PDA

Bekijk de volledige versie : Jonkvrouwen in nood


Barst
6th February 2008, 17:37
Jonkvrouwen in nood


>Natalee Holloway is wereldnieuws. >Duizenden anderen vermisten zijn dat niet. >Media en publiek verkiezen mooi, blank en rijk.


Op 31 mei 2005 verdween in Texas de 22-jarige San Juanita Botello toen ze onderweg was naar een vriend. Ze staat vermeld op de website van het North American Missing Persons Network. De website zegt niet of er van Botello ooit nog een spoor is gevonden. Ze is van latino-afkomst en weegt 135 kilogram.

Dezelfde site vermeldt dat in die meimaand 57 Amerikanen als vermist werden opgegeven. De dag voor Botello verdween, verdween Natalee Holloway (18). In de zomer van 2005 kreeg Holloway evenveel aandacht van de Amerikaanse networks als de oorlog in Irak. Holloway is blank, blond, en komt uit een rijke familie.

Voor het verschil tussen San Juanita Botello en Natalee Holloway bestaat een term: Missing White Women Syndrome. Een andere term die valt, is damsel in despair, jonkvrouw in nood. Het gegeven is niet erg oud. De eerste echt 'herkenbare' zaak wordt doorgaans in 2001 gedateerd, toen een knappe Amerikaanse van 24, Chandra Levy, verdween en maanden later vermoord werd teruggevonden. Levy ontlokte een nooit geziene media-aandacht, in tegenstelling tot zwarte leeftijdsgenoten die in dezelfde periode verdwenen.

Toen de zaak-Holloway in de VS alle televisieshows haalde, probeerde de CNN-journalist Anderson Cooper het fenomeen kritisch te bekijken. De houding van vele media bij de verdwijning van minder aantrekkelijke mensen, schrijft hij, is vaak: 'Wel, ik denk niet dat onze kijkers erg geïnteresseerd zijn in deze zaak.'

De zaak-Holloway heeft het daarentegen allemaal, een mix van Agatha Christie en de film Cocktail. Blanke scholiere verdwijnt op paradijseiland. De verdachte is een koele Nederlander van 17, Joran van der Sloot. Het woord seks valt - altijd prijs. De Amerikanen raakten er, via hun media, van overtuigd dat Aruba het onderzoek tegenwerkte. In zo'n zaak moest er immers meer aan de hand zijn. En zo leefde het publiek mee. Of beter: het bleef nieuwsgierig.

In de Belgische media kregen in de laatste jaren nog twee jonkvrouwenzaken uitgebreide aandacht. Er was het Oostenrijkse meisje Natascha Kampusch dat in 2006 na acht jaar ontsnapte aan haar ontvoerder Wolfgang Priklopil. Op 3 mei 2007 verdween de toen driejarige Britse peuter Madeleine McCann in Portugal.

Beide zaken leren veel over de valstrikken van een jonkvrouw-in-nood. In beide gevallen was de aanvankelijke nieuwsstroom behoorlijk evenwichtig en werd het verhaal in zijn context geschilderd. Maar naarmate minder te melden viel - maar de zaak toch in de aandacht bleef - werd elke letter over Natascha en Maddie toch nog altijd in de openbaarheid gegooid.

Bij Natascha Kampusch deden de eigen Oostenrijkse media aardig hun werk. Maar de zaak werd ook uitermate populair bij de Britse tabloids. Herinnerde een anonieme getuige zich dat vader Kampusch ooit in een café was geweest waar ook ontvoerder Priklopil wel eens kwam? Groot verhaal: er moet een link tussen die twee zijn geweest. Een beschuldiging die de goegemeente schokt, de oplagecijfers in de hoogte jaagt en even snel naar het rijk der fabelen wordt verwezen.

De ouders van Natascha Kampusch kwamen in de loop van het onderzoek naar de verdwijning in opspraak. Hetzelfde gebeurde met de ouders van de kleine Maddie. Het lijkt een ijzeren wet dat na enkele weken er toch 'iets' met die ouders aan de hand moet zijn.

De Britse tabloids namen in de zaak-Maddie op patriottische wijze stelling tegen de Portugezen - die volgens de Britten een zootje maakten van het onderzoek en de ouders nodeloos mishandelden. Dan gingen de Britse tabloids onderling bekvechten. De ene voorpagina schreeuwde de onschuld van de ouders uit, de andere tabloid trok ten strijde tegen de ouders: niets is zo slecht voor de verkoopcijfers als wanneer iedereen hetzelfde verhaal vertelt. En omdat iedereen onderhand Engels leest, hebben die tabloids een enorme impact op de wereldwijde verslaggeving. Soms lijkt het wel op een Copying the British Tabloids Syndrome.

Tragisch genoeg leidt die heisa soms tot vertragingen in het onderzoek. Bij Natascha Kampusch was er een Oostenrijkse privédetective die zeker wist dat Natascha's moeder samen met ontvoerder Priklopil het meisje had vermoord en had begraven in een dijk. De politie ging, onder druk van media en publiek, de hele dijk afgraven. Bij de kleine Maddie kwam er een hele zoektocht omdat een toeriste in Marokko een foto had genomen van een Marokkaanse vrouw met een blond meisje op de rug. Haar eigen dochter, zo bleek.

En op Aruba werd een vijver gedregd en een terrein bij de luchthaven afgegraven omdat getuigen zwoeren dat Joran van der Sloot daar 's nachts had gegraven. Lokt de wereldwijde aandacht voor jonkvrouwen in nood ook steeds meer fantasten?

Interessant aan de zaak-Holloway is dat de zaak nu opgelost lijkt door een journalist. Tenminste: voor het grote publiek is de zaak opgelost. Maar zijn die 'bekentenissen' van Van der Sloot ook de volledige waarheid? Brengen ze een veroordeling dichterbij? Allemaal zaken om over na te denken, want één ding is zeker: binnenkort duikt een nieuwe jonkvrouw in nood op. 'Ze zijn een gevestigd genre geworden, net zoals met O.J. Simpson het genre van de celebrity murder is ingevoerd', zei de Amerikaanse mediaonderzoeker Matthew Felling al in 2006 over de zaak-Holloway.

Je zou haast vergeten dat het om mensenlevens gaat.

Jorn De Cock is redacteur buitenland


DS, 06-02-2008