PDA

Bekijk de volledige versie : Maak van G8 een G14


Barst
28th January 2008, 20:19
Maak van G8 een G14


Nu er malaise heerst op de beurzen, kan het Wereld Economisch Formum een nieuwe tafelschikking voorstellen voor de officieuze top van machthebbers, stelt Timothy Garton Ash voor.


In Davos kon je er niet om heen. Waar je ook keek, zag je het eerder bescheiden motto van het Wereld Economisch Forum: 'Het engagement om de toestand in de wereld te verbeteren'. Nu, de wereld is eraan toe. Hier is alvast één praktische maatregel: maak van de huidige G8 een G14 door China, India, Brazilië, Mexico, Zuid-Afrika en Indonesië toe te voegen. Nogal willekeurig? Dat wel. Tactloos? Reken maar. Een grove belediging voor een aantal belangrijke landen die niet op het lijstje staan? Absoluut, en zij zullen dan ook moord en brand schreeuwen. Maar als je de wereld echt wilt verbeteren, moet je brutaal uit de hoek durven komen.

De gevaren die gepaard gaan met de klimaatverandering, nucleaire proliferatie, ziekten en armoede - om nog maar te zwijgen van de broze staat van het wereldwijde kapitalisme - vragen om geloofwaardigere vertegenwoordigers op de jaarlijkse intergouvernementele bijeenkomst. Azië maakt een enorme groei door, en dus is het absurd dat Italië de officieuze top mag bijwonen, maar China niet. Op de officiële top van de VN-veiligheidsraad is het al niet veel beter gesteld, maar dat is moeilijker te veranderen. De G8 daarentegen is een groep die met een simpele beslissing nieuwe leden kan toelaten. In de jaren negentig heeft de G7 dat met Rusland gedaan. De Algemene Vergadering van de VN hoeft daar niet over te beraadslagen of een ratificatieprocedure te starten. In principe kan de beslissing deze zomer genomen worden op de volgende jaarlijkse top in Japan. Net zoals Nike geldt voor de G8: Just do it.

Een bezwaar tegen de uitbreiding van de club is dat de intimiteit of 'collegialiteit' verloren gaat. Maar de gezellige babbels van de oorspronkelijke 'Library group' begin jaren zeventig behoren al lang tot het verleden. De conferenties van de G8 zijn nu gigantische intergouvernementele bijeenkomsten waarbij zelfs informele activiteiten de allures van een militaire operatie hebben. Mij is ter ore gekomen dat de Amerikaanse delegatie zo'n achthonderd mensen telde op de laatste top in Duitsland. Er is geen groot kwalitatief verschil tussen een lunchvergadering met acht of met veertien leiders. De belangrijkste deals worden toch in kleinere nevengesprekken genomen. Een G14 zou representatiever zijn en dat komt het engagement voor zaken zoals klimaatverandering, handel en hulpverlening alleen maar ten goede. De 'intimiteit' die verloren gaat, is dan een kleine opoffering.

Een ander bezwaar, een variant op het thema 'collegialiteit', is dat de G8 dezelfde waarden delen. Een te grote uitbreiding van de groep is een aanslag op hun gemeenschappelijke waarden. Maar is dat niet al het geval na de toelating van Rusland? Eerlijk gezegd is het nogal belachelijk om te suggereren dat Vladimir Poetin meer waarden met Gordon Brown zou delen dan Manmohan Singh, de premier van de grootste democratie ter wereld. Als de G8 de club van de grootste liberale democratieën wil blijven, moeten ze Rusland er uitgooien en India toelaten.

Dat idee vond ik altijd al iets hebben, maar dat zal en mag wellicht niet gebeuren. De zo broodnodige gedeelde waarden moeten dus het liefst minimaal zijn. Zullen we zeggen: het engagement om de mensheid een toekomst te verzekeren op deze planeet, een redelijk stabiele wereldeconomie, en de grootste menselijke waardigheid voor zoveel mogelijk mensen als het egoïstische beleid van de landen en het eigenbelang van de stemmers toelaten? Zelfs het Rusland van Poetin kan zulke minimale doelstellingen naleven. Net als het ondemocratische China. Behalve die twee ondemocratische reuzen, waar het nog alle kanten uit kan gaan, houdt de voorgestelde uitbreiding geen drastische verandering van de binnenlandse vrijheidsbasis in. De club wordt minder westers, maar daarom niet minder democratisch. India, Brazilië, Zuid-Afrika en Mexico zijn electorale democratieën, en volgens Freedom House ook vrije landen. Merk op dat ik Indonesië als belangrijkste islamitisch lid voorstel, en niet Egypte of Saudi-Arabië. Indonesië is niet alleen het grootste moslimland ter wereld, maar ook een democratie, hoewel die aan alle kanten rammelt.

