Barst
29th September 2007, 00:01
Jongeren in Gaza riskeren de dood op zoek naar werk
IN Gaea neemt de wanhoop hand over hand toe. Er is geen werk, en dus proberen wanhopige jongeren de zwaar bewaakte grens met Israël over te steken. 'We hebben drie mogelijkheden: niets doen, lid worden van Hamas of proberen de grens over te steken.'
Nizar kende de risico's. Hij wist, vertellen zijn broers en neven, dat hij slechts een kleine kans had om vanuit de Gazastrook door de Israëlische afgrendeling te breken. Toch gokte de 19-jarige Palestijnse jongen dat hij door de barrière van staal, elektronica, infraroodcamera's en snel schietende patrouilles kon breken. Niet om een aanslag te plegen, maar om in Israël werk te zoeken. Nizar Al-Abdeed is nu statistiek.
'Hij wist, net als wij allemaal, dat hij 95 procent kans had om te sterven. Het is bijna onmogelijk geworden om Israël te bereiken. Je hebt een kans van 5 procent. En toch blijven wij allemaal dromen. Hier is niets, helemaal niets, er is geen werk, geen geld om te studeren, geen kansen', vertelt Nizars oudere broer Saed (25).
Dagelijks trachten Palestijnen uit de Gazastrook Israël te bereiken. Onder hen bevinden zich ook potentiële terroristen. Werkzoekers zijn in de meerderheid, bevestigt een woordvoerder van het leger, maar er kunnen geen risico's genomen worden. Daarom hebben patrouillerende soldaten opdracht op iedereen te schieten binnen een straal van 150 meter van het geavanceerde grenshek. Nizar was deze maand één van de dertien jongens die geen geluk hadden.
Vader Achmed Al-Abdeed, een werkloze taxichauffeur, wijst naar zijn oudste zoon en vier neven die zich in de hokachtige, kale zitkamer van zijn huisje in het vluchtelingenkamp Nusseirat hebben verzameld. 'Die jongens hier zitten als jonge katten in een zak die steeds kleiner wordt. Ze verdrinken hier.'
Neef Yussef, met 27 jaar de oudste van het groepje, is onlangs na een negenjarig verblijf in Israël door het leger teruggestuurd. Op zijn achttiende trok hij per bus naar de joodse staat en werkte daar in de bouw, de metaal en de landbouw. Een paar maanden geleden werd hij door een Arabische vriend verraden. Na een paar maanden in een Israëlische gevangenis werd hij naar huis gezonden.
Yussef: 'We kunnen hier kiezen tussen drie mogelijkheden: de hele dag niets doen, lid worden van Hamas om tegen betaling van 100 dollar Qassamraketten op Israël af te vuren of proberen uit te breken. Ik wil, zoals heel veel jongens dat wel doen, mijn ziel niet aan Hamas verkopen. Ik wil aan het werk. Dus blijft er maar een mogelijkheid over, zelfs als dat de dood betekent.' De jongens, overwegend twintigers die allemaal de lagere en middelbare scholen van de VN-organisatie voor de hulp aan Palestijnse vluchtelingen hebben doorlopen, begrijpen niet waarom Israël hen niet wil gebruiken. Saed en Yussef in koor: 'Er is zoveel werk daar, je hebt binnen een dag een baan in de bouw of in de serres. Geen baas doet moeilijk, ook al weet hij best dat je uit Gaza komt.'
Dat klopt. De Israëlische economie boomt, maar de vorige regering onder leiding van premier Ariel Sharon heeft besloten geen Palestijnse werkers meer toe te laten. Tot een paar jaar geleden trokken dagelijks bijna 100.000 Gaza-inwoners en Westbankers naar de havens, bouwplaatsen en tuinderijen in Israël. Deze stroom relatief goedkope arbeidskracht is nagenoeg volledig ingedamd, zeker vanuit de Gazastrook. In plaats van Palestijnen doen nu Chinezen en Indiërs het werk dat de doorgaans hoog opgeleide Israëliërs niet aanpakken.
Nizars neef Samir: 'Door de economische blokkade wordt het leven hier alleen maar moeilijker. Alle fabrieken zijn dicht, alle serres zijn gesloten. Straks sluiten de Israëliërs ook nog de elektriciteit af.' Hij doelt op het dreigement van het Israëlische veiligheidskabinet om de economische blokkade nog te verscherpen met de stopzetting van de leveranties van elektriciteit en brandstof. Dat dreigement is nog niet uitgevoerd in de Gazastrook, waar 1,5 miljoen inwoners leven.
De jongens raken verwikkeld in een gesprek over mogelijke uitbraakstrategieën. Het lot van Nizar heeft indruk gemaakt, maar vormt geen belemmering. Vooral de 20-jarige Samir, jongere broer van Nizar en Saed, is zeer geïnteresseerd in de discussie over de beste locatie, de technieken om camera's en patrouilles te ontwijken. 'Voor mij is er niets in de Gazastrook. Ik ben net ontslagen door de baas van de internetwinkel omdat hij geen klanten en dus geen inkomsten meer heeft.'
Hij wil niet riskeren dat de ramadan voor zijn ouders voor de rest van hun leven wordt overschaduwd door zijn mogelijke dood. Daarom wacht hij tot na het suikerfeest. Zijn vader kijkt bezorgd en schudt zwijgend zijn hoofd.
