PDA

Bekijk de volledige versie : Parabel van de verstopte riolering


Barst
8th January 2008, 23:35
Parabel van de verstopte riolering


De klassiek-liberale politieke club Nova Civitas kent de Prijs van de Vrijheid dit jaar toe aan Urbain Servranckx, alias Urbanus, voor zijn consequente verdediging van het recht op de vrije meningsuiting. Dit is de bekorte versie van de gelegenheidstoespraak van URBANUS.


Goedenavond linkse kaviaarsocialisten en rechtse wereldverslechteraars. Kortom, beste vrienden.

Ik ben heel trots de Prijs van de Vrijheid in ontvangst te mogen nemen, maar ik snap niet goed waaraan ik hem verdiend heb. Waarschijnlijk omdat ik die 28 criminelen heb helpen ontsnappen uit de gevangenis van Dendermonde. Ik ben namelijk dat telefoonkot daar gaan zetten. Of misschien omdat ik op dit moment bekender ben dan de prijs zelf. De Prijs van de Vrijheid heeft dus eigenlijk Urbanus gekregen. Wat kunt ge daar eigenlijk mee aanvangen, vraag ik mij af.

Ayaan Hirsi Ali heeft hem ook gekregen en zie wat voor een rustig leventje dat meiske nu heeft.

Ik zou een collega van mij willen introduceren, met wie ik vroeger nog gevoetbald heb in 4de provinciale, Jezus van Nazareth. Wij droegen mekaars pruik en hij was nog meer paranoïde dan ik. Jezus had altijd een hoop volk achter zijn gat lopen. Hij had daar schrik van en liep daar van weg, maar dat volk bleef hem achternalopen, want zij dachten dat hij hen ging redden. Ze hebben daar later een boek over geschreven. Die achtervolgelingen riepen alsmaar 'Jezus doe nog eens die sketch van die barmhartige Samaritaan?' Jezus, dat was een goeie sul en zei oké. Hij zag dat zijn publiek nogal simpel van geest was en daarom bracht hij zijn sketchen in de vorm van een parabel. Dat was makkelijker om te verstaan.

Ik heb hier eens in de zaal gekeken en... Als eerste parabel zou ik willen beginnen met 'De parabel van de verstopte riolering'.

In 1971, in volle hippieperiode, ben ik al liftend naar Kathmandu getrokken. In Iran had ik al een zevental vrienden gemaakt en wij logeerden allemaal samen in hotel 'De Sultans of Swing'. Die mensen waren daar supervriendelijk en gedienstig. Het eten en de bedden, dat was allemaal dik in orde, maar de toiletten, dat was wat minder. Daar stond geen toiletpot, er zat gewoon een klein gaatje in een betonnen vloer. En er was ook geen wc-papier, dat was nog erger. Er stond enkel een kruikje met water. Dat water moest ge tegen uw kont kletsen totdat uw achterlicht weer proper knipperde. Dat voelde toch niet zo lekker aan en wij smokkelden telkens stiekem een gazet mee binnen. Na een paar dagen vonden die mensen ons ineens niet meer zo sympathiek want heel de riolering van dat hotel zat verstopt. Wij werden vies bekeken en voelden ons daar niet meer op ons gemak.

Eén ding kan ik met absolute zekerheid zeggen, er was daar geen Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding voorhanden om dat hotel te verplichten hun rioleringsysteem aan ons aan te passen. Ze hadden er iets veel humaner op gevonden. Ze hebben ons daar gewoon buitengesmeten. Tot daar de eerste parabel.

Wel, net als die Iraniërs zijn wij van nature heel gastvrij en heel verdraagzaam, maar de laatste jaren zijn er bij ons ook nogal wat rioleringen verstopt geraakt omdat er iemand een mand rotte appels had 'doorgesjast' en daarmee is de vriendelijkheid er hier ook een beetje uit. De mensen maar bellen om hulp, maar de ontstoppingsdienst lag politiek correct te maffen.

De tweede parabel is een gevolg van de eerste: 'De parabel van het verschoten konijn'.

