Barst
24th October 2007, 04:28
Jongeren en hun gsm
Meer dan vier op de tien jongeren kunnen zich geen leven meer voorstellen zonder gsm. Drie kwart zou hem heel erg missen. Ze willen vrienden en familie bereiken en voor hen bereikbaar zijn. Drie op vier jongeren ergeren zich als hun sms’je niet meteen beantwoord wordt. Zeven op tien gebruikt zijn gsm als horloge, zes op tien ook als wekker. Tijdens de les laten acht op tien jongeren hun gsm aanstaan, weliswaar op ‘stil’. Hun gsm zorgt voor veel verbondenheid met vrienden (vooral sms) en familie (vooral bellen). Dat stelt de Leuven School voor Massa Communicatie Onderzoek (KULeuven) vast na een online bevraging bij 227 laatstejaars secundair onderwijs over hun gsm-gebruik. Hoe meer ze met hun vrienden bellen of sms’en, hoe hechter hun onderlinge band, zo blijkt. De resultaten van dit onderzoek staan in het jongerenblad Maks!, dat deze week verschijnt.
Enkele opvallende resultaten:
1. 98 procent van alle ondervraagde jongeren bezit een eigen gsm. Dit wil zeggen dat amper 4 jongeren uit deze steekproef niet over een gsm beschikken. Het is opvallend dat een vrij grote groep jongeren (32%) aangeeft nooit te bellen, en dat nog eens 34% van de jongeren zegt maar op 1 of 2 dagen per week eens een telefoontje te plegen. Op een gemiddelde dag waarop wél gebeld wordt, hangen de jongeren gemiddeld 15 minuten aan de lijn. 66% van de jongeren verstuurt elke dag van de week 1 of meer sms’jes. Gemiddeld genomen worden 11 sms’jes gestuurd per dag.
2. Jongeren communiceren anders met verschillende groepen. Telefoneren doen ze over het algemeen minder dan sms’en. Wanneer het toch gebeurt, is dat vooral om de partner of de ouders te contacteren. 20% van de ondervraagde jongeren belt dagelijks 1 of meerdere keren met zijn/haar partner, 38% één of enkele keren per week. Slechts 9% van de jongeren belt dagelijks met vader en/of moeder, 39% één of enkele keren per week. Sms’en is veel populairder. De partner is opnieuw de persoon naar wie het meest ge-sms’t wordt (65% doet dit meermaals per dag), maar ook vrienden worden vaak gecontacteerd via sms. Opvallend: maar liefst 31% van de jongeren sms’t (bijna) nooit met de ouders.
3. Jongeren voelen zich veiliger met een gsm op zak. Zo voelt 31% van de jongeren zich altijd veiliger, en voelt nog eens 23% zich geregeld veiliger met de gsm op zak. 49% van de jongeren zegt hun gsm geregeld of altijd te gebruiken wanneer ze zich ongemakkelijk voelen in een situatie (bvb. ’s nachts alleen op straat). De gsm wordt dan ook door 63% van de jongeren vaak tot altijd meegenomen om zich veiliger te voelen in geval van noodsituaties. 52% van de jongeren gaat ten slotte ook akkoord met de stelling “Gewoon mijn gsm bij me hebben, geeft me een veilig gevoel”.
4. Jongeren hechten veel belang aan (wederzijdse) bereikbaarheid. 84% van de jongeren gaat eerder of helemaal akkoord met de stelling “Het is belangrijk voor mij dat mijn familie en vrienden bereikbaar zijn”. Omgekeerd vindt ook 73% van de jongeren het eerder of helemaal “belangrijk om zelf bereikbaar te zijn”. Het belang dat hieraan gehecht wordt, heeft bepaalde verwachtingen gecreëerd voor hoffelijk gsm-gebruik. Zo gaat 90% van de jongeren akkoord met de stelling “Als iemand me in een sms iets vraagt, dan antwoord ik zo snel mogelijk”. Maar liefst 77% van de jongeren zegt “geërgerd te zijn wanneer een vriend na meerdere pogingen nog altijd niet antwoordt”. Een kleinere, maar toch niet verwaarloosbare groep jongeren, geeft aan zich eenzaam of alleen te voelen wanneer ze “niemand kunnen bereiken” (32%) of “onverwacht op de voice mail van een vriend(in) terecht komen” (33%).
