het trappenhuis hangt een touw met daaraan dertien witte A4’tjes, op ieder papier een Chinees karakter: woorden die de rouw om en herinnering aan de bij de aardbeving omgekomen leraren en schoolkinderen aangeven. Volgens officiële cijfers gaat het om 278 slachtoffers, maar ouders en omstanders schatten het werkelijke aantal op ruim 700.

Vaders en moeders van de leerlingen van de Juyuan school hebben een officieel onderzoek naar de oorzaak van het instorten geëist. Ouders elders in het rampgebied verlangen hetzelfde; overal komen ze in groepjes bij elkaar om petities te overhandigen, gerechtigheid en compensatie te eisen of om hun woede te uiten. Begin deze week werden meer dan honderd protesterende ouders, die bij een gerechtsgebouw in Dujiangyan riepen dat ze een rechtszaak wilden, door de politie weggesleept.

De nationale regering –zenuwachtig bij ieder signaal van sociale onrust– heeft lokale overheden opgeroepen de oorzaak van de verwoestingen van juist de scholen tot op de bodem uit te zoeken. Bedrijven of personen die verantwoordelijkheid dragen, zullen worden gestraft, zo luidt de aankondiging.

Inmiddels is een inspectieteam van het ministerie voor bouwzaken al naar de Juyuan school geweest. Conclusie? Het gebouw zat vol gebreken: een slechte locatie, slechte bouwstructuur, ondermaatse materialen. „Het was te verwachten dat een gebouw als dit in een aardbeving zou instorten. Het zou raar geweest zijn als het dat niet had gedaan”, zei Chen Baosheng van het onderzoeksteam in een Chinese krant.

Datzelfde geldt waarschijnlijk voor duizenden andere scholen in het rampgebied. Overal komt het gesprek al snel op de omgekomen kinderen. „Waarom zijn er zoveel scholen verwoest of beschadigd? Het klopt niet, het klopt niet”, huilt een vrouw op straat in de stad Shifang.

Andere vrouwen proberen haar te troosten. Naast haar vertelt een man, Xu Zhangluo, hoe hij en andere vrijwilligers na de aardbeving op eigen gelegenheid naar een nabijgelegen lagere school reden. Ze waren er voordat professionele reddingswerkers arriveerden.

„We hadden niet veel, hebben met blote handen kinderen uit het puin gegraven”, vertelt Xu, die trilt van emotie. Hij heeft nog steeds pijn aan zijn voeten, die vol blauwe plekken zitten van zijn pogingen ’zoveel mogelijk mensen te redden’. „Maar ik heb maar één kind gered. Negen van de tien kinderen die we uit het puin haalden, waren dood”, zegt hij hoofdschuddend. „Ouders stonden eromheen, bezorgd en huilend. Er was te veel lawaai om eventuele schreeuwen om hulp vanonder het puin duidelijk te horen.”

Gedurende de eerste dagen na de aardbeving stonden vaders en moeders radeloos en wanhopig bij ingestorte schoolgebouwen te wachten op een teken van leven van hun kind. Ook al verstrijken de dagen, en al wordt dus ook de kans op overlevenden steeds kleiner, toch blijven voornamelijk rouwende ouders naar de scholen terugkomen. Zoals Zhu Xiaolan, wier 15-jarige dochter Liu Jinxi leerling was van de Juyuan school.

Een school zou toch eigenlijk een plek moeten zijn ’waar je kind veilig is’, herhaalt de hevig snikkende moeder een paar keer. Terwijl haar dochter les had, gingen de 42-jarige Zhu en haar echtgenoot naar een begrafenis van een familielid in Wenchuan, waar het epicentrum lag. Toen ze net weer in de bus zaten voor de reis van zo’n honderd kilometer terug naar huis, begon de aardbeving. „We zagen een bus die achter ons reed, de afgrond in schuiven”, vertelt Zhu, die uiteindelijk ongedeerd in Dujiangyan aankwam. „We zijn die eerste avond meteen naar de school gegaan om te zoeken. Mijn man heeft nog vijf kinderen gered, maar niet onze eigen dochter.”

De volgende dag vonden soldaten haar lichaam. „We herkenden haar aan de kleren, haar gezicht was totaal verminkt”, huilt Zhu, die een gele bouwvakkershelm draagt uit angst voor naschokken. Ze heeft een pasfoto van haar dochter in haar trillende handen. Naast haar draagt een andere ontroostbare moeder een grote ingelijste foto van haar kind met zich mee. Ze staan in een straat vlakbij de middelbare school. Daar is ook een kleuterschool, die vrijwel onbeschadigd bleef. Op de speelplaats hebben veel door de aardbeving dakloos geworden mensen tijdelijk onderkomen gezocht, onder zeiltjes. Al snel vormt zich een groepje mensen om de twee vrouwen. Nieuwsgierig en aandachtig luisteren ze naar hun verhalen.

„We hadden geen geld, ze had geen mobieltje, geen computer. Ze leerde alles uit boeken. Maar ze was een heel goede leerling”, vervolgt Zhu door haar tranen heen over haar enige kind. Een kind dat uitmunt op school, dat is de ultieme trots van veel Chinese ouders. Ze zien het als garantie voor een goede toekomst, voor hun kind, voor zichzelf. „Ze zei altijd: Mama, maak je geen zorgen, ik ga naar de universiteit en daarna ga ik geld verdienen. Dat zal ons hele leven veranderen”, aldus Zhu. „Maar wat moeten we nu?”

Op Moederdag, de dag vóór de aardbeving, kreeg ze een kadootje van haar dochter. „Iets voor in mijn haar”, zegt Zhu, bijna onverstaanbaar in haar gesnik. Ze durft het niet te dragen. „Alles wat me aan haar herinnert, is nog veel te pijnlijk.”


Aardbeving en éénkindpolitiek

Ouders van wie kinderen zijn gestorven, ernstig gewond zijn geraakt, of gehandicapt werden door de recente aardbeving in China, worden vrijgesteld van de beruchte éénkindpolitiek. Dat heeft de overheid van de zwaargetroffen provincie Sichuan aangekondigd.

Veel van het rampgebied bestaat uit platteland, waar gezinnen –ondanks China’s strikte regels voor geboortebeperking– vaak meerdere kinderen hebben. Het is daar meestal ook toegestaan een tweede kind te hebben als de eerstgeborene een dochter is. In steden is meestal slechts één kind per gezin toegestaan.

Voor extra kinderen betalen ouders normaliter flinke boetes. Als een familie zo’n ’illegaal’ kind in de aardbeving heeft verloren, dan zullen eventueel nog uitstaande boetes worden kwijtgescholden. Maar eerder betaalde boetes worden niet vergoed.

Als een eerstgeborene is omgekomen en het gezin nog een ander, illegaal kind onder de 18 jaar heeft, kunnen de ouders dat als legaal laten registreren. Als een enig kind is overleden, kunnen zij officiele toestemming vragen om nog een kind te nemen. Het is maar de vraag hoe haalbaar dat is: veel moeders zullen te oud zijn om nog kinderen te krijgen en veel vrouwen hebben – al dan niet gedwongen – sterilisatie ondergaan. Vijftigplussers die hun enig kind verloren, krijgen een jaarlijkse bijdrage van zo’n 60 euro, aldus berichten in de media.


Trouw, 06-06-2008 (Babs Verblackt)