PDA

Bekijk de volledige versie : Ramadan over ramadan


Barst
2nd July 2005, 13:33
De 'schaapskleren' van De Koran soepel interpreteren mag, rente niet


Hoe voorkom je dat moslims in Europa en Amerika in een geestelijk getto terechtkomen en hoe vermijd je aan de andere kant dat ze totaal assimileren en op die manier hun eigen karakter kwijtraken? De Zwitserse filosoof Tariq Ramadan probeert een antwoord te geven op die vraag in zijn boek 'Westerse moslims en de toekomst van de islam'.


Ramadan verdraagt het niet dat westerse moslims aan de kant blijven staan in een samenleving waarin ze vaak al generaties wonen. Hij wil dat moslims volop meedoen aan het maatschappelijke debat en niet fungeren als muurbloempjes. Wie Ramadan zelf wel eens bezig heeft gezien in een debat, bijvoorbeeld op de Franse tv, enthousiast, gevat, heftig gesticulerend, lachend en grappend, kan moeilijk twijfelen aan de oprechtheid van zijn verlangen de moslims mee te laten doen aan de grote discussies.

Maar juist een van die tv-debatten bracht hem in verlegenheid. Hij zou daarin hebben geweigerd het stenigen van overspeligen af te keuren, wat zijn imago van een extremistische wolf in liberale schaapskleren natuurlijk versterkte.

Menige regering ziet in hem vooral de vermomde wolf. Vorig jaar zou hij in Amerika hoogleraar worden, maar op het laatste nippertje kreeg hij geen visum. En de Franse ambassade in Nederland waarschuwde in januari jongstleden de organisatoren van de Haagse Winternachten voor Ramadan.

Het probleem voor een wolf in schaapskleren is dat de schaapskleren een eigen leven kunnen gaan leiden. Als de complottheorie van de sluwe Ramadan klopt, als hij een man is die achter zoetgevooisde uitspraken zijn ware, radicale bedoelingen verhult, dan zijn zijn boeken de schaapskleren. Eens zal Ramadan overlijden, maar zijn boeken zullen blijven bestaan. Onafhankelijk van de bedoelingen van de schrijver zullen ze invloed blijven uitoefenen op komende generaties moslims en niet-moslims. Daarom blijven, zelfs als Ramadan in pure boosaardigheid geen letter zou geloven van wat hij opschrijft, zijn boeken toch de moeite van het lezen en analyseren waard.

Ramadan maakt overtuigend duidelijk dat de islam niet gebonden is aan één cultuur. In de beeldvorming is dat wel een beetje zo, de begrippen 'Arabier'en 'moslim'worden vaak vrolijk door elkaar gemengd.

In werkelijkheid is tussen de tachtig en de negentig procent van de moslims geen Arabier en zijn de nodige miljoenen Arabieren christen. De moslimwereld laat al eeuwen een grote culturele verscheidenheid zien: de Javanen zijn na hun islamisering Javanen gebleven, de Perzen Perzen en de Afrikanen Afrikanen. De islamisering heeft wel een stempel op culturen gedruk, maar hen niet weggevaagd. Waarom zouden dan de islam en de westerse cultuur onverenigbare grootheden zijn?

Ramadan moet wel enige problemen oplossen. Zo kent de islamitische sjariawet de begrippen ' huis van de islam' en ' huis van de oorlog'. Tot de eerste categorie behoren de islamitische landen, tot de tweede, onheilspellende categorie de rest. Wetsgeleerden hebben later een derde categorie ontwikkeld, het ' huis van het verdrag', te weten alle niet-islamitische landen waar moslims hun godsdienst vrij kunnen uitoefenen en waar ze veilig zijn.

Maar Ramadan wil niet dat de moslims op basis van zo'n denkbeeldig ' verdrag' in het Westen verblijven, want dan blijven ze getolereerde buitenstaanders. Hij lanceert daarom een nieuw begrip: het ' huis van het getuigenis', een afspiegeling van de toestand zoals die in de prilste begintijd van de islam in Mekka bestond: de profeet was net met zijn prediking begonnen, de eerste moslims maakten volop deel uit van de Mekkaanse samenleving, de meerderheid was andere geloven toegedaan, maar de mensen van Mohammed durfden hun buren luid en duidelijk te vermanen.

Ramadan stelt dat de begrippen ' huis van de islam' en ' huis van de oorlog' zijn ontwikkeld door wetsgeleerden na de dood van de profeet, toen vijanden de islam belaagden. Het ' huis van de getuigenis' is een veel vriendelijker concept en het lijkt een vruchtbaar idee. Het is een manier om uit het geestelijke getto te kruipen zonder de prijs van totale assimilatie te betalen.

Er is wel een moeilijkheid, die Ramadan niet noemt. De toestand van confrontatie met vijanden ontstond al voor de dood van de profeet. Mohammeds vijanden in Mekka, die niets van het nieuwe geloof moesten hebben, maakten hem en zijn aanhangers het leven zo zuur dat ze moesten uitwijken naar Medina. Vandaaruit begonnen ze een guerrillastrijd tegen de achtergebleven Mekkanen, die ze uiteindelijk wonnen. Grote stukken van de Koran dateren, zo wordt aangenomen, uit de periode in Medina, en ademen de sfeer van het ' huis van de oorlog' van de rechtsgeleerden. In de koransoera ' Anfal' staan vreselijke oproepen om de vijanden af te slachten.

In die periode liet de profeet ook bloedbaden aanrichten onder joodse clans in Medina.

