Barst
31st August 2007, 18:33
WAAROM NIEMAND NOG SCHEIDSRECHTER IN HET VOETBAL WIL WORDEN
> 700-tal scheidsrechters te kort in België > Verbaal en fysiek geweld schrikt kandidaten af > Voetbalbond begint nieuwe campagne
'Allemaal onmisbaar. Word scheidsrechter.' Met die slogan wil de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) sinds vorige week jonge mensen warm maken om zich als scheidsrechter te engageren. Voetbalclubs krijgen folders en posters in de bus, in de straten hangen affiches. Tot eind september komen er ook tv-spotjes op RTL-TVI, Kanaaltwee, Een en de regionale zenders, alsook advertenties in de geschreven pers. Vanaf januari wordt de hele mediacampagne herhaald.
In 2002 hield de voetbalbond al een gelijkaardige campagne onder de noemer 'Oog voor het voetbal? Word scheidsrechter.' Dat gaf een tijdelijke boost aan het aantal kandidaat-scheidsrechters. Maar de jongste jaren is er opnieuw een terugval. Om alle wedstrijden - van de hoogste klasse tot de jeugdafdelingen - in goede banen te leiden, zouden er volgens Robert Jeurissen, voorzitter van de centrale scheidsrechtercommissie, 7.000 scheidsrechters nodig zijn. Bij de start van het nieuwe seizoen begin augustus waren slechts 6.235 arbiters aangesloten bij de voetbalbond.
De provincie Antwerpen blijft traditioneel de sterkst bezette provincie, met 965 scheidsrechters. Een status-quo ten opzichte van begin dit jaar. Ook de provincies Oost-Vlaanderen (+ 1) en Brabant (+ 41) houden goed stand. Maar in alle andere provincies daalt het aantal beschikbare scheidsrechters gestaag. De provincie Henegouwen kent zelfs een dramatische terugval: van 815 scheidsrechters vorig jaar naar 710 scheidsrechters bij de start van dit seizoen.
De verklaring voor de terugloop is even simpel als schrijnend: de toenemende agressie waarmee de scheidsrechter bijna wekelijks te maken krijgen. Volgens een enquête van het programma Koppen eind vorig jaar is een op de zes scheidsrechters ooit al fysiek belaagd. Elk seizoen zijn verschillende scheidsrechters voor korte of langere tijd werkonbekwaam. De voetbalbond beseft dat preventie alleen allang niet meer volstaat. 'We moeten erover nadenken kordater op te treden tegen agressie. Ik roep niet dat iedereen nu zwaar moet worden gestraft, maar misschien moeten we erover nadenken de straffen strenger te maken', aldus Jeurissen.
De verbale agressie is nog veel erger, want wekelijkse kost. In overvolle stadions kan een professionele en ervaren scheidsrechter zich daar makkelijk boven zetten, maar in de provinciale reeksen en jeugdafdelingen, waar de ouders langs de lijn staan te schelden, moet een scheidsrechter uit stevig hout gesneden zijn om alle kritiek van zich te laten afglijden als water van een eend. Veel jonge scheidsrechters, vaak niet ouder dan zestien jaar, kunnen dat niet aan of moeten stoppen van hun ouders. Begrijpelijk. Geen enkele ouder hoort graag hoe zijn kind door het slijk wordt gehaald.
De toenemende fysieke en verbale agressie gaat gepaard met een afkalvend gevoel van respect tegenover mensen die een gezagsfunctie uitoefenen. 'Iedereen die een uniform draagt en gezag moet uitstralen, heeft tegenwoordig problemen', zegt Jeurissen. De voorbeelden in eerste klasse zijn legio. Elke week uiten trainers en voorzitters wel kritiek op de man met het fluitje. Iedereen herinnert zich Johan Vermeersch, de voorzitter van FC Brussels, die vorig seizoen ostentatief het veld opliep om zijn jas aan de scheidsrechter te geven. Maar ook dit prille seizoen staat al bol van de schimpscheuten aan het adres van de arbiter.
