Barst
26th July 2005, 02:23
Politie moet werken aan tucht en plichtenleer - Comité P ongerust over deontologie belgische agenten
BRUSSEL - De Belgische politie moet hoogdringend werk maken van meer aandacht voor tucht en normvervaging. Discipline, nauwkeurigheid, deontologie en professionalisme zijn volgens een ongerust Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten, het ComitéP, verminderd. De politie heeft ook nood aan een werkbare plichtenleer.
DE Belgische politie kreeg ruim een week geleden nog een pluim van de bevolking, toen uit de Veiligheidsmonitor 2004 bleek dat 86 procent van de Belgen vindt dat de agenten goed of zeer goed werken. Omstreeks dezelfde tijd presenteerde evenwel ook het Comité P zonder veel lawaai zijn jaarrapport 2004 aan het parlement.
Voorzitter André Vandoren en zijn team laten in dat document niet na bij herhaling te wijzen op het feit dat sommige gedragingen, houdingen, uitspraken of lacunes het Comité doen geloven dat er in heel wat eenheden sprake is van een steeds duidelijker normvervaging, met verlies aan deontologie, discipline en professionalisme.
Het Comité P geeft voorbeelden.
,,Steeds weer stelt het Vast Comité P vast dat in een aantal dossiers de politieambtenaren tijdens hun interventies niet altijd voldoende diplomatie of zelfbeheersing aan de dag kunnen leggen. Onaangepast of onbeleefd taalgebruik, onaangepast gebruik van dwang (geweld) om een verdachte of een dronken persoon in bedwang te kunnen houden of een overdreven reactie, komen meer dan eens voor in de dossiers die afgelopen jaren werden onderzocht.''
,,Net als de vorige jaren kon in 2004 ook worden vastgesteld dat sommige politieambtenaren in privé-omstandigheden hun hoedanigheid bekendmaken, zonder dat dit noodzakelijk is en dat enkel en alleen om de andere partij te intimideren. Zo heeft meer dan eens een politieambtenaar naar aanleiding van een verkeersongeval waarin hij betrokken was, zijn hoedanigheid kenbaar gemaakt met de bedoeling het verkeersongeval in zijn voordeel te doen uitdraaien.''
,,Daarnaast stellen we vast dat het uniform en de legitimatiekaart, die al dan niet wordt getoond, soms worden beschouwd als echte vrijgeleiden om de macht die eraan verbonden is aan te wenden en te misbruiken.''
Volgens het Comité gaan heel wat agenten voor hun wangedrag vrijuit, doordat ze niet strafrechtelijk worden vervolgd, terwijl het wel degelijk om deontologische fouten of slechte praktijken gaat die getuigen van een gebrek aan integriteit of professionalisme. ,,Daarom vraagt het Vast Comité P eens te meer aan de parketten om in de eigen schoot een analyse te maken van het seponeringsbeleid dat zij voeren ten opzichte van feiten waarbij politieambtenaren betrokken zijn.'' Volgens Vandoren is het openbaar ministerie een belangrijke schakel in de tucht bij de politie. ,,In ieder geval moet worden vermeden dat sommige overheden, meer bepaald de tuchtrechtelijke, zich verschuilen achter een strafrechtelijke procedure om uiteindelijk niets te ondernemen op tuchtrechtelijk vlak.''
Het Comité P zegt overigens dat te politie te weinig een ,,learning organisation'' is die structureel leert uit haar fouten, en op basis daarvan streeft naar verbetering van dienstverlening en kwaliteit.
,,Daarenboven lijkt echte transparantie de facto en in de dagelijkse praktijk nog niet te zijn opgenomen in de politionele waarden en cultuur.'' Volgens het Comité heeft de politie niet alleen nood aan een performant intern toezicht, maar is ook een werkbare en voor iedereen duidelijke plichtenleer meer dan welkom. De code moet dienen als een soort verantwoording tegenover burgers en hun vertegenwoordigers.
De politie verantwoordt zich blijkbaar niet graag, want: ,,In 2004 werd het Vast Comité P opnieuw geconfronteerd met slechte wil, was de toezending van informatie van mindere kwaliteit, werd er minder of soms zelfs helemaal geen informatie overgemaakt. Het is onaanvaardbaar dat het extern toezichtorgaan dat is ingesteld door de wet bij de uitoefening van zijn activiteiten wordt geconfronteerd met dergelijke hindernissen. Zeker wanneer de eerbiediging van de mensenrechten op het spel staat.'' Het Comité is gefrustreerd over de niet-opvolging van de aanbevelingen, het parlement klaagt dat het de rapporten moet goedkeuren zonder ze te kunnen lezen. Het Comité en de controlerende parlementsleden gaan daarom eind september een dag op afzondering in Hertoginnedal.