Nieuwe leden moeten dus voldoen aan een aantal fundamentele criteria: in de eerste plaats macht en belangrijkheid, een tot op zekere hoogte effectieve en aansprakelijke regering (minder in sommige gevallen, meer in andere), en een zekere regionale vertegenwoordiging. Er zijn meer dan 190 landen in de wereld, maar deze veertien landen maken drie vijfde van de wereldbevolking uit en zijn verantwoordelijk voor ruim twee derde van het bruto nationaal product, bijna drie vierde van de koolstofdioxide-uitstoot en ruim tachtig procent van de defensie-uitgaven. Het regionale scorebord zou nog altijd de erfenis van de westerse overheersing weerspiegelen, maar het zou er nu zo uitzien: Europa: 4 (plus aanwezige EU-vertegenwoordigers), Noord-Amerika: 3, Oost-Azië: 2, Zuid-Amerika: 1, Afrika: 1, Eurazië: 1, Zuid-Azië: 1 en Zuidoost-Azië: 1. Dat is op z'n minst gezegd een verbetering van de huidige mix.

Voor sommigen hoeft zo'n brutale ingreep niet. Je kunt de huidige G8 ook laten zoals ze zijn of alleen China en India toelaten, en de zogenaamde G20 van de ministers van Financiën uitbreiden. Misschien kunnen zij voortaan L20 heten, om totale verwarring te vermijden en hun belangrijke rol in de kijker te plaatsen. (Het idee van de L20 kwam oorspronkelijk van de voormalige Canadese premier Paul Martin). Maar dat voert ons te ver. Anderen vinden een groepering per agendapunt een goed idee. Misschien een C15 voor klimaatverandering, een D23 voor ontwikkeling, een E19 voor energieveiligheid enzovoort, het hele eind door tot aan Z99 voor dierkundige diversiteit. Maar dan zouden onze leiders al hun tijd besteden aan internationale vergaderingen en geen tijd meer hebben om hun eigen land te besturen. Zo wordt de toestand in de wereld er niet beter op. Afhankelijk van het onderwerp moeten andere landen er natuurlijk bij betrokken worden, maar hoe minder kerngroeperingen, hoe beter.

Terwijl de VN-hervorming onverminderd doorgaat, zou deze hervormde groep van de machtigste en belangrijkste landen ter wereld (macht en belangrijkheid zijn niet hetzelfde) gezamenlijke acties moeten voorstellen voor de klimaatverandering, wereldhandel, ontwikkeling, energieveiligheid, hiv/aids en Afrika. Het heeft totaal geen zin om een kwestie zoals de klimaatverandering aan te pakken als China en India, de nieuwe grootste vervuilende landen, niet mee aan tafel zitten. Daarom zijn vijf leiders van de zes nieuwe leden die ik voorstel, uitgenodigd om de vergadering bij te wonen als de zogenaamde 'Outreach 5'. Dus waarom zouden we het niet officieel maken?

Enig scepticisme is geboden: uit deze bijeenkomsten vloeit weinig meer voort dan een aantal verklaringen en beloften. Maar de grootste nieuwe wereldmachten moeten op z'n minst stilstaan bij kwesties van ruimere verantwoordelijkheid, en een standpunt innemen, wat ze anders niet zouden doen. En de tanende wereldmachten kunnen hun oor te luister leggen bij de nieuwkomers, en misschien op hen inwerken, voor het te laat is. Bovendien gaan landen op deze topconferenties engagementen aan. De onafhankelijke onderzoeksgroep van de G8 aan de universiteit van Toronto gaat na of de landen zich aan hun engagement houden en publiceert een stand van zaken, met achterblijvers en al. Verlegenheid is iets waard.

De G14 zou geen wereldregering zijn. Met wat tijd en geluk kunnen ze zich, naar analogie van het 'Concert van Europa' uit de negentiende eeuw, ontwikkelen tot een 'concert van wereldmachten'. Geen vervanging van een hervormde VN, maar een onmisbare aanvulling ervan. Maar wie van de huidige G8-leiders neemt de uitdaging aan?

