PDA

Bekijk de volledige versie : Geluk: hoe doe je dat? (5)


Barst
8th November 2007, 03:05
Geluk / Je moet je stoepje schoonvegen


Hoe doe je dat eigenlijk, gelukkig worden? In een serie artikelen wijzen deskundigen ons de weg naar meer geluk in werk, liefde en levensbeschouwing. Vandaag deel 5: het boeddhisme trekt grauwsluiers weg


’Dierbare vriend’ betekent zijn naam. Ooit had Varamitra een gewone, Nederlandse naam maar die gebruikt hij niet meer. Zijn boeddhistische naam, die nu zelfs in zijn paspoort staat, drukt uit dat vriendelijkheid voor hem vooropstaat.

Varamitra: Het gebeurt nú.Varamitra (54) is sinds 18 jaar boeddhist en sinds dit jaar voorzitter van de Boeddhistische Unie Nederland. Hij organiseert retraites en geeft cursussen in zijn eigen Boeddhistisch Centrum Haaglanden. Zijn doel in dit leven is, zegt hij met kalme overtuiging, om anderen een beetje gelukkiger te maken. Vriendelijker, ook.

Kan de beoefening van het boeddhisme ons, drukdoenerige westerlingen, gelukkig maken? „Ja, dat kan, al zijn er geen garanties”, zegt hij, thee schenkend bij hem thuis. „Veel mensen hopen door het boeddhisme gelukkiger of rustiger te worden. Maar gaan ze het echt beoefenen, dan worden ze eerst vaak óngelukkiger. Door meditatie kom je terecht bij wat er echt mis is. Pas daarna begint te dagen waar het geluk zich bevindt.”

In meditatietrainingen vraagt hij zijn cursisten bijvoorbeeld om te oefenen in ’metta’: liefdevolle vriendelijkheid voor zichzelf en voor anderen. „Dan blijken mensen daar soms nauwelijks contact mee kunnen maken; hun eigenliefde en zelfwaardering zijn heel mager. Het geluksidee dat velen van ons hebben blijkt maar een oppervlakkig glazuurlaagje te zijn. Door te mediteren kom je bij de laag daaronder, en daar begint het eigenlijke werk. Veel mensen haken dan af want het vraagt veel van je. Je moet je stoepje schoonvegen. Je illusies worden doorgeprikt.”

Het boeddhisme, zegt Varamitra, vraagt ons de dingen te zien zoals ze werkelijk zijn. Wij denken: als ik die baan krijg, dan ben ik gelukkig. Of als ik die auto nou maar heb... Als ik grotere borsten had... Of als ik maar niet ontslagen word... Een collectieve waan noemt hij dat, waar we met z’n allen in opgesloten zitten. „Want als je zo’n korte termijn-bevrediger eenmaal hebt, dan wat? Dan wordt het gauw weer gewoon, dan heb je jezelf dus eigenlijk voor de gek gehouden. Dat leer je door meditatie te zien: dat we gestuurd worden door sprookjes. Want misschien is ontslag wel een opening naar een heel nieuwe wereld.”

Meditatie is kijken naar wat er opkomt. Gewoon, vriendelijk kijken, zonder te oordelen, naar je verlangens, je angsten, je boosheid. „Bij metta meditatie ga je dus niet aardig voor jezelf zitten zijn; je gaat kijken wat er aan aardigheid in jou zit. In het begin houd je dat nog geen twee seconden vol. Je gaat je schuldig voelen, je wordt onrustig, je wilt wegrennen van jezelf.... Je komt jezelf helemaal tegen in het meditatieproces.”

Jezelf onderzoeken, naar binnen kijken: het lijkt zo egocentrisch. Maar, is de gedachte: leren om vriendelijk en niet-oordelend naar jezelf te kijken is een voorwaarde om vriendelijk en mild voor anderen te kunnen zijn.

