PDA

Bekijk de volledige versie : Inburgeren: nu of nooit?


Barst
15th August 2005, 00:44
Inburgeren / 'Ik hoop dat Nederland nog net op tijd is’


Wat Vartan Abrahamian betreft had Nederland de inburgeringsplicht voor allochtonen al lang moeten invoeren. De 45-jarige Abrahamian, Armeniër van geboorte, zit op de bruinleren bank in zijn huis in Tilburg-West. „Nederlanders kijken steeds negatiever naar buitenlanders en ze hebben gelijk. Een op de tien is misschien normaal. Een heleboel zijn hier dertig jaar en kunnen nog geen brief in het Nederlands lezen.”


Sinds kort doet Abrahamian mee aan een proef van de gemeente Tilburg met het inburgeringsbeleid zoals integratieminister Verdonk dat ongeveer wil invoeren. Nu al zijn nieuwe immigranten verplicht om een inburgeringscursus te doorlopen. Verdonk wil hen straks verplichten een toets te halen. Oók allochtonen die al in Nederland wonen, in het bijzonder werklozen en vrouwen.

Abrahamian bleek een verborgen pareltje. In 1993 kwam hij met zijn vrouw in Nederland. Vervolgens duurde het elf zware jaren voordat hij Nederlandse papieren had. Al die tijd mocht hij geen opleiding volgen of werken. Maar hij probeerde de studies bouwkunde en seismologie die hij in zijn geboorteland volgde toch te gebruiken. Hij leerde zichzelf Nederlands, uit een boekje en door naar taalspelletjes als ’Lingo’ te kijken. Hij deed vrijwilligerswerk en legde contacten met architectenbureaus, waar hij hand- en spandiensten verrichtte. Toen de gemeente hem onlangs ’ontdekte’, werd besloten dat hij geen taalcursus meer nodig heeft. Zijn inburgering bestaat uit het behalen van diploma’s waarmee hij gecertificeerd bouwkundig tekenaar wordt. Abrahamian hoopt zo later de universiteit te kunnen betalen voor zijn zoons van tien en elf.

„Er zijn grote fouten gemaakt in dit land”, vindt Abrahamian. „Er zijn maar mensen binnengelaten, zonder dat er een eis werd gesteld. Die inburgeringsplicht is hard nodig. Het is als met mijn rozen. Als daar schimmel op zit, moet ik die meteen bespuiten. Als ik een week wacht, zijn ze niet meer te redden. Ik hoop dat Nederland nog net op tijd is, anders komen er echt rassenrellen.”

Abrahamian vond het leuk toen hij van de gemeente over de inburgering hoorde. Dat komt ook doordat Tilburg iets bijzonders doet voor potentiële inburgeraars. Medewerkers van de gemeente nodigen de cliënten niet eerst uit voor een gesprek op een kil kantoor, maar gaan bij de mensen thuis langs.

Bij Abrahamian kwam Sharon Peters op bezoek. De medewerkster van sociale zaken zag aan het begin van het inburgeringsproject best tegen de klus op. „Ik dacht: ze willen niet. Maar het is erg meegevallen. Ik kom heel gemotiveerde mensen tegen. We worden overal ontzettend gastvrij ontvangen. De familie komt erbij, we krijgen thee en gebak. En we luisteren naar iemands verhaal. Iemand als Vartan heeft natuurlijk nogal wat meegemaakt.” De methode is arbeidsintensief. „Maar die extra investering in het begin verdient zich later terug”, zegt Peters. Cliënten voelen binding met hun contactpersonen bij de gemeente, denken: ik ga erheen, want zij kwam ook bij mij.

Peters laat een – geanonimiseerd – verslag zien van haar bezoek aan een van oorsprong Soedanese dame. Via Egypte en Rusland is die in 1995 naar Nederland gekomen als politiek vluchtelinge. Inmiddels is ze 33. Ze heeft psychische problemen en is zwanger van een man met wie ze geen contact meer heeft. Hij sloeg haar. Maar nu is ze met hulp van vrienden een flatje in Tilburg aan het opknappen, ze verheugt zich op de toekomst met haar kind en ze wil erg graag de taal leren. In Soedan heeft ze secretarieel en boekhoudkundig werk gedaan en is ze verkoopster geweest in ’de Soedanese V&D’. „Kwetsbaar, maar vastberaden om iets op te bouwen”, noteert Peters in haar verslag.

