Inloggen

Bekijk de volledige versie : Geluk: hoe doe je dat? (7)


Barst
6th December 2007, 02:07
Geluk / ’Doe niet te calvinistisch over antidepressiva’


Hoe doe je dat eigenlijk, gelukkig worden? In een serie artikelen wijzen deskundigen ons de weg naar geluk in werk, liefde en levensbeschouwing. Vandaag deel 7: depressies horen bij het leven.


Worden wij met z’n allen steeds ongelukkiger? Je zou het wel denken, als je naar de cijfers kijkt. De Wereldgezondheidsorganisatie schetst het sombere perspectief dat depressie in 2020 de tweede plaats zal hebben bereikt op de wereld-ranglijst van meest voorkomende ziekten. Nederland lijkt hard zijn best te doen om deze verwachting waar te maken, want in 2006 werd een record bereikt: 1 miljoen Nederlanders kregen dat jaar minstens één recept voor antidepressiva.

Anton Loonen: „We hebben te maken met de wet van behoud van ellende.”Anton Loonen (54), arts, klinisch farmacoloog en hoogleraar Geneesmiddelengebruik bij psychiatrische patiënten, denkt niet dat we steeds ongelukkiger worden. We worden wel steeds ouder. „We gaan niet meer jong dood aan tuberculose of vliegende tering. Maar doordat we langer leven, lopen we meer averij op, krijgen we meer chronische ziektes en moeten we meer problemen overwinnen - waardoor we ook depressief kunnen worden.”

Maar vooral verklaart Loonen de stijgende lijn in de statistieken doordat depressie steeds beter herkend wordt, én vaker met antidepressiva behandeld wordt. Terecht, vindt hij. Natuurlijk zijn er mensen die al te vlotjes een recept voor Prozac, Seroxat of Efexor krijgen. Mensen bij wie deze of andere antidepressiva nauwelijks werken omdat zij ten onrechte ’depressief’ genoemd worden, en dus voornamelijk de vervelende bijwerkingen van de pillen krijgen. Overbehandeling, heet dat ook wel. Toch, zegt Loonen verrassend genoeg, vindt hij ónderbehandeling een groter probleem. „Ik maak mij vooral zorgen over de mensen die ten onrechte géén behandeling krijgen - en daar zijn er ook nog altijd veel van. Die daardoor schade oplopen; die zelfmoord plegen of pogingen daartoe doen; die zichzelf levensgeluk ontzeggen omdat ze terughoudend willen zijn met medicijnen. Omdat ze menen: ik moet het zelf kunnen overwinnen, het is een kwestie van geestkracht.”

Maar 1 miljoen Nederlanders aan de antidepressiva, dat is toch bedroevend? Grijpt de dokter niet veel te makkelijk naar het receptenblok? Zijn we depressie niet te ruim gaan definiëren en zoeken we niet te snel, ook bij mildere somberheid, onze toevlucht tot een pilletje dat ons probleem moet oplossen?

De prof schudt het hoofd en weigert mee te gaan in een potje doemdenken over geneesmiddelengekte. Hij zegt: „Natuurlijk moeten artsen kritisch zijn en geen pillen voorschrijven als dat niet zinvol is; daarmee kunnen ze schade aanrichten. Maar we moeten ook niet te calvinistisch zijn. Want zelfs als er geen sprake is van een echte depressie, kunnen mensen hevig last hebben van tobberigheid, neerslachtigheid, angsten. Ik zou die mensen zeker geen medicijnen willen onthouden. Ook tobberigheid geeft bijwerkingen en richt schade aan - schade in het dagelijks leven, in iemands relaties. En het is ook ongezond om een depressie te hebben. Depressieve mensen zijn vaker ziek en gaan eerder dood dan mensen die niet aan depressie lijden.”

