Inloggen

Bekijk de volledige versie : 'België is een regime, geen democratie!'


Barst
26th September 2007, 21:49
De radicalisering is onomkeerbaar


Vlaamse belgicisten laten zich door de Franstaligen een rad voor ogen draaien, schrijft Peter De Graeve. 'België is een royalistisch, antidemocratisch en op egoïsme gebaseerd regime dat alleen in stand wordt gehouden om Franstalige belangen te verdedigen.'


België is onmiskenbaar een regime. De organisatie van het land wordt gekenmerkt door een bewindsvorm, niet door een echt democratisch proces. De zinvolheid van dit Belgische bewind staat vandaag terecht ter discussie. Het behoud van het Belgische bewind wordt vandaag terecht op het spel gezet. Het al dan niet overleven van dit bewind vormt de kern van de huidige crisis. België is een bewind, geen democratie. De mogelijkheid of onmogelijkheid van een waarlijk democratische hervorming van het Belgische regime zal beslissen over de uitkomst van de huidige crisis. De Vlaamse partijen benadrukken de mogelijkheid van zo'n hervorming (van een 'echt federalisme').

In de Vlaamse publieke opinie daarentegen slinkt het geloof in die mogelijkheid verontrustend snel. Dat komt doordat het steeds scherper tot het politieke bewustzijn van heel wat Vlamingen doordringt dat de wil tot democratische hervorming geen adequate echo vindt bij de Franstalige partijen en de Franstalige publieke opinie. De radicalisering van de Vlaamse publieke opinie is daardoor volkomen gelegitimeerd. Ze beantwoordt aan een gerechtvaardigde wil om komaf te maken met het Belgische regime. Maar de Franstalige partijen zijn bereid alles in het werk te stellen om het Belgische bewind te behouden zoals het is. Daarom verzetten zij zich met hand en tand tegen de Vlaamse visie op het federalisme, dus tegen de mogelijkheid zelf van een broodnodige democratisering van het land.

Over welk regime gaat het? De grote doorbraak van de moderne democratische gedachte kwam er in ons land, zoals in de buurlanden, bij de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht, net na de Eerste Wereldoorlog. Als een gevolg daarvan kwam algauw de democratisering tot stand, ook in haar 'communautaire' gestalte: de vernederlandsing van de Universiteit Gent, van het gerecht, van de administratie. Bijna twintig jaar na de Tweede Wereldoorlog werd met het vastleggen van de taalgrens die eerste democratiseringsgolf voortgezet. Maar tegelijk werd de democratie zelf vakkundig ingesnoerd door de invoering van het huidige regime. Een zogenaamde alarmbelprocedure werd ingesteld, zogezegd ter wederzijdse bescherming van de taalgemeenschappen, in feite ter beteugeling van het algemeen enkelvoudig stemrecht, dus van de democratie. Belangrijke politieke beslissingen zijn vandaag enkel rechtsgeldig als ze zijn goedgekeurd door een tweederde meerderheid in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, plus een absolute meerderheid in elke taalgroep. Die procedure wordt doorgaans verdedigd als een democratische rem op de mogelijke ontsporing van een essentieel democratisch systeem. In de praktijk is ze bedoeld ter bescherming van de Franstalige belangen. Het verheffen van deze zuiver (collectief-)egoïstische doelstelling tot één van de meest essentiële grondwettelijke regels leidt ertoe dat de Belgische grondwet in haar geheel niet langer de democratie beschermt, maar een regime. De democratie is ontstemd.

