PDA

Bekijk de volledige versie : Vrijwilligerswerk ook nuttig in het hoger onderwijs


Barst
29th January 2008, 18:08
Vrijwilligerswerk ook nuttig in het hoger onderwijs

Youssef Azghari


Dat vrijwilligerswerk zeer waardevol en nuttig is voor zowel mens als maatschappij, daar zijn de meeste Nederlanders het wel over eens. Kinderen die opgevoed worden met dit idee zijn later in de omgang met de ander socialer en beschaafder dan leeftijdsgenoten die met de mentaliteit van ’voor wat hoort wat’ en ’wat de boer niet kent eet hij niet’ opgroeien.


Vrijwilligers zijn namelijk gewend om te opereren vanuit hun persoonlijke waarden, zoals maatschappelijke betrokkenheid en menselijkheid. Ze voelen zich verantwoordelijk om de ander met zijn hulpvragen te ondersteunen. Daarom steken ze belangeloos zoveel tijd en energie in de ander. Zonder inzet van vrijwilligers kunnen organisaties in de non-profit sector niet goed functioneren. In een tijd waarin, onder het mom van vrijheid van meningsuiting, onbeschoft gedrag en vreemdelingenhaat openlijk geëtaleerd worden maken meer Nederlanders zich zorgen over hoe het met onze broze samenleving verder moet. Het was premier Balkenende die het debat over waarden en normen een aantal jaren geleden aanzwengelde. Iedereen heeft daar toen zijn zegje over kunnen doen, maar concrete acties bleven uit. Het debat bleef te abstract.

Pas aan het hoofd van dit kabinet zocht hij met coalitiepartners naarstig naar manieren om ’samen werken, samen leven’ concreet vorm te geven. De verplichte maatschappelijk stage is het resultaat ervan. Over drie jaar moet elke middelbare scholier zo’n stage gaan volgen. Het is opgenomen in het onderwijsprogramma. Met zo’n maatregel hoopt dit kabinet dat scholieren kennis kunnen maken met de samenleving. Zo zouden ze ouderen kunnen helpen of, mensen met een beperking kunnen bijstaan.

Dit is goed voor hun ontwikkeling en voor de samenleving. Er zullen bij voorbeeld minder randgroepjongeren ontstaan die uit verveling of baldadigheid rotzooi trappen. Ook zij hebben via stage geleerd rekening te houden met elkaar. Alleen al om deze reden is een maatschappelijke stage toe te juichen. Om te voorkomen dat scholieren na hun diploma op de middelbare school de lessen uit de stage snel weer vergeten pleit ik voor een vervolg hierop.

Ook in het hoger onderwijs zou ruimte in het onderwijsprogramma voor een opfrisstage, vrijwilligerswerk gedurende drie maanden, niet misstaan. Nu volgen studenten bij veel opleidingen een stage die toegesneden is op het vak waarin ze afstuderen. In hun praktijkplaats ruiken ze vooral aan hun toekomstige baan. Werkervaring opdoen is bedoeld om de beroepscompetenties in de vingers te krijgen en minder met karaktervorming. Het zou verfrissend zijn als studenten kunnen kiezen voor een werkplek waar ze hun idealen en ambities kunnen combineren. Een student informatica die bij een buitenlandse hulporganisatie aan de slag gaat kan nuttig werk verzetten. Een student Culturele Maatschappelijk Vorming kan zinvol werk doen voor Nederlandse soldaten die in Afghanistan gelegerd zijn en jongeren daar. Op dit moment liggen stageplekken voor de hand. Een informaticus loopt meestal stage bij een bedrijf à la Microsoft en een opbouwwerker in een jongerencentrum.

Zeker, niet alle studenten kunnen zomaar overal aan de slag. Een arts-in-opleiding is beperkt tot het ziekenhuis. De meeste studenten zijn echter niet zo gebonden aan één werkdomein. Door verschillende vakdisciplines en werkvelden met elkaar in contact te brengen zorgen zij voor een ware kruisbestuiving. Dat zou pas een enorme verrijking zijn voor onze samenleving. Met zo’n opfrisstage krijgen ze vanzelf een bredere blik en hun creatieve geest wordt continu geprikkeld. Zo ontdekt deze nieuwe generatie wat ze later vanuit hun baan kunnen betekenen voor zowel de oude als nieuwe Nederlanders. Daar wordt iedereen een beter mens van.


Trouw, 29-01-2008