PDA

Bekijk de volledige versie : Federale kieskring kan niet zomaar meteen


Barst
19th May 2008, 16:14
Federale kieskring kan niet zomaar meteen


LEUVEN - Een federale kieskring invoeren kan niet meteen. Enkele grondwetsartikels zijn nu niet herzienbaar.


Een federale kieskring invoeren is moeilijker dan gedacht. Dat blijkt uit een analyse die Jeroen Van Nieuwenhove, wetenschappelijk medewerker van de KULeuven en auditeur in de Raad van State, donderdag presenteert op een colloquium van het Leuvens Instituut voor Constitutioneel Recht over 'Conflicten onder politici'.

Een groep politicologen, de 'Pavia-groep', wil een beperkt aantal kamerleden, bijvoorbeeld vijftien, laten verkiezen door heel het land. Ze willen daarmee bereiken dat minstens enkele politici zich erom zouden bekommeren om een goed image te hebben in beide taalgroepen. De Franstalige partijen reageerden vrij positief op dat voorstel, de Vlaamse vrij negatief, behalve Open VLD.

Hoe is zoiets desgewenst te realiseren? Daarvoor moet een nieuwe federale kieskring ingesteld worden. Dan moet artikel63 van de grondwet gewijzigd worden; dat zegt dat een gebied maar in één kieskring kan vallen. Dat kan, want artikel63 is 'vatbaar voor herziening' verklaard.

Maar de bedoeling is dat kiezer dan twee stemmen kan uitbrengen voor de Kamer: één voor de kieskring waarin hij woont, en één in de federale kieskring. Dan moet ook artikel61 gewijzigd worden. Wellicht is ook een wijziging nodig van artikel43 over de indeling in taalgroepen van de kamerleden. Die twee artikels zijn niet 'voor herziening vatbaar' verklaard. In beginsel kan de hervorming dus pas ingaan bij de federale verkiezingen van 2015.

Van Nieuwenhove signaleert nog een probleem. Als die vijftien federaal verkozen kamerleden geen bijkomende zijn, maar 'afgenomen worden' van de bestaande150, komt de 'evenredige vertegenwoordiging' in sommige kieskringen in het gedrang. Het Grondwettelijk Hof heeft immers bepaald dat van evenredige vertegenwoordiging geen sprake meer is als het aantal verkozen kamerleden in een kieskring minder dan vier bedraagt. Luxemburg heeft er nu maar vier, Waals-Brabant vijf.

Van Nieuwenhove is ook kritisch over het voorstel om de federale en de deelstaatverkiezingen te doen samenvallen. Een historische analyse toont aan dat een decennium lang alles gedaan werd om die verkiezingen te scheiden. En toen dat bereikt was, respecteerden de partijen de logica ervan niet. Ze willen alle stemmentrekkers altijd en overal inzetten. Dat is de kern van het probleem.

Die verkiezingen laten samenvallen is ook niet simpel.

Ofwel moet het onmogelijk gemaakt worden dat het federale parlement nog vroegtijdig ontbonden wordt. Dat ligt niet voor de hand in een land waar gemakkelijk politieke blokkeringen ontstaan waarvoor alleen nieuwe verkiezingen soelaas kunnen bieden. Bovendien moeten dan grondwetsartikels gewijzigd worden waarvan er enkele niet nu herzienbaar zijn.

Ofwel behoudt men de mogelijkheid van vroegtijdige ontbinding van het federale parlement, maar dan moeten de deelstaatparlementen ook ontbonden worden op dat moment. Dat zou niet als legitiem aangevoeld worden.

Het alternatief is dat bij een vroegtijdige ontbinding van de federale kamer, alleen federale verkiezingen plaats hebben en enkel voor de resterende termijn.

Uit de juridische analyse blijkt verder nog dat het eenvoudiger is om de federale verkiezingen aan te passen aan het ritme van de deelstaatverkiezingen (om de vijf jaar) dan omgekeerd (om de vier jaar).

www.law.kuleuven.be/icr


DS, 19-05-2008 (Guy Tegenbos)