De Belgische voetbalbond is ongelukkig met de kritiek. Terecht. Emotionele reacties van de verliezende partij die zich onrecht voelt aangedaan, zijn begrijpelijk, maar ondermijnen het gezag van de scheidsrechter. Trainers en voorzitters moeten het goede voorbeeld geven aan de supporters én aan de jeugd. En iedereen moet beseffen dat de scheidsrechter een mens is, en dat een mens fouten maakt. En vooral dat de scheidsrechter in de eerste plaats een vrijwilliger is, die met zijn hart zijn hobby uitoefent. Want zonder de man in het zwart zou er geen voetbal zijn.
Het is de vraag of de nieuwe campagne van de voetbalbond zoden aan de dijk zal zetten. Voorbeelden in de arbitragewereld, zoals Frank De Bleeckere, kunnen een bijdrage leveren. Maar waarom zouden jonge gasten scheidsrechter willen worden, als ze zien hoe zelfs een van de beste scheidsrechters wordt aangepakt?
Zijn schitterende prestatie op het WK 2006 in Duitsland lijkt iedereen al vergeten. Maar als hij straks de eerste slechte match in de eigen competitie fluit, zal die met een vergrootglas worden geanalyseerd. Het is de paradox van veel topscheidsrechters. Op Europees niveau fluiten ze bevrijd, omdat de supporters hen niet kennen. In eigen competitie worden ze verguisd, voor de fouten die ze in vorige duels maakten.
De media spelen daarin zeker een rol, door blunders uit het verleden in de aanloop van belangrijke matchen nog eens op te rakelen. Daardoor ontstaat op voorhand onvermijdelijk een sfeer van negativisme. Ook de technologische mogelijkheden van televisie, die elke betwiste fase herhaalt en uitvergroot, maakt het er voor de scheidsrechters niet makkelijker op. Dat brengt ons (weer) bij de vraag of de arbiter niet dringend meer technische hulpmiddelen moet krijgen? Want naast de scheidsrechters zelf, lijken ook die in het moderne voetbal steeds meer onmisbaar.
Yves Delepeleire is redacteur binnenland
DS, 31-08-2007
> 700-tal scheidsrechters te kort in België > Verbaal en fysiek geweld schrikt kandidaten af > Voetbalbond begint nieuwe campagne
'Allemaal onmisbaar. Word scheidsrechter.' Met die slogan wil de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) sinds vorige week jonge mensen warm maken om zich als scheidsrechter te engageren. Voetbalclubs krijgen folders en posters in de bus, in de straten hangen affiches. Tot eind september komen er ook tv-spotjes op RTL-TVI, Kanaaltwee, Een en de regionale zenders, alsook advertenties in de geschreven pers. Vanaf januari wordt de hele mediacampagne herhaald.
In 2002 hield de voetbalbond al een gelijkaardige campagne onder de noemer 'Oog voor het voetbal? Word scheidsrechter.' Dat gaf een tijdelijke boost aan het aantal kandidaat-scheidsrechters. Maar de jongste jaren is er opnieuw een terugval. Om alle wedstrijden - van de hoogste klasse tot de jeugdafdelingen - in goede banen te leiden, zouden er volgens Robert Jeurissen, voorzitter van de centrale scheidsrechtercommissie, 7.000 scheidsrechters nodig zijn. Bij de start van het nieuwe seizoen begin augustus waren slechts 6.235 arbiters aangesloten bij de voetbalbond.
De provincie Antwerpen blijft traditioneel de sterkst bezette provincie, met 965 scheidsrechters. Een status-quo ten opzichte van begin dit jaar. Ook de provincies Oost-Vlaanderen (+ 1) en Brabant (+ 41) houden goed stand. Maar in alle andere provincies daalt het aantal beschikbare scheidsrechters gestaag. De provincie Henegouwen kent zelfs een dramatische terugval: van 815 scheidsrechters vorig jaar naar 710 scheidsrechters bij de start van dit seizoen.
