PDA

Bekijk de volledige versie : 21 juli: feest in mineur?


Barst
24th July 2005, 04:48
Echt feest vieren de Belgen niet


Feest is een groot woord voor de viering van de 175ste verjaardag van België. Zelfs de koning hield zijn feestrede met een doodernstig gezicht.


Bij het militaire defilé voor de koning op het Paleizenplein in Brussel bleven gisteren zelfs honderden stoelen voor genodigden leeg. Elders in de stad trokken draaimolens, oude ambachten en braadworst volk aan. Maar een echt feest wilde het niet worden.

Aan de vooravond van de nationale dag dreigde het al mis te gaan. Als vrolijke noot hadden de organisatoren bedacht om het wereldrecord fanfaremuziek te breken. Er zouden meer dan 11578 muzikanten nodig zijn om een Japans record te overtreffen. Maar de teller op het Brusselse Rogierplein bleef triest hangen bij twaalfhonderd blazers en trommelaars, militaire kapellen inbegrepen.

Voor Belgische evenementen komen de mensen maar moeilijk op de been. De zes miljoen Vlamingen en vier miljoen Walen leven volstrekt langs elkaar heen. Ze vragen zich af hoe lang ze het nog met elkaar zullen uithouden binnen de Belgische staat.

Veel gemeenschappelijk hebben ze niet meer. Koning en krijgsmacht, belastingen en sociale zaken, daar is het zo ongeveer mee gezegd. Zo willen de Belgen dat. Tegelijk met het 175-jarig bestaan, vieren ze 25 jaar federalisme: de spreiding van de staatsmacht over de gewesten.

De federale regering heeft steeds minder te doen, doordat de ene bevoegdheid na de andere wordt overgedragen aan de gewestelijke regeringen van Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Zelfs aan de buitenlandse politiek, dat traditioneel een federale zaak is, wordt geknabbeld. Ontwikkelingshulp en buitenlandse handel zijn al grotendeels overgedragen aan de gewesten.

Kranten en tv melden nauwelijks iets over wat er aan de andere kant van de taalgrens gebeurt. Zelfs fileberichten op de radio zijn beperkt tot het eigen landsdeel, ook al staan de opstoppingen tot over de grens.

Koning Albert ziet de bui hangen. In een feestrede op tv, waarin hij zelfs geen spoor van een glimlach toont, zegt hij dat de eenheid van België het ’Leitmotiv’ is in al zijn contacten in het land. Hij put hoop uit een opiniepeiling die volgens hem leert dat 87 procent van de Belgen de staat bijeen wil houden. ,,Alhoewel dertien procent het tegenovergestelde denkt, en dat soms luidruchtig te kennen geeft, mag men toch niet vergeten dat de overgrote meerderheid van onze bevolking de eenheid aankleeft”, zegt de koning die pleit voor een ’federale modelstaat’.

Of die federale modelstaat nog wat te doen zal hebben, is de vraag. Aan de ene kant hollen de gewesten de staat uit, aan de andere kant dringt de Europese Unie zich op. De EU mag van federaal premier Guy Verhofstadt nog veel verder gaan. Hij is een van de weinige regeringsleiders die nog geestdriftig spreekt over een Europese federatie. Dat is doorgedrongen tot in het staatsritueel. Aan het eind van het koninklijk defilé gisteren klonk niet alleen het Belgische volkslied ’Brabançonne’, ook de EU-hymne ’Alle Menschen werden Brüder’ werd aangeheven.

De koning stond voor beide op. Dat durft zijn Europees gezinde collega Beatrix hem nog niet na te doen op Koninginnedag.


Trouw, 22-07-2005

Barst
26th July 2005, 01:11
Luidruchtig

Bart De Wever 23/07/2005

VOLGENS onze koning - het eerste West-Europese staatshoofd dat op een nationale feestdag een opiniepeiling aanhaalt om te bewijzen dat zijn land nog gewenst is - behoor ik tot de dertien procent ,,luidruchtigen'' die de Belgische eenheid niet meer aankleeft. Desondanks heb ik toch één activiteit met het label 175-25 bijgewoond. Met name een debatavond in het Vlaams Parlement, georganiseerd door de Vlaamse ondernemersvereniging VOKA, met onder meer de Waalse minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe als spreker.


