Barst
18th May 2005, 00:35
Jongeren somber over eigen perspectief
Lageropgeleide jongeren zijn somber over hun carrièrekansen. Ze denken vaak niet binnen zes maanden aan de slag te komen.
Dit staat in een rapport over de arbeidsmarkt voor jongeren. Scholieren die bijna hun diploma hebben en jongeren die al klaar zijn met hun studie zijn daarvoor ondervraagd.
,,Er zijn gewoon geen banen'', is de meest gehoorde uitleg van de jongeren. De helft (50 procent) van de jongeren die op nu geen baan hebben, verwachten dat die situatie de komende zes maanden niet zal verbeteren. Gemiddeld zitten ze al 13 maanden thuis. Opvallend is dat autochtone jongeren zonder baan niet of nauwelijks positiever zijn dan hun allochtone lotgenoten.
Het onderzoek, uitgevoerd door bureau Interview/NSS, wordt morgen gepresenteerd door de organisatie achter de Baanbrekersprijs. Die prijs is bedoeld om jongeren te stimuleren zelf met oplossingen te komen voor de opgelopen jeugdwerkloosheid. Juryvoorzitter Wim Kok zal bekend maken welke drie plannen, van de 163 inzendingen, zullen worden uitgevoerd.
Onder de jongeren die hun opleiding (Vmbo/Mbo)binnenkort afronden, is er wel een duidelijk verschil in toekomstverwachtingen tussen autochtone en allochtone jongeren. Van de autochtonen denkt slechts 19 procent na de studie niet binnen een half jaar aan de slag te komen. Onder de allochtonen is dat 55 procent. Slechts 4 procent van de allochtonen stelt dat het pessimisme over de baankansen voortkomt uit de verwachting dat werkgevers 'op kleur zullen kiezen'.
De somberheid van de jongeren steekt schril af tegen de cijfers uit 1999, toen een vergelijkbaar onderzoek werd uitgevoerd. Destijds dacht 98 procent van de laagopgeleide scholieren nog binnen een half jaar werk te hebben gevonden.
De 450 ondervraagde jongeren uit Amsterdam, Den Bosch, Den Haag, Utrecht en Veldhoven werden ook gevraagd naar hun ideeën over de aanpak van jeugdwerkloosheid. Zij blijken behoefte te hebben aan meer begeleiding bij het zoeken naar werk. Ook vinden de lager opgeleide jongeren dat werkgevers minder eisen moeten stellen. Ze leggen de schuld ook deels bij zichzelf: een op de vijf werkloze jongeren die denkt geen baan te kunnen vinden op korte termijn, zegt dat hij of zij niet hard genoeg zoekt.
Trouw, 18-05-2005
Lageropgeleide jongeren zijn somber over hun carrièrekansen. Ze denken vaak niet binnen zes maanden aan de slag te komen.
Dit staat in een rapport over de arbeidsmarkt voor jongeren. Scholieren die bijna hun diploma hebben en jongeren die al klaar zijn met hun studie zijn daarvoor ondervraagd.
,,Er zijn gewoon geen banen'', is de meest gehoorde uitleg van de jongeren. De helft (50 procent) van de jongeren die op nu geen baan hebben, verwachten dat die situatie de komende zes maanden niet zal verbeteren. Gemiddeld zitten ze al 13 maanden thuis. Opvallend is dat autochtone jongeren zonder baan niet of nauwelijks positiever zijn dan hun allochtone lotgenoten.
Het onderzoek, uitgevoerd door bureau Interview/NSS, wordt morgen gepresenteerd door de organisatie achter de Baanbrekersprijs. Die prijs is bedoeld om jongeren te stimuleren zelf met oplossingen te komen voor de opgelopen jeugdwerkloosheid. Juryvoorzitter Wim Kok zal bekend maken welke drie plannen, van de 163 inzendingen, zullen worden uitgevoerd.
Onder de jongeren die hun opleiding (Vmbo/Mbo)binnenkort afronden, is er wel een duidelijk verschil in toekomstverwachtingen tussen autochtone en allochtone jongeren. Van de autochtonen denkt slechts 19 procent na de studie niet binnen een half jaar aan de slag te komen. Onder de allochtonen is dat 55 procent. Slechts 4 procent van de allochtonen stelt dat het pessimisme over de baankansen voortkomt uit de verwachting dat werkgevers 'op kleur zullen kiezen'.
De somberheid van de jongeren steekt schril af tegen de cijfers uit 1999, toen een vergelijkbaar onderzoek werd uitgevoerd. Destijds dacht 98 procent van de laagopgeleide scholieren nog binnen een half jaar werk te hebben gevonden.
De 450 ondervraagde jongeren uit Amsterdam, Den Bosch, Den Haag, Utrecht en Veldhoven werden ook gevraagd naar hun ideeën over de aanpak van jeugdwerkloosheid. Zij blijken behoefte te hebben aan meer begeleiding bij het zoeken naar werk. Ook vinden de lager opgeleide jongeren dat werkgevers minder eisen moeten stellen. Ze leggen de schuld ook deels bij zichzelf: een op de vijf werkloze jongeren die denkt geen baan te kunnen vinden op korte termijn, zegt dat hij of zij niet hard genoeg zoekt.
Trouw, 18-05-2005