Soms vindt Peters het moeilijk om optimistisch te blijven, vooral ten aanzien van Turkse en Marokkaanse vrouwen die al lang in Nederland zijn en al die tijd thuis hebben gezeten. Ze toont een ander verslag. Een Turkse vrouw, begin veertig, dik twintig jaar geleden naar Nederland gekomen door uithuwelijking. Gescheiden van haar man, die haar mishandelde, en moeder van twee volwassen kinderen. Ze heeft psychosomatische klachten –vermoeidheid, gezwollen armen en benen. Op aanraden van haar huisarts maakt ze dagelijks een wandeling van tien minuten om een kleine boodschap te doen. Ze heeft ooit in een ziekenhuis gewerkt. Peters heeft haar naar inburgeringslessen gestuurd, gecombineerd met het opdoen van werkervaring. Na de eerste week is ze afgehaakt. Het geval staat niet op zichzelf, zegt Peters.

„De kinderen van deze vrouwen kom ik ook tegen. Die bellen of komen zelfs langs en zeggen: laat onze moeder toch met rust. Wij zorgen wel voor haar. Maar die kinderen hebben ook hun eigen leven.”

Peters denkt ook niet dat alle inburgeraars het door Verdonk gewenste niveau zullen halen.

„Als deze vrouwen zelf met de tram gaan, kan dat al winst zijn. We zullen al genoegen moeten nemen met kleine stappen.” Nu, in het proefproject, kan Peters de vrouwen nog niet dwingen. Straks, is de bedoeling van minister Verdonk, wel. „Ik sta daarachter. Dit zijn situaties waarbij de overheid moet zeggen: wij weten nu beter wat goed voor u is dan uzelf. Een tijd geleden kwam ik bij een gezin waar de vader een hartaanval had gehad. Zijn vrouw wist niet eens hoe ze een ambulance moest bellen. Ze is bij buren op de deuren gaan bonken. Hij heeft het gelukkig overleefd. Als je in Nederland leeft is het essentieel dat je je kunt redden.”

„Dat betekent niet dat ik geen schroom heb. Soms voelt het of ik door de twilight zone fiets. Dan kom ik van een gezin waar huiselijk geweld plaatsvindt, ga ik naar een voormalige kindsoldaat uit Afrika die is verkracht, en dan ben ik er om die mensen te vertellen dat ze nu echt Nederlands moeten leren. Soms ben ik beschaamd. Maar uiteindelijk bieden we die mensen ook wat. Met die plicht nemen we ze serieus.”

Ook de Tilburgse wethouder Gon Mevis, van Groenlinks en dus een natuurlijke opponent van VVD-bewindsvrouw Verdonk, staat achter het voorgenomen nieuwe beleid. Mede omdat Verdonk gemeenten, nadat die daarop hadden aangedrongen, veel vrijheid geeft om de inburgering goed op te zetten. „Voor mij is de kern van het beleid niet dat het verplicht wordt, maar dat we eens serieus gaan omkijken naar mensen die we decennia links hebben laten liggen.”

In Tilburg doen 133 allochtonen mee. Zij sluiten met de gemeente een schriftelijke overeenkomst –’polis’– over wat er van beide partijen wordt verwacht. „Er zijn mensen die niet willen. Maar deze proef heeft voor ons tot nu toe voornamelijk bewezen dat ook mensen met een grote afstand tot de maatschappij grote belangstelling hebben om in te burgeren.” Er zijn belemmeringen, mensen leven in een kleine wereld, weten niet hoe zij kinderopvang moeten regelen als zij naar de cursus gaan. Sommigen hebben nooit eerder een Nederlander op bezoek gehad, of zelfs helemaal niemand op bezoek gehad. „Maar ze zijn wel blij dat wij als overheid belangstelling voor ze tonen.”

Trouw, 11-08-2005