5. Jongeren zijn erg gehecht aan hun gsm. 72% van de ondervraagden zou “zijn gsm echt missen, wanneer deze kapot of verloren zou gaan”. 41% van de jongeren kan “zich geen leven meer voorstellen zonder gsm”, 43% van de jongeren vindt “zijn gsm heel belangrijk in zijn leven”.
6. 73% van de jongeren laat zijn gsm ook ’s nachts regelmatig tot altijd (68%!) aanstaan. Voor 68% is naar de gsm kijken het eerste wat ze regelmatig of altijd doen ’s morgens na het ontwaken. 83% van de jongeren laat zijn gsm op school aan, ook tijdens de lessen (zij het dan op ‘stil’ of ‘discreet’). Tijdens de lessen plaatst 6,4% van de jongeren zijn gsm altijd in het gezichtsveld, 5% doet dit regelmatig en 12% soms. 57% van de ondervraagde jongeren gebruikt de gsm niet alleen voor communicatie, maar ook geregeld of altijd als wekker. Als we kijken naar de gsm als horloge, loopt deze groep zelfs op tot 69%.
7. Hoe meer jongeren bellen en sms’en, hoe meer ze aangeven een hechte vriendenkring te hebben. Hogere scores op gehechtheid hangen ook samen met een significant grotere afhankelijkheid van de gsm en een sterkere perceptie van de gsm als een ‘middel tot verbondenheid’ met vrienden en familie. Interessant en een ondersteuning voor het eerder gemaakte onderscheid tussen ouders en vrienden, is dat de gehechtheid aan de familie enkel significant samenhangt met de duur van telefoongesprekken (hoe langer de jongere gemiddeld belt, hoe meer hij gehecht is aan zijn familie), maar dat er geen verband is tussen sms’en en gehechtheid aan familie.
227 jongeren vulden deze steekproef online in. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 18 jaar. 62% van de ondervraagde jongeren volgt een opleiding in het ASO, 28% in het TSO, 7,5% in het BSO en 2,5% in het KSO. Ongeveer de helft van de jongeren (48%) had op het moment van invullen een lief.
Klasse, 15-10-2007
Meer dan vier op de tien jongeren kunnen zich geen leven meer voorstellen zonder gsm. Drie kwart zou hem heel erg missen. Ze willen vrienden en familie bereiken en voor hen bereikbaar zijn. Drie op vier jongeren ergeren zich als hun sms’je niet meteen beantwoord wordt. Zeven op tien gebruikt zijn gsm als horloge, zes op tien ook als wekker. Tijdens de les laten acht op tien jongeren hun gsm aanstaan, weliswaar op ‘stil’. Hun gsm zorgt voor veel verbondenheid met vrienden (vooral sms) en familie (vooral bellen). Dat stelt de Leuven School voor Massa Communicatie Onderzoek (KULeuven) vast na een online bevraging bij 227 laatstejaars secundair onderwijs over hun gsm-gebruik. Hoe meer ze met hun vrienden bellen of sms’en, hoe hechter hun onderlinge band, zo blijkt. De resultaten van dit onderzoek staan in het jongerenblad Maks!, dat deze week verschijnt.
Enkele opvallende resultaten:
1. 98 procent van alle ondervraagde jongeren bezit een eigen gsm. Dit wil zeggen dat amper 4 jongeren uit deze steekproef niet over een gsm beschikken. Het is opvallend dat een vrij grote groep jongeren (32%) aangeeft nooit te bellen, en dat nog eens 34% van de jongeren zegt maar op 1 of 2 dagen per week eens een telefoontje te plegen. Op een gemiddelde dag waarop wél gebeld wordt, hangen de jongeren gemiddeld 15 minuten aan de lijn. 66% van de jongeren verstuurt elke dag van de week 1 of meer sms’jes. Gemiddeld genomen worden 11 sms’jes gestuurd per dag.