25/07/2005 Guy Fransen
©Copyright De Standaard
BRUSSEL - De Belgische politie moet hoogdringend werk maken van meer aandacht voor tucht en normvervaging. Discipline, nauwkeurigheid, deontologie en professionalisme zijn volgens een ongerust Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten, het ComitéP, verminderd. De politie heeft ook nood aan een werkbare plichtenleer.
DE Belgische politie kreeg ruim een week geleden nog een pluim van de bevolking, toen uit de Veiligheidsmonitor 2004 bleek dat 86 procent van de Belgen vindt dat de agenten goed of zeer goed werken. Omstreeks dezelfde tijd presenteerde evenwel ook het Comité P zonder veel lawaai zijn jaarrapport 2004 aan het parlement.
Voorzitter André Vandoren en zijn team laten in dat document niet na bij herhaling te wijzen op het feit dat sommige gedragingen, houdingen, uitspraken of lacunes het Comité doen geloven dat er in heel wat eenheden sprake is van een steeds duidelijker normvervaging, met verlies aan deontologie, discipline en professionalisme.
Het Comité P geeft voorbeelden.
,,Steeds weer stelt het Vast Comité P vast dat in een aantal dossiers de politieambtenaren tijdens hun interventies niet altijd voldoende diplomatie of zelfbeheersing aan de dag kunnen leggen. Onaangepast of onbeleefd taalgebruik, onaangepast gebruik van dwang (geweld) om een verdachte of een dronken persoon in bedwang te kunnen houden of een overdreven reactie, komen meer dan eens voor in de dossiers die afgelopen jaren werden onderzocht.''
,,Net als de vorige jaren kon in 2004 ook worden vastgesteld dat sommige politieambtenaren in privé-omstandigheden hun hoedanigheid bekendmaken, zonder dat dit noodzakelijk is en dat enkel en alleen om de andere partij te intimideren. Zo heeft meer dan eens een politieambtenaar naar aanleiding van een verkeersongeval waarin hij betrokken was, zijn hoedanigheid kenbaar gemaakt met de bedoeling het verkeersongeval in zijn voordeel te doen uitdraaien.''
,,Daarnaast stellen we vast dat het uniform en de legitimatiekaart, die al dan niet wordt getoond, soms worden beschouwd als echte vrijgeleiden om de macht die eraan verbonden is aan te wenden en te misbruiken.''
Volgens het Comité gaan heel wat agenten voor hun wangedrag vrijuit, doordat ze niet strafrechtelijk worden vervolgd, terwijl het wel degelijk om deontologische fouten of slechte praktijken gaat die getuigen van een gebrek aan integriteit of professionalisme. ,,Daarom vraagt het Vast Comité P eens te meer aan de parketten om in de eigen schoot een analyse te maken van het seponeringsbeleid dat zij voeren ten opzichte van feiten waarbij politieambtenaren betrokken zijn.'' Volgens Vandoren is het openbaar ministerie een belangrijke schakel in de tucht bij de politie. ,,In ieder geval moet worden vermeden dat sommige overheden, meer bepaald de tuchtrechtelijke, zich verschuilen achter een strafrechtelijke procedure om uiteindelijk niets te ondernemen op tuchtrechtelijk vlak.''
Het Comité P zegt overigens dat te politie te weinig een ,,learning organisation'' is die structureel leert uit haar fouten, en op basis daarvan streeft naar verbetering van dienstverlening en kwaliteit.
,,Daarenboven lijkt echte transparantie de facto en in de dagelijkse praktijk nog niet te zijn opgenomen in de politionele waarden en cultuur.'' Volgens het Comité heeft de politie niet alleen nood aan een performant intern toezicht, maar is ook een werkbare en voor iedereen duidelijke plichtenleer meer dan welkom. De code moet dienen als een soort verantwoording tegenover burgers en hun vertegenwoordigers.
De politie verantwoordt zich blijkbaar niet graag, want: ,,In 2004 werd het Vast Comité P opnieuw geconfronteerd met slechte wil, was de toezending van informatie van mindere kwaliteit, werd er minder of soms zelfs helemaal geen informatie overgemaakt. Het is onaanvaardbaar dat het extern toezichtorgaan dat is ingesteld door de wet bij de uitoefening van zijn activiteiten wordt geconfronteerd met dergelijke hindernissen. Zeker wanneer de eerbiediging van de mensenrechten op het spel staat.'' Het Comité is gefrustreerd over de niet-opvolging van de aanbevelingen, het parlement klaagt dat het de rapporten moet goedkeuren zonder ze te kunnen lezen. Het Comité en de controlerende parlementsleden gaan daarom eind september een dag op afzondering in Hertoginnedal.
25/07/2005 Guy Fransen
©Copyright De Standaard