Barst
5th January 2008, 16:17
Het een én het andere
Dit jaar geen bloementuil van de galante minister van Financiën voor de glunderende minister van Begroting. En niet omdat het nu allebei mannen zijn. Er was geen reden voor zelfbewieroking. Voor het eerst in acht jaar is de gezamenlijke begroting van de Belgische overheden niet in evenwicht. Ze hebben samen een licht tekort van 0,3 procent van het bruto binnenlands product. Dat gat had, net als de vorige jaren, kunnen worden dichtgefietst door budgettaire trucs en eenmalige operaties. Maar daar heeft CD&V vanuit de toenmalige oppositie te hard tegen gefulmineerd om die gewoonte nu klakkeloos over te nemen. De symboliek is duidelijk: we gaan een nieuw begrotingstijdperk binnen.
De boodschap is niet opmonterend: we zullen opnieuw moeten aanknopen met de discipline van de jaren negentig. Hoe dat te rijmen valt met plannen om zowel de belastingen te verlagen als de uitkeringen welvaartsvaster te maken en de noodzaak om de communautaire spanningen rond een staatshervorming financieel weg te masseren, wordt de grote uitdaging.
De combinatie van een oplopende rente en een afkoelende economie belooft weinig goeds. Wellicht valt de rechtstreekse invloed daarvan op de begroting 2008 nogal mee. Het zal immers enige tijd duren alvorens de effecten op de inkomsten en uitgaven van de staat zichtbaar worden. Maar dat mag geen reden zijn om de zaken op hun beloop te laten. Na 2007 mag niet ook 2008 een verloren jaar worden voor de voorbereiding van de vergrijzing.
De interim-regering en, als ze er komt, haar opvolger, staan voor een opdracht die nog nooit eerder een Belgische regering tot een goed einde heeft gebracht: een grondige hervorming van de instellingen combineren met een doelmatig financieel beleid. Hoe sterk de twee aan elkaar gekoppeld zijn, blijkt uit de cijfers die de heren Reynders en Leterme gisteren voorstelden: Alleen de federale regering is armlastig, de andere entiteiten, namelijk gemeenschappen en gewesten plus de sociale zekerheid, zijn in goeden doen.
De uitkomst is duidelijk: ofwel moet de federale overheid minder doen, ofwel heeft ze meer geld nodig. Anders gezegd: als de deelstaten geen geld willen afstaan aan de federatie, zullen ze taken moeten overnemen. Niets doen is gewoon geen oplossing.
De moeilijkheid is dat iets veranderen aan de structuren een ruime coalitie vereist, liefst een met een tweederde meerderheid. Maar het bijeenbrengen van zoveel gezindten, zonder budgettaire marge, maakt akkoorden over de inhoud van het te voeren beleid vrijwel onmogelijk. En toch moeten ze allebei en dringend.
Na de ontnuchtering van 2007 is er wellicht onder verantwoordelijke leiders een consensus mogelijk over wat moet. De vraag blijft of die elitaire consensus ook verkoopbaar is aan de diverse achterbannen.
DS, 05-01-2007 (Bart Sturtewagen)
Dit jaar geen bloementuil van de galante minister van Financiën voor de glunderende minister van Begroting. En niet omdat het nu allebei mannen zijn. Er was geen reden voor zelfbewieroking. Voor het eerst in acht jaar is de gezamenlijke begroting van de Belgische overheden niet in evenwicht. Ze hebben samen een licht tekort van 0,3 procent van het bruto binnenlands product. Dat gat had, net als de vorige jaren, kunnen worden dichtgefietst door budgettaire trucs en eenmalige operaties. Maar daar heeft CD&V vanuit de toenmalige oppositie te hard tegen gefulmineerd om die gewoonte nu klakkeloos over te nemen. De symboliek is duidelijk: we gaan een nieuw begrotingstijdperk binnen.
De boodschap is niet opmonterend: we zullen opnieuw moeten aanknopen met de discipline van de jaren negentig. Hoe dat te rijmen valt met plannen om zowel de belastingen te verlagen als de uitkeringen welvaartsvaster te maken en de noodzaak om de communautaire spanningen rond een staatshervorming financieel weg te masseren, wordt de grote uitdaging.
De combinatie van een oplopende rente en een afkoelende economie belooft weinig goeds. Wellicht valt de rechtstreekse invloed daarvan op de begroting 2008 nogal mee. Het zal immers enige tijd duren alvorens de effecten op de inkomsten en uitgaven van de staat zichtbaar worden. Maar dat mag geen reden zijn om de zaken op hun beloop te laten. Na 2007 mag niet ook 2008 een verloren jaar worden voor de voorbereiding van de vergrijzing.
De interim-regering en, als ze er komt, haar opvolger, staan voor een opdracht die nog nooit eerder een Belgische regering tot een goed einde heeft gebracht: een grondige hervorming van de instellingen combineren met een doelmatig financieel beleid. Hoe sterk de twee aan elkaar gekoppeld zijn, blijkt uit de cijfers die de heren Reynders en Leterme gisteren voorstelden: Alleen de federale regering is armlastig, de andere entiteiten, namelijk gemeenschappen en gewesten plus de sociale zekerheid, zijn in goeden doen.
De uitkomst is duidelijk: ofwel moet de federale overheid minder doen, ofwel heeft ze meer geld nodig. Anders gezegd: als de deelstaten geen geld willen afstaan aan de federatie, zullen ze taken moeten overnemen. Niets doen is gewoon geen oplossing.
De moeilijkheid is dat iets veranderen aan de structuren een ruime coalitie vereist, liefst een met een tweederde meerderheid. Maar het bijeenbrengen van zoveel gezindten, zonder budgettaire marge, maakt akkoorden over de inhoud van het te voeren beleid vrijwel onmogelijk. En toch moeten ze allebei en dringend.
Na de ontnuchtering van 2007 is er wellicht onder verantwoordelijke leiders een consensus mogelijk over wat moet. De vraag blijft of die elitaire consensus ook verkoopbaar is aan de diverse achterbannen.
DS, 05-01-2007 (Bart Sturtewagen)