2. Jongeren communiceren anders met verschillende groepen. Telefoneren doen ze over het algemeen minder dan sms’en. Wanneer het toch gebeurt, is dat vooral om de partner of de ouders te contacteren. 20% van de ondervraagde jongeren belt dagelijks 1 of meerdere keren met zijn/haar partner, 38% één of enkele keren per week. Slechts 9% van de jongeren belt dagelijks met vader en/of moeder, 39% één of enkele keren per week. Sms’en is veel populairder. De partner is opnieuw de persoon naar wie het meest ge-sms’t wordt (65% doet dit meermaals per dag), maar ook vrienden worden vaak gecontacteerd via sms. Opvallend: maar liefst 31% van de jongeren sms’t (bijna) nooit met de ouders.
3. Jongeren voelen zich veiliger met een gsm op zak. Zo voelt 31% van de jongeren zich altijd veiliger, en voelt nog eens 23% zich geregeld veiliger met de gsm op zak. 49% van de jongeren zegt hun gsm geregeld of altijd te gebruiken wanneer ze zich ongemakkelijk voelen in een situatie (bvb. ’s nachts alleen op straat). De gsm wordt dan ook door 63% van de jongeren vaak tot altijd meegenomen om zich veiliger te voelen in geval van noodsituaties. 52% van de jongeren gaat ten slotte ook akkoord met de stelling “Gewoon mijn gsm bij me hebben, geeft me een veilig gevoel”.
4. Jongeren hechten veel belang aan (wederzijdse) bereikbaarheid. 84% van de jongeren gaat eerder of helemaal akkoord met de stelling “Het is belangrijk voor mij dat mijn familie en vrienden bereikbaar zijn”. Omgekeerd vindt ook 73% van de jongeren het eerder of helemaal “belangrijk om zelf bereikbaar te zijn”. Het belang dat hieraan gehecht wordt, heeft bepaalde verwachtingen gecreëerd voor hoffelijk gsm-gebruik. Zo gaat 90% van de jongeren akkoord met de stelling “Als iemand me in een sms iets vraagt, dan antwoord ik zo snel mogelijk”. Maar liefst 77% van de jongeren zegt “geërgerd te zijn wanneer een vriend na meerdere pogingen nog altijd niet antwoordt”. Een kleinere, maar toch niet verwaarloosbare groep jongeren, geeft aan zich eenzaam of alleen te voelen wanneer ze “niemand kunnen bereiken” (32%) of “onverwacht op de voice mail van een vriend(in) terecht komen” (33%).
5. Jongeren zijn erg gehecht aan hun gsm. 72% van de ondervraagden zou “zijn gsm echt missen, wanneer deze kapot of verloren zou gaan”. 41% van de jongeren kan “zich geen leven meer voorstellen zonder gsm”, 43% van de jongeren vindt “zijn gsm heel belangrijk in zijn leven”.
6. 73% van de jongeren laat zijn gsm ook ’s nachts regelmatig tot altijd (68%!) aanstaan. Voor 68% is naar de gsm kijken het eerste wat ze regelmatig of altijd doen ’s morgens na het ontwaken. 83% van de jongeren laat zijn gsm op school aan, ook tijdens de lessen (zij het dan op ‘stil’ of ‘discreet’). Tijdens de lessen plaatst 6,4% van de jongeren zijn gsm altijd in het gezichtsveld, 5% doet dit regelmatig en 12% soms. 57% van de ondervraagde jongeren gebruikt de gsm niet alleen voor communicatie, maar ook geregeld of altijd als wekker. Als we kijken naar de gsm als horloge, loopt deze groep zelfs op tot 69%.
7. Hoe meer jongeren bellen en sms’en, hoe meer ze aangeven een hechte vriendenkring te hebben. Hogere scores op gehechtheid hangen ook samen met een significant grotere afhankelijkheid van de gsm en een sterkere perceptie van de gsm als een ‘middel tot verbondenheid’ met vrienden en familie. Interessant en een ondersteuning voor het eerder gemaakte onderscheid tussen ouders en vrienden, is dat de gehechtheid aan de familie enkel significant samenhangt met de duur van telefoongesprekken (hoe langer de jongere gemiddeld belt, hoe meer hij gehecht is aan zijn familie), maar dat er geen verband is tussen sms’en en gehechtheid aan familie.
227 jongeren vulden deze steekproef online in. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 18 jaar. 62% van de ondervraagde jongeren volgt een opleiding in het ASO, 28% in het TSO, 7,5% in het BSO en 2,5% in het KSO. Ongeveer de helft van de jongeren (48%) had op het moment van invullen een lief.
Klasse, 15-10-2007