Depressie wordt vaker behandeld dan tien, twintig jaar geleden maar de ziekte komt niet minder vaak voor. Dit leert ons, denkt Loonen, dat stemmingsstoornissen bij het moderne leven horen. „Mensen reageren met dit soort klachten kennelijk op grote gebeurtenissen en levensomstandigheden. Dat menselijke reactiepatroon kun je met behandeling niet uitbannen, net zo min als je griep kunt uitbannen. Daarom moet ons doel zijn het leven van angstige of depressieve mensen te verlichten. We moeten hen zo snel en gladjes mogelijk door zo’n moeilijke periode heen helpen.”

Een geschatte 35 procent van alle Nederlandse vrouwen krijgt ooit een depressie; van de mannen moet ongeveer 20 procent door zo’n diep dal. De ziekte is een fact of life, zegt Loonen, die daarover enige gelatenheid bepleit. In preventieprogramma’s, waarmee voorstanders depressie hopen te voorkómen, gelooft hij niet. „We hebben te maken met de wet van behoud van ellende. Wat je ook doet, problemen, ziekte en dood zullen er altijd blijven. Je kunt je daarom beter richten op het beperken van de ellende hier en nu, dan op het vermijden van ellende in de toekomst. We moeten het leven nú zo draaglijk mogelijk maken.”

Loonen vindt dat we gezondheidsproblemen wat pragmatischer moeten benaderen; de blik vooral moeten richten op de korte termijn. Zo stelt hij ook - en nu valt iedereen over hem heen, voorspelt hij lachend - dat we ons eens kritisch moeten bezinnen op al die preventieve behandelingen met cholesterolmiddelen en bloeddrukverlagers. „Daar moeten we niet te hoge verwachtingen van hebben”, zegt hij. „Wat de toekomst brengt, weten we toch niet. En wanneer we voortdurend allerlei risico’s in de toekomst willen uitsluiten, kunnen we onszelf in het heden tekort doen.”

Vooral bij depressie vindt hij dat heel onverstandig. Hij ziet dagelijks wat een narigheid de ziekte hier en nu aanricht bij psychiatrische patiënten, maar ook bij ’gewone’ depressieve mensen. Tob daarom niet te veel over lange termijn-bijwerkingen, besteed niet te veel geld en tijd aan onzekere preventieplannen, maar behandel hen zo snel en zo goed mogelijk, zegt hij.

Dat hoeft niet altijd met medicatie te zijn. Chemisch geluk is nog geen echt geluk. Loonen: „Antidepressiva werken bij psychische klachten die het geluk in de weg staan. Aan die klachten moet je wat proberen te doen. Als dat met sociale maatregelen kan, moet je die treffen: misschien word je overvraagd in je werk, of heb je meer steun nodig bij lichamelijke kwalen. Als het via psychotherapie kan, moet je dat gaan volgen. Maar als een pilletje helpt, zie ik geen enkele reden om dat niet te gebruiken.”

Door het slikken van een pil leer je geen nieuwe vaardigheden, geeft hij toe, dus dé panacee is het niet. „Daarom moeten antidepressiva niet zomaar via een internetapotheek geleverd worden. Wanneer je depressief bent, moet je een behandelaar zoeken die samen met jou nagaat wat het beste werkt voor jou, zodat je weer verder kunt. Of dat praten is of pillen of allebei, dat is voor iedereen anders. Maar psychische ziektes hebben altijd een biologische, psychologische en sociale component. Aan al die aspecten moet aandacht besteed worden.”


De 5 tips van Anton Loonen

+Praat jezelf geen probleem aan maar veronachtzaam symptomen van depressie evenmin.
+Zoek hulp, en accepteer een behandeling wanneer je verwacht dat je daarvan zult opknappen.
+Laat je niet afschrikken door het feit dat er zoveel antidepressiva worden voorgeschreven - het kan voor jou zinvol zijn.
+Richt je niet te veel op je gezondheid op de lange termijn, maar streef ernaar je nú zo goed mogelijk te voelen.
+Geniet van het leven; doe moeite om uit te zoeken hoe jij dat het best kunt vormgeven.


