PDA

Bekijk de volledige versie : Hoe wordt het wettelijk pensioen eigenlijk berekend?


Barst
24th October 2007, 21:53
Van loopbaanbrokjes tot pensioenbreuk


De Rijksdienst voor Pensioenen houdt zorgvuldig bij hoeveel we jaar na jaar verdienen. Op het einde van onze loopbaan wordt elk jaarloon dat we in ons leven verdiend hebben aangepast aan de evolutie van de levensduurte. Een jaarloon van achtduizend euro was in 1978 misschien heel behoorlijk, maar stelt nu in koopkracht niet veel meer voor. Het leven is een stuk duurder geworden en daarom moet het loon van toen 'geherwaardeerd' worden om nu een redelijk pensioen te kunnen samenstellen.

Die herwaardering gebeurt voor elk jaar van de carrière. Naarmate het jaar verder in het verleden ligt, wordt het meer aangepast. Een loon uit 1978 bijvoorbeeld wordt verhoogd met 120 procent. Een jaarinkomen uit 1990 wordt met 34procent verhoogd en voor een loon uit 2000 komt er nog 12,3 procent bij. De herwaarderingscoëfficiënten worden jaarlijks herzien.

Er is ook een loongrens. Wie meer verdient dan een bepaald bedrag ziet zijn bijdrage aan het systeem nog wel oplopen, maar het deel van zijn loon dat boven die grens uitkomt wordt niet meegenomen in de berekening van zijn pensioen. Solidariteit heet dat. Die loongrens wordt jaarlijks vastgelegd en bedraagt voor werknemers momenteel 44.081,27 euro. Dat komt overeen met een brutoloon van net geen 3.175 euro.

Na de herwaarderingen wordt elk aangepast en eventueel geplafonneerd jaarloon gedeeld door 45. De pensioendiensten gaan er immers van uit dat we een volledige loopbaan volmaken, en die is wettelijk bepaald op 45jaar. Al die 'brokjes' pensioen worden dan opgeteld en vormen samen het pensioenbedrag.

Maar zeker bij werknemers die wat langer gestudeerd hebben, is 45jaar niet haalbaar. Anderen hebben dan weer geen zin om tot hun 65ste aan de slag te blijven en geven er vroeger de brui aan. Daarom wordt voor hen een pensioenbreuk toegepast. Wie bijvoorbeeld na een loopbaan van 38jaar ophoudt met werken, krijgt 38/45ste van zijn potentieel pensioen.

Is hij of zij letterlijk een alleenstaande of beschikt de partner over een eigen inkomen, dan wordt 60procent uitgekeerd van het bedrag dat op die manier wordt bekomen. Moeten twee partners ervan leven, dan wordt het 75procent. Een 'gezinspensioen' heet dat. Maar ook het resultaat van al die optellingen wordt nog eens beperkt, tot jaarlijks maximaal dik 20.000 euro voor een alleenstaande en 25.000 euro voor een gezin. Omgerekend naar maandbedragen komt dat overeen met ongeveer 1.600 voor een alleenstaande en zowat 2.000 euro voor een paar. Ook die bedragen worden jaarlijks aangepast.

Daar tegenover staat het minimumpensioen. Om daar recht op te hebben moet een werknemer of een zelfstandige ten minste twee derde van een volledige loopbaan gewerkt hebben (30jaar dus) en die loopbaan moet samengesteld zijn uit jaren waarin telkens ten minste het equivalent van 208 voltijdse dagen arbeid wordt gehaald. Als aan die voorwaarden voldaan is, hebben zij ten minste recht op een deel van het wettelijk minimumpensioen (opnieuw de pensioenbreuk).

Voor een voltijdse loopbaan bedraagt dat minimum 866 euro per maand voor een alleenstaande werknemer en 1.082 euro voor een collega met een partner die geen eigen pensioen geniet. Bij een zelfstandige zijn die bedragen beperkt tot respectievelijk 711 en 942 euro. Een ambtenaar heeft gemiddeld iets meer dan het maximum dat een werknemer kan verhopen. Ook al deze bedragen worden geïndexeerd.

Wie geen dertig jaar gewerkt heeft, krijgt gewoon het bedrag dat met zijn pensioenbreuk overeen komt. Voor hem of haar dus geen gegarandeerd minimum.

Al de bedragen die tot nu toe vernoemd werden, zijn bruto. Er gaan nog bijdragen voor sociale zekerheid af en belastingen. Zoals alle andere Belgen zijn ook gepensioneerden vrijgesteld van belastingen op de eerste inkomensschijf van 6.040 euro. Maar wie uitsluitend leeft van zo'n pensioen geniet een extra vrijstelling, waardoor in de praktijk geen belastingen verschuldigd zijn op de eerste 12.618 euro. Dat bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

Wie een hoger pensioen krijgt, moet er rekening mee houden dat hij door de verhoogde vrijstelling de lagere belastingtarieven als het ware overslaat. Van de eerste euro die boven het vrijgestelde bedrag uitkomt wordt meteen 40procent afgeleid richting fiscus.

Hou er rekening mee dat de limiet geldt per gezin. De belastinghervorming voerde wel een volledige decumul in van alle inkomsten van gehuwde partners, maar die geldt hier niet. Om uit te maken of de inkomensplafonds al dan niet doorbroken werden, telt de fiscus de netto-inkomens van beide partners nog steeds samen. (lc)


DS, 23-10-2007