PDA

Bekijk de volledige versie : Van drinkebroers en dronkenlappen


Barst
20th December 2007, 18:04
Van drinkebroers en dronkenlappen


Als u gisteren naar Het Groot Dictee der Nederlandse Taal hebt gekeken, zag u misschien dat ik 'slechts' tien fouten maakte in het dictee 'De ladder naar lust' van de te vroeg van ons heengegane Jan Wolkers. Daarmee haalde ik ex aequo met schrijver Peter Terrin het beste resultaat van de zogenaamde 'prominenten'. Logisch resultaat, zult u denken, want schrijven is ons vak en als beroepsauteurs al niet juist kunnen spellen, wie dan wel? Laat ik u al meteen uit uw waan halen: ik kan niet juist spellen, althans niet volgens de huidige regels, die verzonnen moeten zijn door een stel drinkebroers en dronkenlappen, ergens in een louche cafeetje, ver na halfvier 's nachts, en na het ledigen van menige glazen sterkedrank. Mijn goede resultaat is louter een kwestie van toeval geweest. Ik heb gegokt als in chique casino's en had nu eenmaal meer geluk dan wijsheid. Denkt u nu echt dat ik ook maar een vermoeden had hoe en vooral volgens welke regel, of uitzondering daarop, bijvoorbeeld het woord 'oudtestamentisch' geschreven werd? Ik had geen flauw idee daarover. Ik gokte goed en anderen verkeerd, waardoor zij meteen drie fouten kregen aangesmeerd.

Een ander woord 'hete bliksem', een typisch oud-Hollands gerecht, dat echter in mijn contreien een synoniem is voor een vrouw die er een nogal promiscue levenswandel op na houdt, zou ik in deze laatste betekenis inderdaad in twee woorden geschreven hebben, maar naar analogie van woorden als rodekool en wittekool en heteluchtballon besloot ik, daarbij ook vertrouwend op een greintje taalgevoel, toch alles aan mekaar te schrijven. Fout dus! Want aan analogie en taalgevoel, weet ik nu, heb je geen moer met de huidige spellingregels, die niets vandoen hebben met logica en eenvoud en die bij alle gebruikers van de Nederlandse taal - van de professionelen tot de dilettanten - op haast elk ogenblik vertwijfeling en frustraties oproepen en in het ergste geval tot laconisme of woedeaanvallen leiden.

Als voorbereiding op dit dictee heb ik de spellingregels grondig bestudeerd en dat, eerlijk gezegd, voor het eerst in decennia, want ik heb het geluk dat op mijn uitgeverij routineuze letterknechten zitten die al mijn hersenspinsels nalezen op spel- en andere fouten zodat ik mij kan concentreren op waar ik wel goed in ben: het schrijven van zinnen, alinea's en hoofdstukken, die samengevoegd een solide roman of een briljant essay vormen. Meermaals heb ik bij het lezen van de nieuwe regels grote ogen opgezet, niet alleen bij de regel voor de tussen-n of het gebruik van het liggend streepje, maar ook bij die voor het schrijven van uit vreemde talen afkomstige woorden of idiomatische verbindingen. In plaats van zonneklare en voor geen enkele discussie vatbare regels te maken, hebben de onzichtbare farizeeërs in hun ivoren torens, die als een cerberus waken over de Nederlandse taal en haar schrijfwijze, bij de laatste spellingherziening ervoor gekozen om verwarring en onduidelijkheden te scheppen ten gevolge waarvan de spelling een labyrint is geworden waarin niemand de weg nog vindt. Het taalgenootschap verantwoordelijk voor dit fiasco komt mij voor als een ambtelijke, bureaucratische moloch, die bij het opstellen van de regels te veel rekening heeft gehouden met etymologie en traditie,waardoor aan elke regel een waslijst uitzonderingen kleeft. Dat heeft dan weer tot gevolg dat zinnebeelden zinnenprikkelend kunnen zijn en de Kerstman elk jaar rond kerst ons land aandoet, na een lange reis waarvoor hij hopelijk een allriskverzekering aan een all-inprijs heeft afgesloten, zo niet kan hij altijd nog na een reïncarnatie een poging tot re-integratie wagen.

Ik begrijp nu meer dan ooit tevoren de heibel die er was na de jongste spellinghervorming en die ertoe heeft geleid dat er momenteel twee spellingswoordenboeken in omloop zijn: het Groene Boekje en het Witte Boekje, dit laatste gemaakt door taalminnende mensen die het Nederlands dagelijks in de media moeten gebruiken. Ik vraag dan ook met klem dat de verantwoordelijken voor dit debacle, die mijns inziens aan een alice-in-wonderlandsyndroom lijden (= een neurologische aandoening waarbij voor iemands gevoel de verhoudingen tussen hem- of haarzelf en de omgeving verstoord zijn, vaak ten gevolge van een migraineaanval) dringend opnieuw samenkomen om voor de zoveelste, maar hopelijk laatste keer aan een nieuwe spelling te werken, die eenvoudig, logisch en modern is, iets waar de maatschappij, waarin sms-taal en ge-e-mail sowieso tot steeds meer taalverloedering leiden, dringend nood aan heeft.

PS: Ik heb ernaar gestreefd dit opiniestuk foutloos te schrijven. Als mij dit toch niet gelukt is, valt dit geheel en al buiten mijn verantwoordelijkheid.


Stefan Brijs is schrijver. Zijn recentste roman is 'De Engelenmaker'

www.standaard.be/dictee


DS, 20-12-2007