Het debat over het dossier BHV helpt dit te verduidelijken. Neem als voorbeeld het recente pleidooi van Etienne Vermeersch ('BHV: kan het eerlijk en redelijk', DS 20 september). De man wil het democratische territorialiteitsbeginsel erkend en dus de faciliteiten afgeschaft zien, in ruil voor de overheveling van vier faciliteitengemeenten naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dat idee is een variant op het voorstel van het FDF om de bevolking van de faciliteitengemeenten via referendum te laten beslissen over een eventuele aanhechting bij Brussel. Welnu, als de grondnorm van het Belgische regime op dit geval moet worden toegepast, lijkt mij de gewenste overheveling alleen rechtsgeldig te zijn als twee derde van de betrokken gemeentebewoners ermee akkoord gaat, maar met een dubbele meerderheid, binnen elke taalgroep. Met andere woorden, overhevelen kan niet als niet de meerderheid van de Vlaamse inwoners haar toestemming geeft. Waarom zou een grondrecht dat goed is voor vier miljoen Franstalige landgenoten ineens niet goed genoeg zijn voor de Nederlandstalige inwoners van de faciliteitengemeenten?

Dat iedereen, inclusief Vermeersch, het evident vindt dat deze dorpelingen wel heel Brussel kunnen krijgen, maar niet dit Belgische grondrecht, bewijst de grondige pervertering van de Belgische democratie. Zo wil Vermeersch het universele respect voor wet en democratie afdwingen door de wet aan zijn laars te lappen en de democratische procedures te omzeilen. Dat is geheel in de geest van het Belgische regime. Om nog te zwijgen over de vraag waarom de Vlaamse deelstaat territorium moet afstaan om nu net het territorialiteitsbeginsel aan de Franstaligen duidelijk te maken? Als het territorialiteitsbeginsel dan toch de enige rechtvaardigheidsgrond vormt waarop Vermeersch een Belgisch democratisch federalisme verdedigbaar acht (en hierin heeft hij alvast gelijk), waarom het niet gewoon, heu, toepassen? Vermeersch' voorstel tot aanhechting van vier gemeenten is de Belgische onredelijkheid ten top: na vijftig jaar huwelijkse ontrouw wordt de bedrogen partij gevraagd een pink af te staan om het samenleven te redden.

De radicalisering van de Vlaamse publieke opinie is onomkeerbaar. Wie dit niet wil inzien, staat nog enkele ontmoedigende weken en maanden te wachten. De radicalisering is onomkeerbaar om een eenvoudige maar dwingende reden. De Vlaamse opinie wil namelijk niet weten van een regime waar democratische regels verschillen al naargelang van de regio waar men zich bevindt. Ze wil niet weten van een grondwet die alleen die 'demos' in bescherming neemt die Frans spreken verheffen tot een universeel recht, maar het Nederlands afdoen als een vervelend regionaal fenomeen. Ze wil, kortom, niet weten van een politieke kaste die zich handig wegstopt achter hoogdravende principes van verdraagzaamheid, democratie (FDF), hervormingsgezindheid (MR), solidariteit (PS) en universeel humanisme (CdH), maar die in werkelijkheid een naar de huidige Europese normen aftands royalistisch, antidemocratisch en op egoïsme gebaseerd regime verdedigt.

Naar aanleiding van de Verjaardag van België, afgelopen zaterdag, waar nauwelijks een Vlaming aanwezig was, verklaarde Milquet doodleuk dat 'blijkbaar alleen Franstaligen het Belgische federalisme nog verdedigen'. Franstalige politici lipten er, jawel, de Brabançonne mee, en kweelden vervolgens een obligaat 'Vive la Belgique'. Maar zolang deze kreet mee inhoudt: 'Vivent les facilités', 'Vive l'élargissement de Bruxelles' en 'Vivent les Francophones de Flandre' zal de Vlaamse publieke opinie blijven radicaliseren.

Op dezelfde wijze vormen de ontelbare Belgische vlaggen die dezer dagen de ramen en gevels van de hoofdstad sieren voor de Nederlandstaligen allesbehalve de uitdrukking van een reëel verlangen naar meer democratie. Ze zijn simpelweg de uitdrukking van een Belgisch nationalisme dat, zoals Antoinette Spaak onlangs nog in Knack vaststelde, door steeds meer Vlamingen wordt afgewezen, bewust, onbewogen, radicaal.

Une véritable démocratie vaut bien une crise.

Peter De Graeve doceert filosofie aan de Universiteit Antwerpen.


DS, 26-09-2007