Een konijn zat rustig zijn klavers te knabbelen. De zon scheen en er kwam een eekhoorn bij zitten. Ze vertelden wat grappen over eikels en denappels. Toen kwam een vriendelijk lachende vos bij het gezelschap zitten. Meteen schoten het konijn en de eekhoorn weg en ze verstopten zich angstig onder een struik. De vos zei verbouwereerd: 'Waarom kijken jullie zo raar? Ik kom hier gewoon wat in de zon zitten. Hebt ge iets tegen mijn ros haar misschien? Zijn jullie racisten?' 'Maar nee vos', zei het konijn, 'uw ros haar, dat kan ons absoluut niet schelen en er is hier zon genoeg, maar ik herinner mij een paar bloederige incidenten met gasten die net zoals gij van dat ros haar hadden, en daarmee weten wij nu niet zeker of gij hier komt om in de zon te zitten of om onze kop af te bijten.'

Tot daar de tweede parabel. De ontstoppingsdienst raasde voorbij, maar te laat, de argwaan had zich al in de harten genesteld en dat zijn vlekken die er moeilijk uitgaan.

Maar er is hoop, er is een nieuwe profeet opgestaan, Karel De Gezalfde. Sedert die de zeven wereldzeeën heeft afgeschuimd, weet hij de boel hier aardig te relativeren. 'Mensen, wat maken wij ons druk om Brussel-Halle-Vilvoorde, in Afrika is er een seksuele genocide aan de gang. Vrouwen worden er massaal verkracht, verminkt en vermoord. En wij maken ons hier druk over Franstaligen die in Vlaanderen op Franstaligen kunnen stemmen.'

En inderdaad, hij heeft gelijk. Als je dit probleem van op de maan bekijkt, is het onrecht in Afrika groter dan het onze. Maar wij zitten nu eenmaal niet op de maan, wij zitten hier. Moeten we dan ieder klein onrechtje laten woekeren zolang het grote onrecht niet is opgelost? Het gaat er niet om hoe groot of hoe klein onrecht is, het gaat erom dat het onrecht is. Iedereen moet op zijn cirkeltje daar iets proberen aan te doen. En BHV ligt toevallig in onze cirkel. Kan iemand ons nog eens duidelijk uitleggen waar die ruzie met de Walen over gaat? Pompt Vlaanderen effectief pakken geld in Wallonië? En zo ja, wat doen die daar dan mee? Wij hebben toch het recht dat te weten? Wij, Vlamingen, worden aan alle kanten beboet en geplunderd, het zou toch beleefd zijn als men ons zegt waar dat goed voor is. Wij zitten opgescheept met duizenden venijnige graafjes van Alva die ons binnenstebuiten keren: 'Meneer, u brengt hier een soepmixer in als onkosten, maar ik heb ontdekt dat u uw oude mixer hebt hersteld en tweedehands verkocht, waar is dat reçuutje? Terwijl aan de andere kant iemand met cataract achter een loket zit: 'U hebt 58 kinderen, zegt u, en u wilt een grotere sociale villa... Komt in orde.'

En dan zijn ze verbaasd dat er clichés ontstaan. 'Belgen zijn dom!' Ja, haha, dat is folklore. 'Fransmannen zijn arrogant!' Haha, wees maar zeker. 'Hollanders zijn gierig!' En geen klein beetje, haha. 'Walen zijn lui!' Quoi? Ha non! C'est une honte! Un vrai scandale!

Het bewijs komt echter uit verrassende hoek, namelijk de video-industrie. Er worden veel meer dvd's verkocht in Wallonië dan in Vlaanderen. Wie heeft het meeste tijd om daar naar te kijken, denk je? Haha, maintenant toi!

We mogen niet veralgemenen natuurlijk, want neem nu Justine Henin. Eindelijk eens een Waalse die geld opbrengt. Loopt ze ermee naar Monaco. Justine je vous en prie, reviens et montre la Wallonie comment on fait.

Caroline Gennez stond onlangs in de woestijn te roepen: 'De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.' Dat klinkt fair, jammer genoeg weten de dragers intussen dat er nogal wat sterke schouders verstopt zitten tussen de zware lasten. Als we dit principe nu eens overhevelen naar studenten. Sommigen blokken zich te pletter in de hitte van de zomer, anderen hangen intussen in 't café of in de fontein. Zij die hard geblokt hebben, zijn geslaagd, de je m'enfoutisten zijn gezakt. Dan komt Caroline. We zullen van de onderscheidingen een pak punten afpakken en aan de gebuisden geven, dan halen die ook hun diploma. Let op mijn woorden, volgend jaar liggen er tien keer meer in de fontein.

