Barst
27th November 2007, 18:11
Bang voor een wedstrijd relschoppen
Parijs, 27 nov. De Franse autoriteiten zijn doodsbang dat de onrust in de Parijse voorstad Villier-le-Bel escaleert, net als twee jaar geleden. Daarom is men zeer voorzichtig met informatie over de omvang van de rellen.
Rellende jongeren in Villiers-le-Bel.
Het mag geen wedstrijd relschoppen tussen verschillende Parijse voorsteden worden. Franse nationale politici, burgemeesters, justitie én media doen hun best een uitbreiding van ongeregeldheden te voorkomen na de tweede achtereenvolgende nacht van rellen in de Parijse voorstad Villiers-le-Bel.
Vooralsnog zonder succes. De ongeregeldheden waren vannacht heviger en omvangrijker (zie inzet). Camera’s tonen weer tientallen jongens in arme multi-etnische voorsteden, die de politie in strijdlustige termen tot vijand verklaren.
Hoe ver reikt de onrust?Voorzichtigheid alom. „Reken niet op mij voor uitputtende cijfers”, zei de chef verslaggeving van de publieke zender France 2 vannacht tijdens een tv-debat. Ook de kranten vanmorgen waken ervoor alle incidenten in Frankrijk op te tellen. Elke avond gaan er gewoonlijk immers ook tientallen auto’s in de fik.
De voorzichtige reacties verraden een trauma. Frankrijk vreest een herhaling van de grootschalige rellen die twee jaar geleden losbraken na een dodelijk incident in Clichy-sous-Bois, een voorstad op twintig kilometer van de huidige brandhaard, Villiers-le -Bel.
Na dat incident kwam Frankrijk terecht in een drie weken durende neerwaartse spiraal van ongeregeldheden. Elke avond probeerden opstandige jongeren uit de arme voorsteden in een soort competitie de grens van de gewelddadigheden te verleggen: meer auto’s in brand, grotere gebouwen.
De optelsom vermeldde destijds uiteindelijk 10.000 in brand gestoken auto’s, zo’n 60 gebouwen, waaronder scholen, politieposten en supermarkten. Zelfs bussen – soms met passagiers – waren niet meer veilig, maar doden vielen er niet.
Zo’n olievlek van brandstichting en geweld moet worden vermeden. Volgens de vele banlieue-watchers op universiteiten en in onderzoeksinstituten zijn twee elementen cruciaal: beheersing van de geruchtenstroom en het voorkomen van nieuwe beschuldigingen tegen de politie. „Hoe meer agenten in aanraking komen met de jongens, hoe groter de kans op ontsporing”, zei criminoloog Sebastien Roché gisteren.
De aanleiding van de rellen in Villiers-le-Bel is klassiek. Een politiepatrouille raakte betrokken bij een incident waarbij jongeren uit een probleemwijk omkwamen. Dit keer ging het – naar het zich laat aanzien – om een verkeersongeluk, met twee dodelijke slachtoffers, in de Franse pers alleen aangeduid met voornamen: Larami en Moushin.
Ook het conflict over de toedracht verloopt volgens geijkte patronen. Volgens de autoriteiten zou een politiewagen van links zijn aangereden door de jongens, die op hoge snelheid op een minimotor reden, zonder helm.
Maar in de buurt doet een heel andere versie de ronde. Volgens een broer van een van de slachtoffers zouden de agenten na het ongeluk zijn weggelopen, in plaats van hulp te bieden. Op internet circuleren geruchten dat de politiewagen de jongens wel degelijk achtervolgde.
De gespannen verhouding tussen de politie en jongens in verpauperde immigrantenwijken staat zo opnieuw in het hart van het conflict. Maar net als de meeste media reageren dit keer ook de autoriteiten met opvallende omzichtigheid. President Sarkozy riep gisteren vanuit China, waar hij op bezoek was, sober op tot kalmte. Hij onderstreepte dat justitie zijn werk moet doen voordat conclusies getrokken kunnen worden.
Twee jaren geleden beschuldigde diezelfde Sarkozy, toen nog minister van Binnenlandse Zaken, de omgekomen jongens in Clichy-sous-Bois aanvankelijk van diefstal, op grond van politieverklaringen. Later onderzoek bevestigde dat niet. Justitie citeert nu getuigen die de politielezing bevestigen, maar onderzoekt de rol van de agenten nader.
Twee jaar geleden begon het debat over de oorzaken met uitspraken van Sarkozy over ‘tuig’ in de voorsteden. Nu gaat het debat verder waar het gebleven is. De socialistische oppositieleider François Hollande ziet in de nieuwe incidenten het bewijs dat de banlieues ondanks de beloftes van twee jaar geleden aan hun lot zijn overgelaten.
Rechtse en linkse lokale bestuurders onderstrepen dat de sociale, economische en huisvestingsproblemen te groot zijn om in enkele jaren te zijn opgelost. Op de achtergrond bestaat nog altijd dezelfde kloof in de samenleving, tussen veilige stadscentra en villawijken aan de ene kant, en de door migranten bevolkte torenflats in de afgelegen voorsteden aan de andere.