Timothy Garton Ash is hoogleraar Europese Studies aan de Oxford University en medewerker van Hoover Institution in Stanford


DS, 28-01-2008

Barst
20th October 2009, 16:49
G20 in plaats van G7


Vorige week is in Pittsburgh geschiedenis geschreven. Er is daar een stap in de richting van een nieuwe wereldorde gezet. De G20 –en niet de G7 van belangrijkste westerse industriële mogendheden– bepaalt voortaan het mondiale economische beleid.


De nieuwe rol van de G20 betekent dat het Westen verzwakt is en nieuwe economieën als Rusland en China opkomen. „Dramatische veranderingen in de wereldeconomie worden niet altijd weerspiegeld in de mondiale architectuur voor economische samenwerking”, constateerden de wereldleiders. Sinds vorige week is daar dus verandering in gekomen.

Daarbij hoort ook een grotere invloed van opkomende economieën in het Internationale Monetaire Fonds IMF. De wereldleiders hebben er in hun slotverklaring al beloftes over gedaan. Zij willen een verandering in de stemverhouding ten nadele van de rijke landen en ten voordele van de opkomende economieën en ontwikkelingslanden. En hetzelfde moet gaan gelden voor de Wereldbank.

Dat deze ontwikkeling de Europese stem marginaliseert is duidelijk. De G7 blijft bestaan, maar wordt een club waarin de posities van westerse landen onder Amerikaanse leiding worden afgestemd. Meer stemgewicht voor landen als China in het IMF en de Wereldbank gaat per definitie ten koste van de Europese stem.

In de praktijk is het al te merken. President Obama liet zich weinig gelegen liggen aan de Europese stem toen hij in de aanloop naar de G20 besloot tot het opzeggen van het anti-raketschild in Polen en Tsjechië. Die stap was vooral bedoeld om energiegigant Rusland voor de nieuwe wereldorde te paaien. Obama heeft de steun van het Kremlin nodig voor een nieuw akkoord dat eind dit jaar het aantal intercontinentale kernraketten van Rusland en Amerika verder aan banden legt. Hij heeft het Kremlin ook nodig voor het oplossen van de kwestie-Iran. Toen de Amerikaanse president drie weken gelden het raketschild naar de prullenbak verwees, stelde hij dat de Iraanse dreiging tegen Amerika minder ernstig is dan onder Bush. Maar in Pittsburgh pleitte hij alweer voor zwaardere sancties. Want Iran blijkt in het geniep een tweede nucleaire centrale te hebben. Op de achtergrond speelt dat Israël laat doorschemeren Iraanse installaties te zullen bombarderen als de nationale veiligheid dat gebiedt. Maar voorlopig gunt Israël de Amerikanen het voordeel van de twijfel door Obama’s dubbelstrategie te aanvaarden.

De kans dat deze strategie werkt lijkt mij gezien de geschiedenis van de Amerikaans-Iraanse betrekkingen niet al te groot. Naar wat Israël dan gaat doen kan ik slechts gissen. Wel is duidelijk dat een eventuele Israëlische aanval dramatische gevolgen kan hebben, zoals het met mijnen afsluiten van de Straat van Hormoes, waardoor de olievoorziening van delen van de wereld gevaar loopt. Ook is het uiterst onzeker of een Israëlische aanval het Iraanse atoomprogramma stopt of vertraagt. Daarvoor lijken de gegevens van de inlichtingendiensten te onbetrouwbaar, blijkens de bekendmaking van een nieuwe verrijkingsfabriek en de discussie over hoever Iran van een kernwapen is verwijderd.

Zeker is dat die nieuwe Iraanse fabriek in één klap Obama’s politiek van toenadering heeft doen ontsporen. Dit betekent dat de Amerikanen een hardere lijn moeten inzetten.

In Pittsburgh werd geschiedenis geschreven omdat daar de contouren van een nieuwe wereldorde zijn gepresenteerd. Maar het is de vraag of de opkomende landen van die nieuwe wereldorde, zoals China en Rusland, bereid zijn samen met Amerika de problemen van de oude wereldorde op te lossen. China is afhankelijk van Iran’s olie en gas. En Rusland gunt Amerika geen diplomatieke successen.


© Trouw 02-10-2009 (Rob de Wijk)