Trouw, 22-11-2007

Barst
8th October 2011, 17:20
Levenslang op dieet


Hoe doe je dat eigenlijk, gelukkig worden? In een serie artikelen wijzen deskundigen ons de weg naar geluk in werk, liefde en levensbeschouwing. Vandaag deel 8: Wie gelukkiger wil worden moet levenslang op dieet.


Gelukkige mensen hebben gewoon geluk, dacht Sonja Lyubomirsky (40) vroeger: die zijn gelukkig geboren. Inmiddels, na achttien jaar wetenschappelijk onderzoek naar geluk, denkt zij daar anders over: gelukkige mensen hebben wel een voorsprong sinds hun geboorte, maar zij hebben óók in de gaten dat je hard moet werken om gelukkig te worden, te zijn, te blijven.

Geluk is een werkwoord, schrijft de hoogleraar psychologie aan de universiteit van Californië in haar boek ’De maakbaarheid van het geluk: een wetenschappelijke benadering voor een gelukkig leven’. De Nederlandse vertaling ligt sinds kort in de winkel.

Vijftig procent van ons geluksgevoel, zo luidt de theorie die Lyubomirsky in haar boek ontvouwt, is genetisch bepaald. Dat is dus pech of mazzel: het is het ’basisniveau’ waarmee we zijn geboren en waar we niets aan kunnen veranderen. Onze levensomstandigheden (zijn we rijk of arm, mooi of lelijk, getrouwd of single) bepalen maar zo’n tien procent van ons welbevinden. Winst valt te behalen in de resterende veertig procent, betoogt Lyubomirsky: op dat deel kunnen we zelf invloed uitoefenen met ons gedrag en met onze manier van denken.

„Deze percentages zijn gemiddelden”, nuanceert de hoogleraar telefonisch vanuit Amerika. ,,Het zal niet bij iedereen 50-40-10 procent zijn. Maar er is vrij veel wetenschappelijk bewijs dat ongeveer de helft van ons geluksniveau aangeboren is. Uitgebreid onderzoek bij tweelingen heeft aangetoond dat bij ieders geboorte de geluksthermostaat op een bepaalde stand staat. Die kún je zelf omhoog krijgen, mits je bereid bent daar hard voor te werken.”

Lyubomirsky beschrijft twaalf manieren waarop deze klus geklaard kan worden: de zogeheten geluksstrategieën. ,,Er zijn waarschijnlijk wel honderd mogelijke activiteiten en strategieën, maar ik heb gekozen voor diegene die worden gestaafd door onderzoek”, zegt ze. Een greep uit haar lijst: Zorgen voor je lichaam (door sport of meditatie). Zorgen voor je ziel (met geloof of spiritualiteit). Dankbaarheid tonen. Sociale contacten koesteren. Jezelf niet vergelijken met anderen. Vriendelijk zijn. Geëngageerd werken aan je doelen.

„Ja, wat lijken ze afgezaagd hè?”, lacht ze. „Maar uit allerlei experimenten blijkt dat mensen die dagelijks een paar van deze strategieën toepassen, significant meer geluksgevoelens hebben.”

Neem het ervaren, en liefst ook uiten, van dankbaarheid voor wat je hebt. ,,Er is veel onderzoek dat aantoont dat het gelukkig maakt om je zegeningen te tellen, door daar iedere dag even bij stil te staan of over te schrijven.” En neem behulpzaam en vriendelijk zijn voor anderen. Die strategie brengt ’een cascade aan positieve gevolgen’ met zich mee, stelt Lyubomirsky. ,,Het geeft je het gevoel dat je een goed, gul mens bent, en dat vergroot je gevoel van eigenwaarde. Het versterkt je band met anderen; zij zullen zich ook dankbaar tonen en zullen er later ook voor jou zijn. Je krijgt ook meer invoelingsvermogen. Dat alles maakt mensen gemiddeld gelukkiger.”

