PDA

Bekijk de volledige versie : Wat zijn de overlevingskansen van Leterme 0,5?


Barst
21st March 2008, 18:41
Wat zijn de overlevingskansen van Leterme 0,5?


Besluiteloosheid en wantrouwen. Dat is wat zowel het regeerakkoord als de regeringssamenstelling kenmerkt, vindt Carl Devos . 'De partijen rijden voor zichzelf, niet voor een sterke ploeg.' En hij is pessimistisch voor de toekomst. 'Als dit ooit goed komt en Leterme I juli, BHV en juni 2009 overleeft, is dat niet minder dan een mirakel. Het geloof wankelt en zinkt elke dag dieper weg in de absurditeit van de Wetstraatparodie.'


Velen deden de voorbije dagen hun best om het regeerakkoord Leterme I de grond in te boren. Groen! riep het uit tot 'het slechtste regeerakkoord sinds 1830!' Het eerste regeerakkoord werd in 1958 gesloten. Pas vanaf 1965 werden ze publiek gemaakt. Er verschenen lange en korte, vage en concrete regeerakkoorden. In het formaat van de kamerdocumenten telde het eerste regeerakkoord van Dehaene (1992) tien bladzijden. Op het einde ervan was te lezen: 'Dit regeerakkoord is bewust beknopt gehouden: het omvat niet alle problemen. De regering zal echter alle problemen die tot haar bevoegdheid behoren coherent en vastberaden aanpakken. In die geest zal zij aan het parlement vragen de ontwerpen die reeds zijn neergelegd, verder te behandelen.'

Dehaene I, een tijdelijk noodkabinet, gaf België de euro en het Sint-Michielsakkoord. Korte en vage teksten hoeven niet tot slechte regeringen te leiden, zoals lange en gedetailleerde evenmin een uitstekende regeringsploeg garanderen. Toch is in commentaren al te lezen dat Leterme I de slechtste regering ooit wordt. De afkeer tegen de gore walm die al maanden uit de Wetstraat ontsnapt, bezoedelt het zicht en duwt elke verwachting in een donkere hoek. Soms voorbij de intellectuele eerlijkheid.

Het akkoord heeft ongetwijfeld haar verdiensten, hier en daar worden keuzes gemaakt. Maar de besluiteloosheid overweegt. Dat maakt het, gelet op het wantrouwen en de instabiliteit, tot een slecht akkoord. Er is geen budgettaire dekking voor de vele voornemens. Daar zitten dure tussen. In de politiek bestaat een maatregel maar als er ook geld voor is. Anders is het geklets. Over cruciale punten - beslist de minister van Binnenlandse Zaken, dan wel een nieuw op te richten commissie over de regularisatie van uitgeprocedeerde asielzoekers? - bestaat discussie. Volgens Leterme zijn beide interpretaties correct. De regering zal, aldus het regeerakkoord, 'op korte termijn beslissen over de wenselijkheid een onafhankelijke commissie te belasten met de exclusieve bevoegdheid om te beslissen over regularisatie-aanvragen.' Later.

De opdracht van Verhofstadt III was om Leterme I te maken. Drie maanden volstaan ruimschoots voor een gedetailleerd en gebudgetteerd akkoord. Het is ongeloofwaardig dat de regeringsmakers geen tijd hadden voor de berekening of niet weten wat welke maatregelen wanneer kosten. De facturen lagen op tafel. Er is voldoende ervaring en knowhow om snel een redelijke schatting te maken. Maar zodra er één cijfer in de tekst komt - behoudens de uitzondering van het overschot van 1 procent in 2011, een te bescheiden ambitie - moeten die overal ingevuld worden. Dan wordt duidelijk dat er tegen de 13 à 15 miljard extra uitgaven ofwel minstens evenveel inkomsten moeten staan, dan wel dat er in de uitgaven gesnoeid moet worden. Dat is keuzes maken. Dat heeft Leterme I zo weinig mogelijk willen doen.

Het gaat niet om tijd of informatie, wel om onwil. Dat heeft alles te maken met het wantrouwen en de onzekerheid over het lot van Leterme I. Waarom nu een sluipende cijferoorlog voeren? Als Leterme I straks over zichzelf struikelt, staan partijen met de budgettaire billen bloot. Dan zou immers blijken dat voor veel stoere beloftes maar flauwe middelen zijn voorzien. Wie aan nieuwe verkiezingen denkt, schuwt het risico. Besluiteloosheid en wantrouwen is ook wat de regeringssamenstelling kenmerkt. Zelden was die zo zot als bij Leterme I. Die is niet alleen bijzonder groot voor een wankel overgangskabinet. Zo'n ploeg hou je eerder klein dan groot, want een grote bende is minder goed samen te houden. Bovendien is het ronduit bizar dat begroting, zowat een van de belangrijkste bevoegdheden, naar een staatsecretaris gaat. Omdat de rechterflank van CDH bediend moest worden? Hoe is het mogelijk dat premier Leterme daar zijn veto niet tegen stelt? Een staatssecretaris heeft een beperkt kabinet, is geen lid van de ministerraad, laat staan van het kernkabinet. Als een minister van ontwikkelingssamenwerking of van zelfstandigen en wetenschapsbeleid kan, dan toch zeker een voor begroting? Na een flauwe begroting 2008 had ook het regeerakkoord al een budgettair geloofwaardigheidsprobleem. Is Leterme I wel geïnteresseerd in de begroting? Alweer tekent zich in deze samenstelling een manifest wantrouwen af: de partijen rijden voor zichzelf, niet voor een sterke ploeg.

