Barst
27th May 2008, 04:08
Meer Karel De Guchts nodig
Rien ne va plus, in dit kleine landje. Niet alleen bekvechten we over de taalgrens heen over dossiers als Brussel-Halle-Vilvoorde en over de benoeming van drie burgemeesters die de taalwetten aan hun laars lappen, zelfs als het over het verre Congo gaat, loopt er een diepe scheidingslijn tussen noord en zuid.
Want welk zinnig mens kan nu kritiek hebben op de uitspraken van Karel De Gucht over Congo en zijn corrupte machthebbers? Wie kan erom heen dat de regering van Joseph Kabila nog maar bitter weinig presteerde inzake pakweg gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur? Wie twijfelt aan de bijzonder harde rapporten over de schrijnende toestand van de mensenrechten in Congo? En wie ontkent nog dat het regime de verrijking van wel een heel klein clubje dient en niet de belangen van de brede samenleving?
Geen enkele Congo-kenner zal twijfelen aan deze stellingen. Ze kloppen. Het is dan ook heel terecht dat de Belgische minister van Buitenlandse Zaken de afgelopen dagen herhaalde wat hij vorige maand al in Congo aan Kabila én in het openbaar zei: dat we niet enkel het recht hebben, maar ook de morele plicht om te zeggen wat we denken over Congo, en dat het niet de goede richting uitgaat.
Opmerkelijk toch dat dergelijke verfrissende en heldere analyse, uitgesproken door het hoofd van de Belgische diplomatie, met name in Franstalig België tot zoveel opschudding leidt. In navolging van eerdere oprispingen van de gewezen PS-minister André Flahaut en diens MR-collega Armand De Decker, nam Elio Di Rupo gisteren woorden als 'unilateralisme', 'paternalisme' en 'arrogantie' in de mond.
Ook vanuit diplomatieke kringen zelf klonk kritiek op de grote baas. Hij zou met zijn scherpe woorden cavalier seul spelen, het hoofd van de Congolese staat schofferen en vernederen, extreme krachten in het land los maken. Stille diplomatie, waarbij men de kritiek niet uitspeelt via de pers, zou efficiënter en effectiever zijn.
En toch heeft Karel De Gucht gelijk dat hij, in de klassieke zin van het woord, bijzonder ondiplomatisch zijn stem verheft. Omdat Congo onze voormalige kolonie is? Neen. Omdat we nog een 'meester-slaaf'-relatie hebben, zoals Kabila ons vorige maand verweet? Neen. Omdat België vele tientallen miljoenen ontwikkelingshulp naar Congo stuurt? Neen.
Wél omdat hij zegt waar het op staat. Er bestaat zoiets als het morele recht op inmenging in de interne aangelegenheden van een land. In het oosten van Congo, een land waarvan we de leider volgens sommigen dus niet openlijk mogen bekritiseren, is een nieuwe genocide bezig die dagelijks aan duizenden mensen het leven kost. Hebben we nationaal en internationaal niet meer Karel De Guchts nodig die dit openlijk aan de kaak stellen?
DS, 26-05-2008 (Peter Vandermeersch)
Rien ne va plus, in dit kleine landje. Niet alleen bekvechten we over de taalgrens heen over dossiers als Brussel-Halle-Vilvoorde en over de benoeming van drie burgemeesters die de taalwetten aan hun laars lappen, zelfs als het over het verre Congo gaat, loopt er een diepe scheidingslijn tussen noord en zuid.
Want welk zinnig mens kan nu kritiek hebben op de uitspraken van Karel De Gucht over Congo en zijn corrupte machthebbers? Wie kan erom heen dat de regering van Joseph Kabila nog maar bitter weinig presteerde inzake pakweg gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur? Wie twijfelt aan de bijzonder harde rapporten over de schrijnende toestand van de mensenrechten in Congo? En wie ontkent nog dat het regime de verrijking van wel een heel klein clubje dient en niet de belangen van de brede samenleving?
Geen enkele Congo-kenner zal twijfelen aan deze stellingen. Ze kloppen. Het is dan ook heel terecht dat de Belgische minister van Buitenlandse Zaken de afgelopen dagen herhaalde wat hij vorige maand al in Congo aan Kabila én in het openbaar zei: dat we niet enkel het recht hebben, maar ook de morele plicht om te zeggen wat we denken over Congo, en dat het niet de goede richting uitgaat.
Opmerkelijk toch dat dergelijke verfrissende en heldere analyse, uitgesproken door het hoofd van de Belgische diplomatie, met name in Franstalig België tot zoveel opschudding leidt. In navolging van eerdere oprispingen van de gewezen PS-minister André Flahaut en diens MR-collega Armand De Decker, nam Elio Di Rupo gisteren woorden als 'unilateralisme', 'paternalisme' en 'arrogantie' in de mond.
Ook vanuit diplomatieke kringen zelf klonk kritiek op de grote baas. Hij zou met zijn scherpe woorden cavalier seul spelen, het hoofd van de Congolese staat schofferen en vernederen, extreme krachten in het land los maken. Stille diplomatie, waarbij men de kritiek niet uitspeelt via de pers, zou efficiënter en effectiever zijn.
En toch heeft Karel De Gucht gelijk dat hij, in de klassieke zin van het woord, bijzonder ondiplomatisch zijn stem verheft. Omdat Congo onze voormalige kolonie is? Neen. Omdat we nog een 'meester-slaaf'-relatie hebben, zoals Kabila ons vorige maand verweet? Neen. Omdat België vele tientallen miljoenen ontwikkelingshulp naar Congo stuurt? Neen.
Wél omdat hij zegt waar het op staat. Er bestaat zoiets als het morele recht op inmenging in de interne aangelegenheden van een land. In het oosten van Congo, een land waarvan we de leider volgens sommigen dus niet openlijk mogen bekritiseren, is een nieuwe genocide bezig die dagelijks aan duizenden mensen het leven kost. Hebben we nationaal en internationaal niet meer Karel De Guchts nodig die dit openlijk aan de kaak stellen?
DS, 26-05-2008 (Peter Vandermeersch)