Hoeveel van die strategieën heeft iemand met geluksambities nodig? „Ongeveer vier zou mooi zijn, maar dan díe vier die het beste bij jou passen. Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat niet alle strategieën werken voor iedereen. Ik las vroeger van die zelfhulpboeken waarin ook werd gezegd: tel je zegeningen. Maar dan dacht ik: o nee, dat wil ik niet, dat voelt onnatuurlijk voor mij. Inmiddels weet ik dat je dan ook andere dingen kunt doen. Hardlopen bijvoorbeeld past weer wel goed bij mij, net als het koesteren van mijn relaties met anderen.”

Het zal, erkent Lyubomirsky, aanvankelijk wat geforceerd aanvoelen om zo’n handvol ’geluksactiviteiten’ uit te voeren, maar mettertijd zullen het vaste, gezonde gewoonten worden.

„Daarvoor moet je wel trouw zijn en je strategieën niet laten versloffen. Dat is natuurlijk het moeilijkste: om ze iedere dag te blijven doen – voor altijd. Maar veel ervan kosten helemaal geen tijd! Je kunt bijvoorbeeld leren om jezelf niet langer met anderen te vergelijken; je kunt je zegeningen tellen als je in de auto zit, en vriendelijk zijn kost ook niet meer tijd dan onvriendelijk zijn – integendeel.”

De onderzoekster trekt de vergelijking tussen levensgeluk en lichaamsgewicht. Zoals sommige mensen meer aanleg hebben om dik te worden dan anderen, kunnen mensen ook geboren worden met wat ongelukkiger genen. Maar deze pechvogels hoeven niet met een hoog gewicht of een laag geluksniveau door het leven, betoogt ze. Zij zullen wél beter op hun dieet moeten letten, respectievelijk meer aan hun geluk moeten werken dan hun tenger gebouwde en zonnig geboren tegenvoeters.

Psychologe Sonja Lyubomirsky: Vergelijk jezelf niet met anderen.Wie gelukkiger denkt te worden door zijn omstandigheden te veranderen, heeft het mis. Waar je woont en hoe je eruitziet, of je een baan hebt of niet: het maakt maar een geschatte tien procent uit. „De meeste mensen focussen vooral daar op”, zegt Lyubomirsky. „Ze denken: als ik maar de juiste man ontmoet, zal ik gelukkig zijn. Zo’n verandering zál je ook een kick geven, maar die is niet blijvend. We raken gewend aan nieuwe omstandigheden, vinden die algauw weer gewoon en zakken dan terug naar ons eigen, oude basisniveau.”

De Amerikaanse citeert in haar boek veel onderzoek waaruit blijkt dat mensen die doelen buiten zichzelf najagen – macht, geld, schoonheid – gemiddeld mínder gelukkig zijn. „De vraag is natuurlijk waarom we die fout toch steeds weer maken. Waarschijnlijk omdat we die kick krijgen; die werkt verslavend. Als we een cosmetische operatie laten doen, dan voelen we ons echt mooier, beter, gelukkiger. Alleen is dat gevoel binnen een jaar weer verdwenen.”

Beter is het om trouw en dagelijks die veel minder sexy geluksstrategieën toe te passen. Lyubormirsky: ,,Dat is hard werken, maar het is het waard. Mensen die gelukkig zijn, blijken ook gezonder, productiever, creatiever en socialer te zijn. Hun omgeving profiteert daar ook van. Door zelf gelukkiger te worden, kun je meer betekenen voor andere mensen.”


De vijf tips van Sonja Lyubomirsky

+Train jezelf in het ervaren en uiten van dankbaarheid

+Koester je relaties en versterk ze door er tijd in te investeren

+Stel jezelf doelen en blijf daaraan gecommitteerd

+Ontwikkel strategieën om stress en tegenslag het hoofd te bieden, bijvoorbeeld door daar ook het leerzame van in te zien

+Probeer jezelf niet te vergelijken met anderen en niet te piekeren. Piekeren is denken in cirkels: je komt er geen stap verder mee en gaat je alleen maar slechter voelen.