NRC, 27-11-2007
Parijs, 27 nov. De Franse autoriteiten zijn doodsbang dat de onrust in de Parijse voorstad Villier-le-Bel escaleert, net als twee jaar geleden. Daarom is men zeer voorzichtig met informatie over de omvang van de rellen.
Rellende jongeren in Villiers-le-Bel.
Het mag geen wedstrijd relschoppen tussen verschillende Parijse voorsteden worden. Franse nationale politici, burgemeesters, justitie én media doen hun best een uitbreiding van ongeregeldheden te voorkomen na de tweede achtereenvolgende nacht van rellen in de Parijse voorstad Villiers-le-Bel.
Vooralsnog zonder succes. De ongeregeldheden waren vannacht heviger en omvangrijker (zie inzet). Camera’s tonen weer tientallen jongens in arme multi-etnische voorsteden, die de politie in strijdlustige termen tot vijand verklaren.
Hoe ver reikt de onrust?Voorzichtigheid alom. „Reken niet op mij voor uitputtende cijfers”, zei de chef verslaggeving van de publieke zender France 2 vannacht tijdens een tv-debat. Ook de kranten vanmorgen waken ervoor alle incidenten in Frankrijk op te tellen. Elke avond gaan er gewoonlijk immers ook tientallen auto’s in de fik.
De voorzichtige reacties verraden een trauma. Frankrijk vreest een herhaling van de grootschalige rellen die twee jaar geleden losbraken na een dodelijk incident in Clichy-sous-Bois, een voorstad op twintig kilometer van de huidige brandhaard, Villiers-le -Bel.
Na dat incident kwam Frankrijk terecht in een drie weken durende neerwaartse spiraal van ongeregeldheden. Elke avond probeerden opstandige jongeren uit de arme voorsteden in een soort competitie de grens van de gewelddadigheden te verleggen: meer auto’s in brand, grotere gebouwen.
De optelsom vermeldde destijds uiteindelijk 10.000 in brand gestoken auto’s, zo’n 60 gebouwen, waaronder scholen, politieposten en supermarkten. Zelfs bussen – soms met passagiers – waren niet meer veilig, maar doden vielen er niet.
Zo’n olievlek van brandstichting en geweld moet worden vermeden. Volgens de vele banlieue-watchers op universiteiten en in onderzoeksinstituten zijn twee elementen cruciaal: beheersing van de geruchtenstroom en het voorkomen van nieuwe beschuldigingen tegen de politie. „Hoe meer agenten in aanraking komen met de jongens, hoe groter de kans op ontsporing”, zei criminoloog Sebastien Roché gisteren.
De aanleiding van de rellen in Villiers-le-Bel is klassiek. Een politiepatrouille raakte betrokken bij een incident waarbij jongeren uit een probleemwijk omkwamen. Dit keer ging het – naar het zich laat aanzien – om een verkeersongeluk, met twee dodelijke slachtoffers, in de Franse pers alleen aangeduid met voornamen: Larami en Moushin.
Ook het conflict over de toedracht verloopt volgens geijkte patronen. Volgens de autoriteiten zou een politiewagen van links zijn aangereden door de jongens, die op hoge snelheid op een minimotor reden, zonder helm.
Maar in de buurt doet een heel andere versie de ronde. Volgens een broer van een van de slachtoffers zouden de agenten na het ongeluk zijn weggelopen, in plaats van hulp te bieden. Op internet circuleren geruchten dat de politiewagen de jongens wel degelijk achtervolgde.
De gespannen verhouding tussen de politie en jongens in verpauperde immigrantenwijken staat zo opnieuw in het hart van het conflict. Maar net als de meeste media reageren dit keer ook de autoriteiten met opvallende omzichtigheid. President Sarkozy riep gisteren vanuit China, waar hij op bezoek was, sober op tot kalmte. Hij onderstreepte dat justitie zijn werk moet doen voordat conclusies getrokken kunnen worden.
Twee jaren geleden beschuldigde diezelfde Sarkozy, toen nog minister van Binnenlandse Zaken, de omgekomen jongens in Clichy-sous-Bois aanvankelijk van diefstal, op grond van politieverklaringen. Later onderzoek bevestigde dat niet. Justitie citeert nu getuigen die de politielezing bevestigen, maar onderzoekt de rol van de agenten nader.
Twee jaar geleden begon het debat over de oorzaken met uitspraken van Sarkozy over ‘tuig’ in de voorsteden. Nu gaat het debat verder waar het gebleven is. De socialistische oppositieleider François Hollande ziet in de nieuwe incidenten het bewijs dat de banlieues ondanks de beloftes van twee jaar geleden aan hun lot zijn overgelaten.
Rechtse en linkse lokale bestuurders onderstrepen dat de sociale, economische en huisvestingsproblemen te groot zijn om in enkele jaren te zijn opgelost. Op de achtergrond bestaat nog altijd dezelfde kloof in de samenleving, tussen veilige stadscentra en villawijken aan de ene kant, en de door migranten bevolkte torenflats in de afgelegen voorsteden aan de andere.
NRC, 27-11-2007