Ik had immers gehoopt dat Van Cau - toch een overtuigde Wallingant, getuige de oversizede haan op zijn revers - bij die gelegenheid een zeldzame Waalse stem zou durven laten horen over de noodzakelijke tocht naar beter beleid via het verder doorzetten van de staatshervorming.

Het werd een koude douche. En niet eens zozeer omdat hij niet in staat bleek zijn speech, desnoods fonetisch, in het Nederlands voor te dragen. Van Cau mag dan wel de afstammeling zijn van Vlaamse voorouders uit de streek van Oudenaarde, Vlaamse inwijkelingen hebben in Wallonië nooit de speelruimte gevraagd of gekregen om zich niet aan te passen. Iets wat veel Franstalige inwijkelingen in Vlaanderen vandaag nochtans tot de meest elementaire mensenrechten rekenen, daarin ondersteund door alle Franstalige partijen.

De boodschap van de Waalse minister-president deed mogelijke ergernis over de taal waarin ze gebracht werd snel vergeten. De man deed niet de minste poging om een ietwat nuchtere analyse te maken, iets wat in zijn gewest nochtans stilaan opgeld maakt. De Vlaamse toehoorders kregen de aloude PS-mix van economisch negationisme en communautaire verstarring geserveerd. Zo is Wallonië volgens Van Cau Vlaanderen economisch eindelijk aan het inhalen. Het bewijs? De achterstand in de gemiddelde jaarlijkse economische groei is nu kleiner dan vroeger.

Oud-VEV-voorzitter Jef Roos wees er in een panelgesprek daarna fijntjes op dat een wielrenner die vele lengtes achter ligt alleen kan inhalen door sneller te rijden dan de kop van het peloton. Maar ongestoord door alle recente analyses ging de Waalse minister-president verder met het aanduiden van de 'nationale solidariteit' als een belangrijk instrument tot het zogezegde Waalse herstel. Vlaanderen zou bijna dankbaar moeten zijn dat het vandaag kan afdragen, aangezien het vroeger zoveel gekregen heeft. De intussen tot in den treure weerlegde mythe van de transfers richting Vlaanderen. En aangezien alles nu goed loopt, kan er volgens Van Cau tot slot geen sprake zijn van een diepgaande communautaire ronde na de volgende verkiezingen. Slechts beperkte institutionele veranderingen kunnen eventueel, naast - uiteraard - de partitaire senaat als sluitstuk van het federalisme.

Als uitsmijter werden de Vlamingen dus nog uitgenodigd om in ruil voor wat linzensoep een democratische molensteen om hun nek te hangen. Tegen die tijd was het meer het verlangen naar de fijne receptie achteraf dan de speech die me nog ter plaatse hield. Na een paar glaasjes wijn viel ik met enthousiasme in mijn rol van luidruchtige, kwestie van zoveel mogelijk andere aanwezigen te laten weten dat de Waalse minister-president ons feitelijk vierkant had uitgelachen in ons eigen parlement. Tot er plots op mijn schouder werd getikt, met de vraag om het hem dan maar eens zelf te zeggen.

Bleek dat Carl Decaluwé erin geslaagd was een onwetende Van Cauwenberghe tot aan mijn tafel mee te tronen, om me vervolgens, met zichtbaar genoegen, alleen met hem achter te laten. Bien étonnés de se retrouver ensemble . Na de eerste gêne en een flinke slok wijn, werd het alsnog een leerrijke avond. Van Cauwenberghe, een onweerstaanbaar sympathieke man en zelfverklaarde ,,collega extremist'', ging immers na veel betekenisvol grijnzen en fronsen in op mijn aanhoudende vraag waarom hij met zo'n verhaal naar een Vlaams publiek was gekomen. Het is volgens hem nu eenmaal de ambitie van de huidige PS-top om het financiële status-quo in België nog een hele tijd vast te houden. In functie daarvan moet het Waals regionalisme in de partij bevroren worden en de Waalse identiteit complementair gemaakt worden aan belgicisme en royalisme. ,, La crainte '' maakt andere opties vooralsnog politiek onverdedigbaar.

Na een hartelijk afscheid van de Waalse minister-president, bleef ik achter met de ambitie Vlaanderen op te roepen tot het uitdenken van degelijke tegenstrategie. Luidruchtig.


DS, 23-07-2005