Barst
9th August 2005, 04:34
Universiteit heeft stilaan te weinig generaals
LEUVEN - De Vlaamse universiteiten dreigen het omgekeerde te worden van een Mexicaans leger. Ze kunnen almaar meer onderzoekers rekruteren, maar het vast academisch personeel dat leiding moet geven, groeit niet aan.
Een Mexicaans leger, te veel generaals en te weinig soldaten, dat is niet goed. Twintig, dertig jaar geleden, leken onze universiteiten daar nochtans op. Ze hadden toen vooral vast academisch personeel; dat had doorgaans uitgebreide onderwijsopdrachten en kon daarnaast, soms in de vrije tijd, nog een beetje aan onderzoek doen. Sommigen hadden af en toe wat tijdelijke onderzoeksmedewerkers. De wetenschappelijke productie van onze universiteiten was toen minimaal.
Afgelopen decennia, en vooral in het laatste decennium, is daarin verandering gekomen. Door de inhaalprogramma's om Vlaanderen minstens op het Europees gemiddelde te brengen voor wetenschappelijk onderzoek, is het aantal tijdelijke wetenschappelijke medewerkers sterk toegenomen. Dat is goed, zeggen de universiteiten en dat moet nog verder toenemen.
Maar aan de universiteiten begint wel een probleem te rijzen. Het vaste kader is afgelopen decennia immers niet aangegroeid. Voor de KU Leuven gaat dat nog altijd om ongeveer duizend personen. De groep van dynamische, jonge, tijdelijke onderzoekers groeit aan - hij verdubbelde bijna tussen 1996 en 2004 en bedraagt nu ruim 3.500 - maar degenen die daaraan leiding moeten geven, blijven met evenveel. De universiteit dreigt het omgekeerde van een Mexicaans leger te worden, zo blijkt uit de cijfers die de KU Leuven publiceert in het boekje waarin ze de realisaties en bekommernissen van oud-rector Oosterlinck beschrijft. Vroeg of laat moet dat de kwaliteit van het onderzoek in het gedrang brengen: ,,Het vastbenoemde personeel moet steeds meer jonge onderzoekers coördineren, projectaanvragen indienen, de onderzoeksadministratie verzorgen'', luidt het.
Oosterlinck pleitte frequent maar zonder veel succes, voor een versterking van de zogenaamde eerste geldstroom, de basisfinanciering voor de universiteiten.
09/08/2005 Guy Tegenbos
©Copyright De Standaard
LEUVEN - De Vlaamse universiteiten dreigen het omgekeerde te worden van een Mexicaans leger. Ze kunnen almaar meer onderzoekers rekruteren, maar het vast academisch personeel dat leiding moet geven, groeit niet aan.
Een Mexicaans leger, te veel generaals en te weinig soldaten, dat is niet goed. Twintig, dertig jaar geleden, leken onze universiteiten daar nochtans op. Ze hadden toen vooral vast academisch personeel; dat had doorgaans uitgebreide onderwijsopdrachten en kon daarnaast, soms in de vrije tijd, nog een beetje aan onderzoek doen. Sommigen hadden af en toe wat tijdelijke onderzoeksmedewerkers. De wetenschappelijke productie van onze universiteiten was toen minimaal.
Afgelopen decennia, en vooral in het laatste decennium, is daarin verandering gekomen. Door de inhaalprogramma's om Vlaanderen minstens op het Europees gemiddelde te brengen voor wetenschappelijk onderzoek, is het aantal tijdelijke wetenschappelijke medewerkers sterk toegenomen. Dat is goed, zeggen de universiteiten en dat moet nog verder toenemen.
Maar aan de universiteiten begint wel een probleem te rijzen. Het vaste kader is afgelopen decennia immers niet aangegroeid. Voor de KU Leuven gaat dat nog altijd om ongeveer duizend personen. De groep van dynamische, jonge, tijdelijke onderzoekers groeit aan - hij verdubbelde bijna tussen 1996 en 2004 en bedraagt nu ruim 3.500 - maar degenen die daaraan leiding moeten geven, blijven met evenveel. De universiteit dreigt het omgekeerde van een Mexicaans leger te worden, zo blijkt uit de cijfers die de KU Leuven publiceert in het boekje waarin ze de realisaties en bekommernissen van oud-rector Oosterlinck beschrijft. Vroeg of laat moet dat de kwaliteit van het onderzoek in het gedrang brengen: ,,Het vastbenoemde personeel moet steeds meer jonge onderzoekers coördineren, projectaanvragen indienen, de onderzoeksadministratie verzorgen'', luidt het.
Oosterlinck pleitte frequent maar zonder veel succes, voor een versterking van de zogenaamde eerste geldstroom, de basisfinanciering voor de universiteiten.
09/08/2005 Guy Tegenbos
©Copyright De Standaard