Trouw, 29-11-2007

Barst
8th October 2011, 17:22
Geluk / De gelukkige brugklas


Hoe doe je dat eigenlijk, gelukkig worden? In een serie artikelen wijzen deskundigen ons de weg naar geluk in werk, liefde en levensbeschouwing. Vandaag deel 9: geluksles op school.


In de geluksles van vandaag praten de brugklassers over de X-factor. Hun eígen X-factor. Vorige week hebben ze foto’s van zichzelf gemaakt in het bos; die zijn te bewonderen op de website van de school, het Eijkhagencollege ( www.eijkhagen.nl).

„Mijn neef heeft de foto’s bekeken”, vertelt Iris (12) in de klas. „Hij zei dat Vera een leuk gezichtje heeft.” Vera moet giechelen als ze dat hoort. En Jasper vertelt wat verlegen dat zijn eigen foto goed gelukt vindt: „Ik hield een oranje bal vast, die kleurde heel mooi bij de blaadjes in het bos.”

Docent Theo Wismans is blij voor Jasper, zegt hij. „Een beetje aandacht voor jezelf geeft je meer gevoel van eigenwaarde”, zegt hij tegen de klas. „En eigenwaarde is heel belangrijk.”

Het Eijkhagencollege in het Limburgse Landgraaf is de enige middelbare school in Nederland waar het vak gelukskunde wordt gegeven. Was Theo Wismans (55) vorig jaar ook nog de enige docent gelukskunde in Nederland, inmiddels heeft hij er op zijn school vier collega’s bij, mede op verzoek van de leerlingen die razend enthousiast zijn over de lessen.

„Ik wil de kinderen laten inzien dat ze allemaal getalenteerd zijn”, zegt Wismans in de pauze. „Ze moeten eerst het talent beschrijven van een artiest die ze geweldig vinden: Marco Borsato of Justin Timberland. Vervolgens de X-factor van een leraar. Daarna komt wat ze het moeilijkst vinden: positieve eigenschappen van zichzelf in kaart brengen. We gaan dan ook naar het bos; ze mogen er dan uit zien zoals zij dat het liefste willen. Laatst had ik een atheneum-klas waarbij één leerling in een judopak kwam; een ander ging in paardrijbroek op een tak zitten paardrijden! Daar worden foto’s van gemaakt en vanuit dát goede gevoel gaan we praten over hun X-factor. Wij hopen ze zo te leren dat ze veel waard zijn en dat ze die eigenwaarde bij zichzelf kunnen oproepen. Hopelijk worden ze dan vanzelf ook zuiniger op zichzelf, gaan ze wat gezonder leven.”

Wismans is al 33 jaar docent levensbeschouwing. De laatste jaren, vertelt hij, zocht hij naar mogelijkheden om spirituele ontwikkeling bij leerlingen te stimuleren, om hen te helpen bij hun ’menswording’. „Ik vind dat levensvragen op school aan bod moeten komen. Structureel, niet alleen als er een ramp gebeurt of als er een leerling overlijdt, zoals onlangs op deze school. Dan zie je opeens wat een enorme behoefte kinderen daaraan hebben en met welke vragen ze worstelen. Op het Eijkhagencollege heeft de directie mij de kans gegeven met de leerlingen naar antwoorden te zoeken in dit nieuwe vak. Dat vind ik heel moedig.”

De school wil leerlingen heel bewust vakken aanbieden waar ze ’de rest van hun leven iets aan hebben’. Twee vakken zijn op Eijkhagen afgeschaft: verzorging en ICT. In plaats daarvan zijn onder meer tai-chi gekomen, drama, creatief leren denken én gelukskunde. De universiteit Maastricht denkt over de inhoud van sommige modules mee, want de school wil toetsen of deze onderwijsvernieuwing verantwoord is.