De mensen zijn gelukkig nog niet helemaal verzuurd, ze zijn best bereid om anderen te helpen als het erop aankomt. Kijk maar met wat een gul hart men heeft gereageerd op de tsunami-ramp. Met dat geld alleen al kunnen ze een dijk bouwen rond de Indische oceaan. Ik vind het trouwens heel verrassend dat er van dat tsunami-geld niks naar Wallonië werd getransfereerd. Dat heeft de PS dan toch over het hoofd gezien.

Maar al bij al leven wij in het schoonste land van de wereld. Ik zie toch nog redelijk wat overblijfselen van een vredige beschaving. De mensen wachten beleefd hun beurt af bij de bakker. In de file zet iedereen zich spontaan opzij als er achteraan een ambulance aankomt. Dat moeten we koesteren. De nachtmerrie is dat we bij de bakker staan aan te schuiven. Een ambulance met loeiende sirene stopt vlak voor de winkel. Er komen twee ambulanciers uitgesprongen en met hun draagberrie stormen ze de winkel binnen. Iedereen gaat opzij, roept die ambulancier tegen de bakker: '4 croissants, 3 boterkoeken en 6 pistolets'. Ja, dan is alles verloren, want vanaf dan gaat niemand nog opzij voor een ambulance.

Urbanus


DS, 08-01-2008

Barst
10th January 2008, 03:32
Liever lachen met Urbanus

Caroline Gennez


In de gelegenheidstoespraak die de vader van de Vlaamse lach hield naar aanleiding van de Nova Civitasprijs die hij ontving, wordt het zogenaamde politiek correcte discours van de socialistische beweging op de korrel genomen. Ik ben daar, om heel eerlijk te zijn, niet eens zo rouwig om.


De afgelopen decennia worden de verwezenlijkingen van de socialistische beweging immers niet altijd meer naar waarde geschat. Onze sociale zekerheid, ons onderwijssysteem, ons hele sociale vangnet worden vandaag als een verworven recht beschouwd. Steeds minder mensen staan stil bij de mechanismen die schuil gaan achter het solidaire systeem dat van Europa een regio heeft gemaakt waar het, in vergelijking tot de rest van de wereld, goed leven is.

De kern van dat sociale systeem is dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Of om het eenvoudig te zeggen, wie veel heeft, kan meer geven dan wie weinig of niets heeft. Op die manier draagt iedereen naar draagkracht en vermogen bij aan de welvaart van onze regio en kunnen we voor iedereen die het moeilijk heeft een deftig vangnet organiseren. Urbanus stelt dat systeem ter discussie en haalt daarbij het voorbeeld aan van studenten die hun tijd verbrassen tegenover studenten die plichtsbewust studeren. Of om het weer eenvoudig te zeggen: wie hard studeert, heeft zijn of haar diploma verdiend, wie zich elke dag lazarus drinkt, moet achteraf niet komen klagen.

Ik heb Urbanus altijd enorm gewaardeerd als komiek, vooral omdat hij - en dat wordt nog maar eens bevestigd op de schitterende cd Urbanus Vobiscum - de humor gebruikt om het establishment te kijk te zetten. De humor van Urbanus is een hart onder de riem van de 'kleintjes' en werkt daarom louterend. Ik ben geen specialist, maar ik geloof zelfs dat dat een kenmerk is van alle humor. De lach gaat van onder naar boven. Anders wordt het uitlachen. Daarom maak ik me wat zorgen nu Urbanus de kleintjes verwijt lui te zijn en te leven op de kap van de hard werkenden. Is de wereld dan om zeep en gebeuren er rare dingen rondom mij?

