Barst
22nd October 2007, 21:48
Uitgaven 60-plussers niet veel lager, wel anders
BRUSSEL - De huishouduitgaven van zestigplussers liggen lager en zijn anders dan die van jonge gezinnen.
Volgens cijfers van de federale overheidsdienst Economie - afkomstig uit de nationale gezinsbudgetenquêtes die jaarlijks worden gevoerd - geven zestigplussers, per gezin, jaarlijks ruim 26.000 euro uit. Dat is minder dan het doorsnee gezin op actieve leeftijd, met meer dan 31.000 euro huishouduitgaven per jaar.
Het verschil tussen de uitgaven van 'oudere' en 'jongere' generaties blijft evenwel beperkt tot zowat 5.000 euro op jaarbasis, of ongeveer 15 procent. Van een spectaculaire achteruitgang van de huishouduitgaven bij gepensioneerden is dus geen sprake. Het consumptieniveau van de zestigplussers blijft hoog (zie ook gesprek met Herman Konings).
Uit een studie door Ivan van de Cloot, econoom bij de bankverzekeraar ING, blijkt dat bovendien dat de 'ouderen' hun achterstand volop aan het inlopen zijn. Op basis van het gemiddelde consumptiepatroon berekende Van de Cloot dat de uitgaven van de zestigplussers in de jongste twee jaar met 2,1 procent per jaar toenamen, tegen 1,9 procent voor de hele bevolking.
Verdere analyse van de budgetenquête leert dat het uitgavenpatroon van de zestigplussers inhoudelijk wel grondig afwijkt van dat bij het 'gewone' gezin. Die afwijking heeft vele gezichten.
Zo liggen de uitgaven aan kleding en aan vrijetijdsbestedingen lager bij de 'oudere gezinnen' dan gemiddeld bij de totale bevolking. Maar het budget van de zestigplussers voor reizen en voor culturele activiteiten blijft aanzienlijk. De grootste daling is er in de kosten voor transport en communicatie.
Daarentegen laten zestigplussers gevoelige uitgavestijgingen noteren inzake gezondheidszorg en huisvesting. De toename van de huisvestingskosten lijkt verbazend. De meeste Belgen hebben op hun zestigste de hypotheeklening op het eigen huis al afbetaald. Maar de huisvestingskosten behelzen meer dan dat. Wie niet meer buitenhuis gaat werken en veel meer tijd thuis doorbrengt, ziet bijvoorbeeld de verwarmingskosten omhoog gaan. En op hogere leeftijd wordt de kans op een (duur) verblijf in een rust- of verzorgingstehuis reëel.
De kostprijs van gezondheidszorg is alleszins sterk leeftijdsgebonden, bewijst een studie door de Leuvense professor Jozef Pacolet (zie artikel hiernaast). Vooral na het overschrijden van de leeftijdsgrens van 80 jaar gaan de uitgaven voor medische verzorging fors de hoogte in. Voordien gaan in de eerste plaats de uitgaven voor allerlei vormen van thuisverzorging en -hulp omhoog.
De gezondheidsuitgaven van ouderen liggen gemiddeld de helft hoger dan die van jongere gezinnen. Maar al bij al valt dat nog mee. Het aandeel van de kosten voor gezondheidszorg in het totale gezinsbudget blijft - gerekend voor de volledige groep van 60-plussers - lager liggen dan 10 procent. Voor 75-plussers ligt dat anders.
De koopkracht van de ouderen mag overigens ook niet overschat worden. Uit de meest recente studie naar armoede in België blijkt dat de gepensioneerden 20 procent uitmaken van de totale bevolking, maar dat diezelfde groep wel 27 procent levert van alle Belgen die het risico lopen om in armoede te leven.
DS, 22-10-2007
BRUSSEL - De huishouduitgaven van zestigplussers liggen lager en zijn anders dan die van jonge gezinnen.
Volgens cijfers van de federale overheidsdienst Economie - afkomstig uit de nationale gezinsbudgetenquêtes die jaarlijks worden gevoerd - geven zestigplussers, per gezin, jaarlijks ruim 26.000 euro uit. Dat is minder dan het doorsnee gezin op actieve leeftijd, met meer dan 31.000 euro huishouduitgaven per jaar.
Het verschil tussen de uitgaven van 'oudere' en 'jongere' generaties blijft evenwel beperkt tot zowat 5.000 euro op jaarbasis, of ongeveer 15 procent. Van een spectaculaire achteruitgang van de huishouduitgaven bij gepensioneerden is dus geen sprake. Het consumptieniveau van de zestigplussers blijft hoog (zie ook gesprek met Herman Konings).
Uit een studie door Ivan van de Cloot, econoom bij de bankverzekeraar ING, blijkt dat bovendien dat de 'ouderen' hun achterstand volop aan het inlopen zijn. Op basis van het gemiddelde consumptiepatroon berekende Van de Cloot dat de uitgaven van de zestigplussers in de jongste twee jaar met 2,1 procent per jaar toenamen, tegen 1,9 procent voor de hele bevolking.
Verdere analyse van de budgetenquête leert dat het uitgavenpatroon van de zestigplussers inhoudelijk wel grondig afwijkt van dat bij het 'gewone' gezin. Die afwijking heeft vele gezichten.
Zo liggen de uitgaven aan kleding en aan vrijetijdsbestedingen lager bij de 'oudere gezinnen' dan gemiddeld bij de totale bevolking. Maar het budget van de zestigplussers voor reizen en voor culturele activiteiten blijft aanzienlijk. De grootste daling is er in de kosten voor transport en communicatie.
Daarentegen laten zestigplussers gevoelige uitgavestijgingen noteren inzake gezondheidszorg en huisvesting. De toename van de huisvestingskosten lijkt verbazend. De meeste Belgen hebben op hun zestigste de hypotheeklening op het eigen huis al afbetaald. Maar de huisvestingskosten behelzen meer dan dat. Wie niet meer buitenhuis gaat werken en veel meer tijd thuis doorbrengt, ziet bijvoorbeeld de verwarmingskosten omhoog gaan. En op hogere leeftijd wordt de kans op een (duur) verblijf in een rust- of verzorgingstehuis reëel.
De kostprijs van gezondheidszorg is alleszins sterk leeftijdsgebonden, bewijst een studie door de Leuvense professor Jozef Pacolet (zie artikel hiernaast). Vooral na het overschrijden van de leeftijdsgrens van 80 jaar gaan de uitgaven voor medische verzorging fors de hoogte in. Voordien gaan in de eerste plaats de uitgaven voor allerlei vormen van thuisverzorging en -hulp omhoog.
De gezondheidsuitgaven van ouderen liggen gemiddeld de helft hoger dan die van jongere gezinnen. Maar al bij al valt dat nog mee. Het aandeel van de kosten voor gezondheidszorg in het totale gezinsbudget blijft - gerekend voor de volledige groep van 60-plussers - lager liggen dan 10 procent. Voor 75-plussers ligt dat anders.
De koopkracht van de ouderen mag overigens ook niet overschat worden. Uit de meest recente studie naar armoede in België blijkt dat de gepensioneerden 20 procent uitmaken van de totale bevolking, maar dat diezelfde groep wel 27 procent levert van alle Belgen die het risico lopen om in armoede te leven.
DS, 22-10-2007