PDA

Bekijk de volledige versie : Het belegvan Liedekerke


Barst
29th March 2008, 14:02
Het beleg van Liedekerke


Brussel rukt op in het Pajottenland, ver voorbij de rand. Vastgoedmakelaars doen gouden zaken, scholen worstelen met klassen die voor de helft Franstalig en van vreemde origine zijn. Liedekerke krijgt de kleur van de hoofdstad.


Twee zwarte meisjes hinkstappen langs de lage rij werkmanswoningen, voorbij de boerderij waar geloei uit komt waaien, in de richting van het station. Een zijstraatje verder sleutelen drie zwarte mannen aan een auto in hun garage. Twee zwarte vrienden wandelen naar de bushalte. Moeder en dochter, van Noord-Afrikaanse origine, schuiven aan bij de bakker. Noem het gerust een provincialistische reflex, maar zoveel wereldkleur voelt vreemd aan in dit landschap.

Niet dat dit het idyllische platteland is. Liedekerke is al een eeuw een voorstad. Maar tot voor kort was dit, zoals zoveel andere industriële kernen in het Pajottenland, een voorstad zonder hoofdstad. Brussel was een ander land. De Liedekerkse cités, waar dwarsstraten '5de Zijweg' of '20ste Zijweg' heten, een bijeengeflanste wereld zonder achter en voor, leunen aan bij een dorpscentrum met parochiekerk. Een straat verder begint zoals in zoveel andere Vlaamse dorpen de 'nieuwe wijk', met mooie villa's die gebouwd zijn door de welvarende kinderen van de arbeiders en kleine bedienden van weleer.

Nu sluipt de hoofdstad toch binnen in deze tussenwereld. En dat knarst. In de speelpleinwerking, bijvoorbeeld, waarin niet alleen naar Liedekerke uitgeweken Brusselaars hun kinderen laten spelen, maar soms ook de kinderen van hun vrienden en kennissen uit Brussel. Dat leidde vorige zomer tot een toevloed aan 'anderstalige' (lees: Franstalige) kinderen. Wat de monitoren voor problemen stelde. Waarop de gemeenteraad een reglement goedkeurde dat de monitoren toestaat om 'anderstalige' kinderen te weigeren. Maanden na de goedkeuring leidde dat afgelopen week tot een opstoot van mediaberichten. Het leek weer een gecrispeerde reactie van het xenofobe Vlaanderen.

Liedekerke voelt zich misbegrepen, en niet alleen het gemeentebestuur. De monitoren waren vorig weekend nog op een workshop over anderstalige kinderen. Natuurlijk staat de gemeente wel open voor 'vreemden', zeggen ze bij de bakkers en in de krantenwinkels. Maar wij begrijpen geen Frans, voegen ze eraan toe. En veel van die Brusselaars doen geen enkele moeite, 'alsof dit al Brussel is'. Vooral de mensen van vreemde afkomst. Dat laatste vertellen middenstanders alleen onder de belofte van anonimiteit.

De Vlaamse taalzenuw is geprikkeld. De gemeentesecretaris drukt het personeel op het hart dat ze burgers alleen in het Nederlands te woord mogen staan. 'Wij kunnen niet buiten de taalwet', zegt de informatieambtenaar. Pragmatisme is geen optie.


Stoomketel

Het gaat plotseling hard met de immigratie in Liedekerke. De kleuterscholen en lagere scholen staan in de frontlinie. Gemiddeld zitten 22 procent anderstalige kinderen in de klassen van de vier scholen: dat is de helft meer dan vijf jaar geleden. In sommige klassen is de helft van de kinderen anderstalig. Het risico dreigt dat het tempo en niveau zakken en dat de eindtermen niet worden gehaald. Het spookbeeld van de concentratieschool duikt op. Want de inwijkelingen heten wel 'Brusselaars', maar het zijn gekleurde Brusselaars, met vaak (Noord-)Afrikaanse roots, die ook culturele en religieuze verschillen meebrengen.

Het 'flankerend onderwijsbeleid' trekt zich op gang, met projecten als 'zomerscholen' en aanvragen voor 'brugpersonen'. Die moeten de anderstalige ouders bij de school betrekken, om kwesties als oudercontact, huiswerk of zwemlessen beter te helpen regelen, zegt Kristien Van Den Bossche, die vanuit het educatief centrum Viac het project indiende bij de minister van Onderwijs. Liedekerke is geen eiland van 'verbrusselsing' voorbij de Rand. Ook Affligem vraagt een brugfiguur voor zijn scholen.

De 'verbrusseling' voorbij de Rand is geen nieuwigheid. De demograaf Patrick De Boosere (VUB) haalt het voorbeeld aan van Ronse, dat op het eind van de jaren tachtig meer dan 1.000 Marokkanen uit Brussel aantrok. Ronse was ontvolkt, de huizenprijzen waren er ingestort. Diezelfde vastgoedmarkt dreef ook al de migratie van Maghrebijnen uit het centrum naar de industriële as van Vilvoorde over Grimbergen en Machelen en van Drogenbos tot Halle. 'De hogere huisprijzen in Brussel zijn de motor, en dan speelt volgmigratie en gemeenschapsvorming', zegt De Boosere.