Het studentenverhaal dat Urbanus aanhaalt, is eigenlijk een prima voorbeeld om aan te tonen waarom het solidariteitssysteem wel degelijk werkt. Want Urbanus isoleert een bevoorrechte groep uit de samenleving om uitspraken te kunnen doen over de hele samenleving. Als je de mogelijkheid hebt om hoger of universitair onderwijs te volgen, dan sta je gelukkig met behoorlijk wat kansen aan de start. De werkelijkheid is dat heel wat jongeren gewoon die startlijn niet eens halen. Het is geen toeval dat men zowel in het basis- als in het secundair onderwijs aan de hand van het opleidingsniveau van de moeder kan bepalen welke leerlingen het later moeilijk zullen hebben in hun studieloopbaan. Niet iedereen is immers gezegend met dezelfde talenten, dezelfde fysieke gezondheid, dezelfde financiële mogelijkheden, dezelfde steun en toewijding in het gezin. Voor wie niet kan gaan studeren, is de vraag of studenten zich lazarus drinken of deftig studeren een luxeprobleem.

Als we het hebben over de sterkste schouders die de zwaarste lasten dragen, moeten we het hele maatschappelijke spectrum overschouwen en niet alleen de gelukkigen die hogere studies aanvatten. Ik ben het eens met Urbanus dat als iedereen gelijk aan de start vertrekt én als iedereen dezelfde mogelijkheid heeft om de wedstrijd uit te lopen, diegenen die het hardst hebben getraind de medaille mogen halen. Maar niet iedereen vertrekt gelijk aan de start. En als dat wel zo is, zijn er mensen die het op één been moeten opnemen tegen tweebenigen. Wie met gelijke kansen aan de start staat, heeft inderdaad de verantwoordelijkheid om de kansen die hij of zij heeft gekregen waar te maken. Er is geen solidariteit mogelijk zonder verantwoordelijkheid. Dat is juist.

Urbanus bepleit eigenlijk het systeem van de meritocratie, met name dat mensen beoordeeld worden op hun merites. Dat is het Amerikaanse systeem. The American dream is, in een utopische maatschappij, voor iedereen haalbaar. Dat is ook de leuze van The land of the Free. Wie keihard werkt, kan het maken. Helaas weten wij in Europa dat de gezondheidszorg en het onderwijs in de VS zo belabberd zijn dat mensen er bij wijze van spreken creperen voor de deur van het ziekenhuis omdat hun ziekteverzekering de kosten niet dekt of omdat ze zo'n verzekering gewoon niet hebben. In het Europese systeem, dat vooral door de sociaal-democratie tot stand kwam, dragen de zwaarste schouders de grootste lasten. Daar kan iedereen rekenen op een degelijke gezondheidszorg. Ze is misschien niet perfect, maar in vergelijking met de meritocratische Verenigde Staten leven wij in een paradijs.

Urbanus is natuurlijk geen slecht mens, wel integendeel. In zijn gelegenheidstoespraak merkt hij terecht op dat er heel wat mensen bereid zijn de anderen te helpen. Hij verwijst naar de spontane solidariteit die ontstond naar aanleiding van de tsunami-ramp. Vanzelfsprekend is dat een bijzonder nobel gebaar van honderdduizenden mensen. We vinden elkaar dus in de goedheid van de mens. Maar dat soort hulp kennen we als de oude caritas, die mensen afhankelijk maakt van weldoeners. Caritas is prima, maar in een samenleving waarin enkel de caritas bestaat, creëer je een kaste van afhankelijken, die moeten rekenen op de goodwill van de rijken. Wij zien liever een samenleving waarin mensen rechten hebben, waarin het sociale vangnet niet afhankelijk is van goodwill, maar van een solidair systeem. Het nadeel van zo'n systeem is dat het misbruik niet uitsluit. Misbruik van solidariteit is verwerpelijk en moet stevig aangepakt worden. Het tegendeel beweren zou onrechtvaardig zijn. Maar de voordelen van een solidair systeem zijn oneindig veel groter. Je biedt mensen immers een recht op een goed leven, je geeft hen waardigheid. Niemand wordt verplicht om met het handje open beleefd te lachen naar zijn of haar weldoener. Ik leef liever in een land waarin we moeten betalen om te mogen lachen met Urbanus, dan dat we geld krijgen om te moeten lachen naar onze weldoeners.

Caroline Gennez is SP.A-voorzitster


DS, 09-01-2008