PDA

Bekijk de volledige versie : ’Goed burgerschap niet te toetsen’


Barst
11th March 2008, 03:01
’Goed burgerschap niet te toetsen’


Het middelbaar beroepsonderwijs moet leerlingen opleiden tot goede burgers. Maar hoe toets je of iemand een goede burger is? Docenten worstelen ermee.


’Wilders is fout, dus moet hij dood’, ’Alle moslims zijn terroristen’, ’Als een moslim eet tijdens de Ramadan, mag je hem slaan’. Kreten die docenten in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) regelmatig horen. „In een wereld die van standpunten en strijd aan elkaar hangt, moeten docenten bezig zijn met wat er echt toe doet: met hart en ziel lesgeven aan hun leerlingen”, roept een docent tegen haar collega’s tijdens de conferentie ’Herrie in het Land’, over burgerschap in het mbo. Maar dat valt niet mee.

Sinds dit schooljaar zijn opleidingen verplicht zich met burgerschap bezig te houden (zie onderaan). Ruim 200 docenten van elf christelijke regionale opleidingcentra praatten er gisteren over in Zwolle. Ze zijn ’docent omgangskunde’ of ’identiteitsmedewerker’ of gewoon ’docent levensbeschouwing’. Ze zoeken naar manieren om burgerschap, dat grenst aan maatschappijleer en levensbeschouwing, in het onderwijs in te voeren.

Sommige scholen geven het als apart vak, andere combineren het met de beroepspraktijk. De opleiding tot verzorgende aan het opleidingencentrum Landstede in Zwolle bijvoorbeeld, geeft leerlingen zaken als ethiek en politiek toegespitst op hun beroep, vertelt docente Joke Pruis. „We praten over stervensbegeleiding en zingeving. We leren ze dat zij altijd te maken krijgen met mensen in een moeilijke levensfase.”

„Toch”, zegt collega Betty Engelsma, „blijft de vraag hoe je leerlingen interesseert voor zaken die spelen in de samenleving waar ze deel van uit maken en een verantwoordelijkheid in hebben”.

Discussiëren met leerlingen is het probleem niet. Dat is je vak, stelt een docent tijdens de workshop ’islam en moslims in de onderwijspraktijk’. „Maar als ik zeg dat ik het dragen van een hoofddoek in een rechtbank ongeoorloofd vind, omdat onze rechtspraak niet gebaseerd is op religie, verwijt het management mij dat ik anti-islamitisch ben.”

In hoeverre mag hun mening een norm zijn in het onderwijs, vragen meer docenten zich af. Zeker nu in het publieke debat de grenzen van vrijheid van meningsuiting vurig worden bediscussieerd.

In ieder geval ligt de invulling van burgerschapsvorming bij de scholen zelf, zegt voorzitter Berend Kamphuis van Federatie Christelijk MBO. En toetsing van goed burgerschap door de overheid is irreëel. „Maakt een mening geven of een keuze kunnen maken je tot een goed mens?”

In de wet staat dat mbo-scholen moeten bijdragen aan de maatschappelijke vorming en ontplooiing van leerlingen, officieel deelnemers genoemd.

Het document ’Leren, Loopbaan en Burgerschap’ – sinds dit schooljaar van kracht – zet de eisen op een rijtje waaraan leerlingen op het gebied van burgerschap moeten voldoen. De scholen bepalen zelf hoe ze die bereiken. Burgerschap is een examenvak.

Leerlingen krijgen onder meer de volgende kerntaken: Hij of zij:

+benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende doelen te bereiken

+participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding

+stuurt de eigen loopbaan

+neemt deel in sociale verbanden en maakt respectvol gebruik van de openbare ruimte


Trouw, 11-03-2008 (Somajeh Ghaeminia)

wim leenaerts
11th March 2008, 20:21
Burgerschap als apart vak?
Nee, geef mij dan toch maar onze VOET-en. Volgens mij werkt het veel beter als je daar helemaal niet explicitiet mee bezig bent. Een apart vak wekt al snel 'weerzin' op bij leerlingen denk ik. Als je 'burgerschap' daarentegen - naar analogie met sublimale reclame - subtiel in andere vakken verwerkt en ze zo doet reflecteren over alles wat met burgerzin te maken heeft, heeft het volgens mij veel meer effect. Bij Nederlands een lees- of luistertest over de verschillen in cultuur, diversiteit enz. komt het veel minder belerend over en nemen ze er veel meer van op volgens mij.