Al maanden is het devies: eerst het communautaire, anders heeft de rest geen zin. Al maanden doet men het omgekeerde. Het resultaat: besluiteloosheid en wantrouwen, onder een bengelend communautair zwaard van Damocles. De behoorlijk oranjeblauwe interim-regering Leterme 0,5 moet ons naar de ultieme deadline brengen. Ondertussen is weinig van deze regering te verwachten. Als het halverwege juli tot een nieuwe staatshervorming komt, kunnen kijkers en spelers eindelijk in Leterme I geloven en wordt alles anders. Daar moet dan ook een oplossing voor BHV in zitten: alleen in een ruimer pakket is BHV oplosbaar. Zo lang daarover geen akkoord bestaat, tikt een tijdbom. Als er meer zekerheid is over de staatshervorming en BHV-regeling, dus over het voortbestaan van Leterme I, groeit vertrouwen en de zin om echt te regeren. Pas als daar meer zicht op is, wordt het ook de moeite om over cijfers te praten en keuzes te maken die over meerdere jaren gestrooid kunnen worden. Ook na zaterdag duurt de formatie verder.

CD&V-N-VA en Leterme hebben zelf de vervaldatum van Leterme 0,5 uitgesproken. Wat sinds 10 juni niet lukte is nog steeds niet gelukt. Dat moet nu allemaal voor eind juli gebeuren. Gelukkig verslijten beloftes. Geen mens die kan zeggen hoe groot een grote staatshervorming dan wel moet zijn. Dat biedt ontsnappingswegen. Want na Verhofstadt III en Leterme 0,5 is een derde uitstel ondraaglijk. Met een goed akkoord stelt de keuze tussen het kartel of de regeringsdeelname zich niet. Die is er dan pas weer na de volgende federale verkiezing. Ooit komt de dag des oordeel waarop CD&V moet kiezen tussen alweer een communautaire campagne en eisenbundel of het einde van het kartel. Bij een tegenvallend akkoord, dat zelfs met perceptiemanagement niet in de lucht raakt, staat de CD&V al in juli voor een verschroeiende keuze. Wie dan diep in de ogen van de verontwaardigde burgers kijkt, zal het lastig hebben om 'woord te houden'. Een harde kern zal om rechtlijnigheid schreeuwen. Een stille massa zal het hoofd afwenden van een politieke kaste die het land in een diepe crisis jaagt, omdat een of andere bevoegdheid niet naar een andere regering verhuist. Tegen de achtergrond van een dalende koopkracht in de zomerzon zullen niet weinig mensen een bescheiden staatshervorming verkiezen boven de politieke uitzichtloosheid. Dat tast de nood aan een staatshervorming niet aan, vroeg of laat moet de Vlaamse druk eruit. Maar wie in juli de federale politiek opblaast, mag een rekening verwachten.

Op 10 juni 2007 waren er geen communautaire verkiezingen. Dat heeft men er achteraf van gemaakt. Voor politici is het resultaat hetzelfde. Voor kiezers niet. Om het eigen falen te minimaliseren en het kartel onder druk te zetten hebben tegenstrevers gemakkelijk en snel, met de hulp van media en analisten die dit mantra overnamen, 10 juni tot een communautaire zondag uitgeroepen. CD&V was al voor 10 juni aan het milderen, maar die nuance werd onderuit gehaald door de bedwelmende overwinningsroes. Om het kartel samen te houden herhalen ze hun gegeven communautaire woord. Maar als ze daar te hard aan vast houden, is het woord over een geloofwaardige, sociale overheid gebroken. Er is na tien maanden weinig nieuws onder de Wetstraatzon.

Het is pijnlijk, maar onmiskenbaar: na 10 juni 2007 is het moment van de waarheid nog steeds niet gekomen. We verwachten weinig. De zure ervaring van de voorbije maanden en dagen smoort de hoop. Toch kan het nog allemaal. Politiek is geen determinisme. Het Belgisch compromismodel is weerbaarder dan de kortzichtigheid van sommige van haar spelers. Als dit ooit goed komt en Leterme I juli, BHV en juni 2009 overleeft, is dat niet minder dan een mirakel. Het geloof wankelt en zinkt elke dag dieper weg in de absurditeit van de Wetstraatparodie.

Carl Devos is politicoloog aan de UGent


DS, 21-03-2008