Een echte uitwerking van zijn veelbelovende concept van 'huis van het getuigenis'laat Ramadan achterwege, misschien wel omdat hij dan gedwongen zou zijn om hele korangedeelten te schrappen of weg te relativeren. Daarmee zou hij de banden doorsnijden met achterbannen, die hij niet wil verliezen, de moslimjeugd in de Parijse voorsteden bijvoorbeeld.

Ramadan krijgt wel het verwijt dat hij in optreden voor die Franse moslimjeugd hele andere dingen zegt dan in zijn boeken. Hij antwoordt daarop dat elk publiek zijn eigen ' taal' heeft en dat je daarmee rekening moet houden als je wilt dat je boodschap overkomt. Misschien dat hij toch, omdat hij verschillende groepen tegelijk wil bereiken, in een spagaat terechtkomt.

Dat zou verklaren waarom hij in zijn boeken op onverwachte momenten plotseling op de rem trapt. Het zou ook kunnen dat hij van zichzelf schrikt en bang is om een totale relativist te worden. Hoe dan ook, soms zet Tariq Ramadan ineens op een onbegrijpelijke manier de hakken in het zand. Het resultaat is een liberaal klinkend betoog, met nu en dan lelijke, onverwachte horten en stoten. Zoiets als een automotor, die afslaat op een steile helling.

De kernvraag is of een moslim kan leven in een niet-islamitische samenleving. Of kun je alleen in een islamitische samenleving een goede moslim zijn? Ramadan zet in principe liberaal in. Volgens hem biedt de sjaria genoeg ruimte, tussen een paar absolute geboden en verboden, om deel te nemen aan het westerse, maatschappelijke leven. Ramadan beschrijft op interessante wijze de souplesse van de islamitische wetsgeleerden, de instrumenten die zij ontwierpen om moslims met een onbuigzame norm toch in staat te stellen te leven in een omgeving, die niet aan die norm voldoet.

Ramadan is tegen islamitische scholen, omdat die het isolement in de hand werken. Hij pleit voor een contextuele uitleg van de Koran, die rekening houdt met de kloof tussen de omstandigheden in de periode van de openbaring en die van nu '' waarom hij in die tv-uitzending toch begon te hakkelen over zoiets krankzinnigs als de steniging van overspelige vrouwen, mag Joost weten.

Hij betoogt dat vasthouden aan basisprincipes van de islam niet inhoudt dat je onderworpen bent aan historisch bepaalde modellen. Het gaat volgens hem om de tijdloze normen die achter die modellen schuilgaan. Het kost hem dan ook geen moeite een soepele uitleg te geven aan de islamitische kledingvoorschriften: die betekenen niet dat iedereen zich moet kleden als in de tijd van de profeet. De boodschap achter de voorschriften is: kleed je volgens geldende fatsoensnormen, tart niet.

Maar dan ineens gooit hij de kont tegen de krib, met een verbetenheid die verbaast of zelfs verbijstert. Het gebeurt in het hoofdstuk over de economie en het islamitische verbod op rente, een hoofdstuk dat de veelzeggende titel 'Economisch verzet'draagt. Ineens verdwijnt alle souplesse, juist bij een onderwerp dat zich bij uitstek leent voor een vrijzinnige benadering. Er zijn moslimgeleerden genoeg geweest die onderscheid wisten te maken tussen rente en woeker. Volgens hen sloeg het verbod op woeker, berekend door een geldschieter met de machtspositie van een monopolist.

Maar Ramadan vindt dat slap gepraat. En ineens haalt hij toch weer het ' huis van de oorlog' van stal en past het toe op het neoliberalisme. Wat is dat nou? Marx met een tulband, Rosa Luxemburg in een boerka? In de moslimwereld bestond tot voor ongeveer dertig jaar een sterke linkse stroming, die vrijwel geheel het loodje heeft gelegd. Veel prominente linkse denkers zijn op den duur overgegaan naar de politieke islam. Misschien is Ramadan een van hen en heeft hij zijn rode ideeën een laagje groene verf gegeven. Maar welke relatie heeft dat gehak op moderne economie met de geschiedenis van de islam, de godsdienst van de koopman Mohammed, die het hart van zijn eerste vrouw veroverde door een handelskaravaan van haar met een recordwinst naar Mekka terug te laten keren?

In de islamitische bloeitijd, zo'n duizend jaar geleden, ontwikkelden juist moslimkooplieden revolutionaire betaalmethodes, voor die tijd zeer modern, zoals cheques, die een koopman uit Bagdad kon inwisselen in bijvoorbeeld Marokko. Voor iemand met de lenigheid van geest van Tarik Ramadan moet het een koud kunstje zijn om aan te tonen dat redelijke, beheerste renteberekening juist een waarborg is tegen onmenselijke woekerpraktijken, die bijvoorbeeld in de Levant een complete boerenstand kapot hebben gemaakt. Het is onbegrijpelijk waarom hij dat niet doet.

Zijn bewondering voor antiglobalisten steekt Ramadan niet onder stoelen of banken. Hij ziet ze als natuurlijke bondgenoten. Dat is zijn goed recht. Maar waarom die rare poging om een godsdienst voor de kar te spannen van een economische en politieke hobby, die niet alleen in Oost-Europa een ravage heeft aangericht, maar ook in het land waar Ramadan zijn wortels heeft -Egypte? Waarom niet, in plaats van die woede-uitval, een pleidooi voor kapitalisme met een menselijk gezicht?

Ramadan wil de moslims behoeden voor assimilatie en dat zal hem, als zijn ideeën aanslaan, wel lukken. Maar het religieuze getto, waaruit hij zijn geloofsgenoten wil verlossen, vervangt hij door een politiek getto, nog steeds met een dwingend beroep op de godsdienst. Tel uit je winst.


Trouw, 25 juni 2005