Brussel is als een stoomketel, er wonen meer mensen dan ooit. 'Brussel is de toegangspoort voor vreemdelingen tot België. De laatste vijftien jaar nam de migratie naar België sterk toe. Die mensen vestigen zich in de hoofdstad, ze huren in de typische migrantenwijken. Maar als ze zich gesetteld hebben, willen ze een eigen woning. Ze zoeken wat meer ruimte, groen en rust voor de kinderen, en doen eigenlijk hetzelfde als de oude Brusselaars: ze trekken naar de rand.'


Sympathieke gevel

De nieuwe Brusselaars hebben een budget tot 170.000 euro, met enkele uitschieters tot 200.000 euro. 'Toen ik veertien jaar geleden als makelaar begon te werken, lag de grens voor mensen die uit Brussel trokken, bij Dilbeek', zegt Marleen De Coninck van Immo Van Middelen, een belangrijk vastgoedkantoor met kantoren in Asse. 'Die grens is dan vijf jaar later opgeschoven tot Lennik en Roosdaal. Nu gaan de uitwijkende Brusselaars tot Ninove.'

Het is een kwestie van prijs. 'Liedekerke is 20 tot 25 procent goedkoper dan Ternat. Ternat is 20 procent goedkoper dan Dilbeek. Wie buiten de stad wil met een beperkt budget, moet dus verder weg', zegt Didier Van Middelem, de zaakvoerder van Immo Van Middelem. Dat kantoor is gespecialiseerd in de 'lagere' budgetten, huizen onder de 300.000 euro. 'De helft van de telefoons in ons kantoor is Franstalig. En ons kantoor ligt in het “super-Vlaams-Brabantse, Ternat.'

Andere makelaars halen de Brusselse kopers direct aan. Immo Woonbemiddeling, bijvoorbeeld, dat kantoren heeft in Aalst en Zottegem, opende al vijftien jaar geleden een kantoor in Jette. Ze leiden kopers al vele jaren naar Aalst. Sinds kort zijn die Brusselaars ook geïnteresseerd in Zottegem. 'Ze zien een huisje met een sympathieke gevel voor 120.000 euro en willen dan graag een oogje dichtknijpen wat de afstand tot Brussel betreft', zegt Chantal De Craecker van Woonbemiddeling.

Maar vooral in Liedekerke en Denderleeuw stromen de nieuwe Brusselaars toe. Met dank aan de uitstekende treinverbindingen. 'Twee treinen per uur, in 13 minuten sta ik in Brussel-Zuid', zegt John, een Engelstalige Kameroener, die een Brusselse vriend naar de bushalte brengt. John (30) studeert in Brussel, maar zocht een goedkope woning. Hij zag de annonce in de Vlan. Toeval dat hij in Liedekerke belandde. Hij apprecieert de rust. Veel families, hoort hij, zoeken een omgeving waar de kinderen kunnen opgroeien zonder de verlokkingen van de grootstad. De vrouwen werken vaak als verpleegster of verzorgster, de mannen zijn arbeider. Naar Liedekerke emigreren is een vorm van sociale promotie.


Zwart geld

De instroom van nieuwe Brusselaars prikkelt niet alleen de taalzenuw. 'Je gaat mijn huis toch niet aan een zwarte verkopen?' Chantal De Craecker van Immo Woonbemiddeling hoort het wel vaker. 'Geld heeft geen kleur, antwoord ik dan.'

'Ik hoor dat elke keer', zegt makelaar Didier Van Middelem. 'Als de verkopers kunnen kiezen tussen een Vlaming en een Franstalige Marokkaan, dan kiezen ze voor de Vlaming. En een Engelstalige Afrikaan heeft een streepje voor op een Franstalige Afrikaan. Maar de verkopers moeten ook niet hypocriet doen: het geld gaat voor. Als de Marokkaan 5.000 euro meer biedt, krijgt hij het huis.' Geld eerst, daarna taal, daarna religie, zo selecteren verkopers de kopers van hun huis. Ze willen hun buren niet opzadelen met 'een probleem'.

Spanjaarden, Italianen, Polen en Russen kopen de alleenstaande huizen, bij Van Middelem gaat de helft van de villa's naar buitenlanders. Maar de stationsbuurt wordt een ouderwetse migrantenwijk. De huizen zijn er raampje-deurtje, oud en uitgewoond, met een voorbijgestreefde indeling. 'In veel van die huizen willen Vlamingen niet meer wonen', zeg Van Middelem. 'Ze zijn te klein, er is te veel werk aan. Veel van die huisjes in de dwarsstraten zijn nog kleiner dan de citéhuisjes van de grote steden.' Maar de kopers willen zich echt integreren, zeggen de makelaars. 'Ze willen Nederlands leren, de kinderen gaan hier naar school, ze gaan hier hun leven maken.'

Het hechte dorp dat Liedekerke was, raakt vervreemd. Waar de nieuwe Brusselaars toekomen, trekken de Belgen weg. Sommigen verkopen omdat ze niet naast 'een zwarte' willen wonen, wordt op fluistertoon verteld bij de bakker. Vlaams Belang scoorde hier al begin jaren negentig sterk.

Maar vooral de markt speelt. Jonge gezinnen kopen een paar gemeenten verder van Brussel voor minder geld een beter huis. Zo gedraagt Liedekerke zich met veel vertraging dan toch als een echte voorstad van een grote stad.


DS, 29-03-2008 (Karel Verhoeven)