© NRC Handelsblad, DS, 28-09-2007
IN Gaea neemt de wanhoop hand over hand toe. Er is geen werk, en dus proberen wanhopige jongeren de zwaar bewaakte grens met Israël over te steken. 'We hebben drie mogelijkheden: niets doen, lid worden van Hamas of proberen de grens over te steken.'
Nizar kende de risico's. Hij wist, vertellen zijn broers en neven, dat hij slechts een kleine kans had om vanuit de Gazastrook door de Israëlische afgrendeling te breken. Toch gokte de 19-jarige Palestijnse jongen dat hij door de barrière van staal, elektronica, infraroodcamera's en snel schietende patrouilles kon breken. Niet om een aanslag te plegen, maar om in Israël werk te zoeken. Nizar Al-Abdeed is nu statistiek.
'Hij wist, net als wij allemaal, dat hij 95 procent kans had om te sterven. Het is bijna onmogelijk geworden om Israël te bereiken. Je hebt een kans van 5 procent. En toch blijven wij allemaal dromen. Hier is niets, helemaal niets, er is geen werk, geen geld om te studeren, geen kansen', vertelt Nizars oudere broer Saed (25).
Dagelijks trachten Palestijnen uit de Gazastrook Israël te bereiken. Onder hen bevinden zich ook potentiële terroristen. Werkzoekers zijn in de meerderheid, bevestigt een woordvoerder van het leger, maar er kunnen geen risico's genomen worden. Daarom hebben patrouillerende soldaten opdracht op iedereen te schieten binnen een straal van 150 meter van het geavanceerde grenshek. Nizar was deze maand één van de dertien jongens die geen geluk hadden.
Vader Achmed Al-Abdeed, een werkloze taxichauffeur, wijst naar zijn oudste zoon en vier neven die zich in de hokachtige, kale zitkamer van zijn huisje in het vluchtelingenkamp Nusseirat hebben verzameld. 'Die jongens hier zitten als jonge katten in een zak die steeds kleiner wordt. Ze verdrinken hier.'
Neef Yussef, met 27 jaar de oudste van het groepje, is onlangs na een negenjarig verblijf in Israël door het leger teruggestuurd. Op zijn achttiende trok hij per bus naar de joodse staat en werkte daar in de bouw, de metaal en de landbouw. Een paar maanden geleden werd hij door een Arabische vriend verraden. Na een paar maanden in een Israëlische gevangenis werd hij naar huis gezonden.
Yussef: 'We kunnen hier kiezen tussen drie mogelijkheden: de hele dag niets doen, lid worden van Hamas om tegen betaling van 100 dollar Qassamraketten op Israël af te vuren of proberen uit te breken. Ik wil, zoals heel veel jongens dat wel doen, mijn ziel niet aan Hamas verkopen. Ik wil aan het werk. Dus blijft er maar een mogelijkheid over, zelfs als dat de dood betekent.' De jongens, overwegend twintigers die allemaal de lagere en middelbare scholen van de VN-organisatie voor de hulp aan Palestijnse vluchtelingen hebben doorlopen, begrijpen niet waarom Israël hen niet wil gebruiken. Saed en Yussef in koor: 'Er is zoveel werk daar, je hebt binnen een dag een baan in de bouw of in de serres. Geen baas doet moeilijk, ook al weet hij best dat je uit Gaza komt.'
Dat klopt. De Israëlische economie boomt, maar de vorige regering onder leiding van premier Ariel Sharon heeft besloten geen Palestijnse werkers meer toe te laten. Tot een paar jaar geleden trokken dagelijks bijna 100.000 Gaza-inwoners en Westbankers naar de havens, bouwplaatsen en tuinderijen in Israël. Deze stroom relatief goedkope arbeidskracht is nagenoeg volledig ingedamd, zeker vanuit de Gazastrook. In plaats van Palestijnen doen nu Chinezen en Indiërs het werk dat de doorgaans hoog opgeleide Israëliërs niet aanpakken.
Nizars neef Samir: 'Door de economische blokkade wordt het leven hier alleen maar moeilijker. Alle fabrieken zijn dicht, alle serres zijn gesloten. Straks sluiten de Israëliërs ook nog de elektriciteit af.' Hij doelt op het dreigement van het Israëlische veiligheidskabinet om de economische blokkade nog te verscherpen met de stopzetting van de leveranties van elektriciteit en brandstof. Dat dreigement is nog niet uitgevoerd in de Gazastrook, waar 1,5 miljoen inwoners leven.
De jongens raken verwikkeld in een gesprek over mogelijke uitbraakstrategieën. Het lot van Nizar heeft indruk gemaakt, maar vormt geen belemmering. Vooral de 20-jarige Samir, jongere broer van Nizar en Saed, is zeer geïnteresseerd in de discussie over de beste locatie, de technieken om camera's en patrouilles te ontwijken. 'Voor mij is er niets in de Gazastrook. Ik ben net ontslagen door de baas van de internetwinkel omdat hij geen klanten en dus geen inkomsten meer heeft.'
Hij wil niet riskeren dat de ramadan voor zijn ouders voor de rest van hun leven wordt overschaduwd door zijn mogelijke dood. Daarom wacht hij tot na het suikerfeest. Zijn vader kijkt bezorgd en schudt zwijgend zijn hoofd.
© NRC Handelsblad, DS, 28-09-2007