PDA

Bekijk de volledige versie : Help kinderen leren wat democratie is


Barst
17th October 2007, 00:40
Help kinderen leren wat democratie is


Het is goed dat scholen aan burgerschapsvorming moeten doen. Maar geef wel aan wat de bedoeling is.


Basisscholen moeten sinds deze zomer aan burgerschapsvorming doen. Dat is goed. Niet al het gedrag van mensen is maakbaar, zoals de incidenten op scholen in Amsterdam en Rotterdam de afgelopen week jammerlijk bewezen. Als samenleving moet je elke beïnvloeding ten goede benutten.

De overheid had een goede start, maar als het gaat om een nadere invulling van hoe met burgerschapsvorming om te gaan geeft diezelfde overheid geen thuis. En dat vergroot de kans op magere resultaten.

Het initiatief van de Nederlandse regering om in navolging van Engeland van scholen te verlangen dat ze het actieve burgerschap van kinderen bevordert, is terecht. Scholen doen er goed aan bewust om te gaan met de vraag hoe ze kinderen meer in de samenleving kunnen laten meedoen, het ultieme doel van burgerschapsvorming.

Kinderen moeten leren dat leven in een democratie meer is dan een keer in de vier jaar stemmen, maar dat het gaat om een way of life, zoals de filosoofpedagoog John Dewey het een kleine honderd jaar geleden formuleerde. Dat betekent: samen regels afspreken en je eraan houden, discriminatie herkennen en bestrijden, met de buurt een markt voor kinderen in de derde wereld organiseren en dergelijke. Kortom, het gaat om het aannemen van een democratische houding!

De inspectie van het onderwijs verlangt dat een basisschool haar bijdragen aan burgerschap en burgerschapsvorming op een rijtje zet, daar doelen bij formuleert en verantwoording aflegt van de werkwijze die ze hanteert om haar doelen te realiseren. De overheid laat scholen vrij om dit nader in te vullen en uit te werken. Maar tegelijkertijd laat diezelfde overheid na scholen te begeleiden, stimuleren en coachen bij de invulling van het containerbegrip burgerschapsvorming.

Wel refereert de inspectie aan een aantal kerndoelen in het basisonderwijs waar burgerschapsvorming aan gekoppeld kan worden. De bescheiden opstelling van de overheid is een bewijs van respect voor de autonomie van basisscholen. Maar deze vrijblijvende opstelling – door de Onderwijsraad onlangs afgedaan als passend bij een experimentele fase – roept ook veel vragen op.

Ik noem er een paar: heeft de overheid geen voorkeur voor bepaalde activiteiten en methoden als het gaat om het stimuleren van de participatie van een kind? Bestaan er volgens de inspectie of het ministerie van onderwijs geen werkwijzen die het succes op meedoen vergroten? Wil de overheid niet na kunnen gaan of scholen in hun opzet slagen? En is het niet verstandig om met het werkveld minimumeisen op te stellen waar burgerschapsvorming aan zou moeten voldoen?

Dat de overheid ruimte aan scholen geeft, is positief. Ze geeft scholen terecht veel verantwoordelijkheid, want het gaat om het functioneren van kinderen in hun leefomgeving, waar ook de school staat. Maar je moet als school wel weten waar je aan moet voldoen om verantwoord met burgerschapsvorming bezig te zijn.

Ondertussen zat de onderwijsmarkt de afgelopen tijd niet stil. Allerlei cursussen, methodieken en coachingstrajecten worden aangeboden. De inhoud en de aard van het aanbod is door de vaagheid van de overheid uiterst diffuus.

Het ene pakket is nog completer, ambitieuzer en vooral duurder dan het andere. Als schooldirectie zie je soms door de bomen het bos niet meer, laat staan dat een gewone juf of meester zich een weg kan banen door het oerwoud van aanbiedingen aan leer- en lesmaterialen op dit terrein.

De (lokale) overheid kan op deze situatie inspelen. Bijvoorbeeld door het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten en ontmoetingen met het onderwijsveld of door het publiceren van uitgewerkte richtlijnen. Zo zouden scholen bijvoorbeeld bij de aanschaf van methodes voor burgerschapsvorming het kaf van het koren kunnen scheiden.

Jan de Bas, doceert ’cultureel burgerschap’ aan de Hogeschool Inholland en doet onderzoek naar burgerschapsvorming in het basisonderwijs


Trouw, 17-10-2007