Het ’ik’ wordt juist gerelativeerd. Dit kun je ook oefenen, aldus Varamitra, door een switch te maken van ’ik’ naar ’er’. Wie zegt: ik ben verdrietig, betrekt dat verdriet helemaal op zichzelf. Wie zegt: er is verdriet in dit leven (en ik krijg daar ook een deel van), identificeert zich daar minder mee en wordt vrij van zelfmedelijden.

Het is wezenlijk anders om te zeggen ’ik ben ziek’ of ’er is ziekte’, zegt Varamitra. „Er is ziekte, ja: het menselijk lichaam is nu eenmaal onderhevig aan ziekte, ouderdom en dood. Dat kan ons allemaal treffen. Er is ook geluk, ja - en daarbij hoef je niet in euforie te verdwijnen. Wanneer je jezelf niet identificeert met alle gevoelens en gebeurtenissen, kun je ze overstijgen en gelijkmoediger worden.”

Gelijkmoedigheid. Vriendelijkheid. En vergankelijkheid - nog zo’n sleutelbegrip. „De kern van het boeddhisme is dat je het ware geluk pas vindt als je de vergankelijkheid omarmd hebt”, zegt Varamitra. Zie maar, illustreert hij, hoe zielsveel wij van onze kinderen houden maar hoe vaak we denken: als ze maar niet verongelukken / aan de drugs raken / van het rechte pad afgaan. Die grauwsluier van angst voor verlies hangt altijd over ons geluk. Dat kan anders, verzekert hij, al vraagt dat veel oefening en doorzettingsvermogen. Durven we onder ogen te zien dat onze geliefden sterfelijk zijn, zoals alles vergankelijk is, dan kunnen we pas echt van ze genieten. Zonder ons aan ze te willen vastklampen; zonder angst voor de dood, want dat die hen ooit zal meenemen, weten en aanvaarden we. „Als je dat wérkelijk kunt inzien, leef je volledig in het nu. Dan ken je niet meer het verdriet van het verlies, dan ken je slechts de vreugde van de ervaring.”

Hoe leren wij dit? Het antwoord schuilt in het doen. Het boeddhisme is een ervaringsleer, een doe-het-zelf-religie. Nodig daarbij zijn discipline, meditatie, reflectie. Een keer per dag mediteren zou heel mooi zijn, zegt de boeddhist. „Dat helpt je om de dag te starten vanuit een bewuste keuze hoe je de wereld wilt benaderen. Het is heel wat als je dat elke dag voor elkaar krijgt. Maar het helpt ook al om simpelweg te zien dat je jezelf voor de gek houdt met het najagen van al je verlangens. En om je diepgaand te realiseren dat het menselijk leven kostbaar is; dat de dingen die je hebt niet vanzelfsprekend zijn, maar heel bijzonder. Het is ook meditatief om bewust te ervaren dat het lichaam en de mogelijkheden die je hebt gekregen, een geschenk zijn.”

Benoemen wat je wel hebt, in plaats van wat je niet hebt: dat kun je trainen, zegt Varamitra, óók als je een ellendig leven hebt gehad. „Dat gaat niet vanzelf want er zitten allemaal saboteurs in ons hoofd die pruttelen en protesteren. Die moeten we zien te herkennen en neutraliseren. Dat is een lang proces, maar dat kan nu beginnen met de eerste stap.”

Het gebeurt nú, zegt hij. Je hoeft niet eerst uren op een kussen te zitten en talloze meditatie-oefeningen te doen. Je kunt nu al gelukkig zijn met wie je bent, ook al ben je nog niet in staat tot enig inzicht. Met andere, boeddhistische woorden: er is geen weg naar geluk, geluk is de weg.


De 5 tips van Varamitra

1 Begin niet in je eentje met meditatie en bestudering van het boeddhisme. Je kunt de weg kwijtraken, je hebt begeleiding nodig.

2 Zet door; je moet eerst door een dal.

3 Maak het begrip ’vriendelijkheid’ tot een soort mantra voor jezelf.

4 Besef hoe bevoorrecht je bent.

5 Doe eens wat voor een ander; er is zoveel te doen.


Trouw, 08-11-2007