PDA

Bekijk de volledige versie : Cultureel onbehagen


Barst
26th August 2004, 12:24
Ad Verbrugge en het culturele onbehagen -
Winkelen als expressie van individualiteit.
© ap


De filosoof Ad Verbrugge ergert zich aan de vermarkting van de samenleving. Die heeft volgens hem allerlei kwalijke gevolgen. Dat hij wel eens naar belegen remedies grijpt, neem je op de koop toe in dit boeiende boek.


IN een interview in Knack vertelde de Nederlandse psychoanalytica Iki Freud over een patiënte die weigerde het verband te zien tussen haar familiegeschiedenis en haar psychische klachten. Met die onwil wordt zij in haar praktijk wel meer geconfronteerd, zo blijkt. Mevrouw Freud (geen familie van) bespeurt een toegenomen oppervlakkigheid bij haar patiënten. ,,Ze willen hun symptomen snel kwijt, maar ze zijn niet bereid aan verregaande introspectie te doen.'' Tijd van onbehagen van de Nederlandse filosoof Ad Verbrugge vertelt iets gelijkaardigs: het verhaal van onze consumptiecultuur als onwillige patiënt.

Verbrugge schreef eerder een boek over de filosoof Martin Heidegger en zal dus wel vertrouwd zijn met de hermeneutiek: dat is de interpretatieleer die stelt dat alle begrijpen en handelen historisch bepaald zijn. Zoals de patiënten van een psychoanalyticus (en ook wij) grotendeels bepaald worden door onze familiegeschiedenis, zo wordt ook een cultuur gestempeld door een hele werkingsgeschiedenis. Onze gedachten en onze handelingen komen, met andere woorden, niet zomaar uit de lucht gevallen. Dat inzicht staat haaks op het mensbeeld dat onze westerse cultuur al eeuwenlang kenmerkt: dat de mens een unieke en uit vrije wil handelende persoon is. Tegen dat beeld zet Ad Verbrugge zich af. Ook al kunnen we onszelf als min of meer unieke en vrije individuen beschouwen, de manier waarop we daarmee een leven uitbouwen, is niet willekeurig. Ons leven heeft altijd vooraf een grondtoon meegekregen.

Vanuit die visie benadert Verbrugge een aantal actuele en heikele thema's: zinloos geweld, de grenzen van de markt, het multiculturalisme, de vorming van Europa. Zulke thema's worden in debatten meestal benaderd vanuit een naïef mensbeeld dat abstractie maakt van de complexe achtergronden van het menselijk handelen.

Veel onfraais is het gevolg van een ,,samenleving die zelf tot bepaalde levenswijzen oproept en de wereld daarnaar inricht''. De aard van een samenleving noemt Verbrugge haar ethos, de houding ,,waarmee we met mensen en dingen omgaan''. En dan: ,,Dit ethos valt overigens niet eenvoudigweg samen met dat wat wij bewust willen als wijze van leven. [] Dat wat onze samenleving bewust wil als haar levensideaal brengt mogelijk een ethos tot stand waarin wij worden geconfronteerd met iets waar we niet op bedacht zijn en wat we niet willen, zoals misdaad en geweld''.

VOORAL de verabsolutering van de individuele vrijheid en het daaraan verbonden streven naar genot neemt Verbrugge graag op de korrel. Hij brengt dit in verband met wat hij ,,cultuurverlies'' noemt. Die wat moralistisch smakende term stelt hij tegenover culturele integratie. Culturele integratie is geörienteerd op symbolen, gewoonten en omgangsvormen waarin de leden van een gemeenschap elkaar erkennen en die het gemeenschapsleven stutten. In die zin zijn wij, als individuen die belust zijn op een maximale exploitatie van onze gevoelsbeleving, ontworteld: als al ons handelen gericht is op het hier en nu, vertroebelt onze blik op een bredere culturele horizon.

Het electoraal succes van wijlen Pim Fortuyn brengt Ad Verbrugge ook in verband met die houding. Het onbehagen dat tot extreem stemgedrag leidt, kun je zien als een gevolg van de ontketende vrijemarkteconomie. De om zich heen grijpende vermarkting van alles keert zich tegen ons, want de levenswijze die erbij hoort heeft zijn grenzen - als mensen die grenzen negeren, uit zich dat in allerhande vormen van onbehagen, van nors stemgedrag tot destructiviteit. Verbrugge sneert naar de voormannen van de Nederlandse paarse regeringen van Kok. Toen die geconfronteerd werden met een storm van kritiek op hun beleid, verweerden zij zich door erop te wijzen dat de koopkracht was toegenomen en de consument er beter aan toe was: de zoveelste aanwijzing dat alles vanuit de markt wordt bekeken. Alsof de mens niet meer is dan een consument. Maar: ,,Onder het mom van efficiëntie en marktwerking zijn vele (kleinschalige) verbanden opengebroken en gereorganiseerd, zonder dat duidelijk is of dat vanuit het geheel van het leven wel wenselijk, of uiteindelijk zelfs efficiënt is.'' Ook in de Europese Unie wordt enkel de taal van de markt gesproken. En die taal kan geen instrument van integratie zijn. Vandaar de verregaande desinteresse voor de Unie bij haar burgers.

HET boek van Verbrugge is oneindig veel rijker dan uit deze recensie mag blijken. Het vormt een substantieel tegenwicht voor de kortademige zucht naar remedies van politici en experts van uiteenlopend pluimage. Filosofie mag in dit boek nog eens cultuurkritiek zijn in de volle zin van het woord: het bevragen van de grondslagen van een samenleving. Dat de auteur af en toe wat moraliserend doet, bijvoorbeeld over vormen van lichaamsbeleving of erotiek, kunnen we op de koop toe nemen. Ondanks Verbrugges bijwijlen onverholen conservatisme kan het gedachtegoed dat hij aandraagt niet genegeerd worden in de huidige context. Verbrugge toont waar de Verlichtingsidealen en de individualistische drang uit de bocht zijn gegaan. Dat hij in zijn pleidooi voor cultuurherstel iets te veel naar belegen recepten grijpt, zal sommigen storen. Maar dit werk geeft te denken en zou een breed debat op gang moeten brengen.


AD VERBRUGGE. Tijd van onbehagen. Filosofische essays over een cultuur op drift, Amsterdam: Sun, 2004, 286 blz., 16,50 euro.

DE AUTEUR
Ad Verbrugge (1967) doceert sociaal-culturele wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Eerder verscheen van hem De verwaarlozing van het zijnde: een ethologische kritiek van Heideggers 'Sein und Zeit' (2001).



26/08/2004 Marc van den Bossche
©Copyright De Standaard