De leerlingen, blijkt uit het officiële lijstje met ’eindtermen’ van gelukskunde, leren nadenken over wat geluk is en hoe je daar met anderen over kunt praten. Ze leren ’hoe je vervelende klussen kunt aanpakken’. Ze leren dat het soms verstandig is om de oplossing van een probleem even uit te stellen. Dat ze niet bang hoeven te zijn hun gevoelens te uiten (en: ’ook jongens mogen huilen’). Dat ze naar elkaar moeten luisteren. En ze krijgen tips hoe ze problemen kunnen weggooien in de ’probleemprullenbak’.

Prominent staat die tijdens de les op tafel. Wismans legt zijn klas vandaag nog eens uit waar de probleemprullenbak voor dient. „Als je ergens last van hebt – angst, verdriet, iets waar je niet van kunt slapen – stop dat dan in deze prullenbak. Je kunt er thuis ook één neerzetten. En als-ie vol is, doe dan het raam van je kamer open en kiep hem dan ook echt leeg.” Hij kijkt de klas rond en vraagt of iemand wat kwijt wil. Twee leerlingen staan op en maken een wegwerpgebaar boven de prullenbak. „Mijn opa heeft weer een hartaanval gehad, daar ben ik verdrietig over”, zegt een van de jongens. Een meisje dat naar voren komt moet een beetje huilen, maar wil liever niet vertellen wat ze weggooit.

Prima, zegt de docent; ze kan het altijd nog opschrijven in het ’emotieschrift’ dat voor in de klas ligt. Daar kan iedere leerling anoniem zijn verhaal in kwijt. En zoals er al leerlingen zijn die met hun ouders een probleemprullenbak hebben ingevoerd, zijn er ook kinderen die thuis hun eigen emotieschrift hebben.

„Als je te lang blijft rondlopen met dingen waar je last van hebt, wat kun je dan krijgen?”, vraagt Wismans aan de klas. „Stress”, zegt iemand. „Slapeloosheid”, zegt een ander. En: „Pijn in je buik.” „Inderdaad”, zegt hun leraar. „Zelf krijg ik altijd nekpijn. Wanneer je dan pillen gaat halen bij de drogist, zal dat niet helpen! Beter kun je een verhaal of een gedicht gaan schrijven, of je probleem weggooien.”

Wat is dit voor gezweef? Waarom moet dit op school? Negatieve reacties heeft de geluksleraar aanvankelijk ook gekregen, zegt hij.

„Terwijl gelukskunde ook voor de rest van het onderwijs heel functioneel is. Ik leer de kinderen bijvoorbeeld dat je je beter voelt als je verplichte klussen direct aanpakt en geen uitstelgedrag vertoont. En wanneer ze leren omgaan met stress, komt dat ook hun concentratie en leerprestaties ten goede.”

Wismans laat een sfeervolle stilteruimte zien die binnenkort opengaat voor de leerlingen. Daar kunnen ze mediteren of bidden, ontspanningsoefeningen doen of rustig even een kaarsje branden. „Geluk kan ik ze niet aanleren”, zegt hij. „Ik wil ook in geen geval een soort goeroe zijn. Wel wil ik kinderen graag laten zien dat er diverse wegen zijn naar geluk.”

De les loopt ten einde, Wismans laat de stoelen aan de kant schuiven en zet swingende muziek aan. Gordijnen gaan dicht, armen in de lucht: de klas danst, danst – tot de bel gaat voor wiskunde.


De vijf tips van Theo Wismans:

+Zorg goed voor jezelf: zorg voor voldoende slaap, ontspanning, sport en gezonde voeding

+Sta met passie in het leven: Ga ervoor.

+Let op je X-factor. Durf je talenten te laten zien en doe waar jíj goed in bent.

+Ga gevoelens van angst of verdriet niet uit de weg, maar durf ze toe te laten of ze symbolisch in de prullenbak te gooien.

+Kom van de digitale snelweg af bij een probleem en stap op iemand af waar je een goed gesprek mee kunt hebben.


Trouw, 05-12-2007