De verklaring voor de terugloop is even simpel als schrijnend: de toenemende agressie waarmee de scheidsrechter bijna wekelijks te maken krijgen. Volgens een enquête van het programma Koppen eind vorig jaar is een op de zes scheidsrechters ooit al fysiek belaagd. Elk seizoen zijn verschillende scheidsrechters voor korte of langere tijd werkonbekwaam. De voetbalbond beseft dat preventie alleen allang niet meer volstaat. 'We moeten erover nadenken kordater op te treden tegen agressie. Ik roep niet dat iedereen nu zwaar moet worden gestraft, maar misschien moeten we erover nadenken de straffen strenger te maken', aldus Jeurissen.
De verbale agressie is nog veel erger, want wekelijkse kost. In overvolle stadions kan een professionele en ervaren scheidsrechter zich daar makkelijk boven zetten, maar in de provinciale reeksen en jeugdafdelingen, waar de ouders langs de lijn staan te schelden, moet een scheidsrechter uit stevig hout gesneden zijn om alle kritiek van zich te laten afglijden als water van een eend. Veel jonge scheidsrechters, vaak niet ouder dan zestien jaar, kunnen dat niet aan of moeten stoppen van hun ouders. Begrijpelijk. Geen enkele ouder hoort graag hoe zijn kind door het slijk wordt gehaald.
De toenemende fysieke en verbale agressie gaat gepaard met een afkalvend gevoel van respect tegenover mensen die een gezagsfunctie uitoefenen. 'Iedereen die een uniform draagt en gezag moet uitstralen, heeft tegenwoordig problemen', zegt Jeurissen. De voorbeelden in eerste klasse zijn legio. Elke week uiten trainers en voorzitters wel kritiek op de man met het fluitje. Iedereen herinnert zich Johan Vermeersch, de voorzitter van FC Brussels, die vorig seizoen ostentatief het veld opliep om zijn jas aan de scheidsrechter te geven. Maar ook dit prille seizoen staat al bol van de schimpscheuten aan het adres van de arbiter.
De Belgische voetbalbond is ongelukkig met de kritiek. Terecht. Emotionele reacties van de verliezende partij die zich onrecht voelt aangedaan, zijn begrijpelijk, maar ondermijnen het gezag van de scheidsrechter. Trainers en voorzitters moeten het goede voorbeeld geven aan de supporters én aan de jeugd. En iedereen moet beseffen dat de scheidsrechter een mens is, en dat een mens fouten maakt. En vooral dat de scheidsrechter in de eerste plaats een vrijwilliger is, die met zijn hart zijn hobby uitoefent. Want zonder de man in het zwart zou er geen voetbal zijn.
Het is de vraag of de nieuwe campagne van de voetbalbond zoden aan de dijk zal zetten. Voorbeelden in de arbitragewereld, zoals Frank De Bleeckere, kunnen een bijdrage leveren. Maar waarom zouden jonge gasten scheidsrechter willen worden, als ze zien hoe zelfs een van de beste scheidsrechters wordt aangepakt?
Zijn schitterende prestatie op het WK 2006 in Duitsland lijkt iedereen al vergeten. Maar als hij straks de eerste slechte match in de eigen competitie fluit, zal die met een vergrootglas worden geanalyseerd. Het is de paradox van veel topscheidsrechters. Op Europees niveau fluiten ze bevrijd, omdat de supporters hen niet kennen. In eigen competitie worden ze verguisd, voor de fouten die ze in vorige duels maakten.
De media spelen daarin zeker een rol, door blunders uit het verleden in de aanloop van belangrijke matchen nog eens op te rakelen. Daardoor ontstaat op voorhand onvermijdelijk een sfeer van negativisme. Ook de technologische mogelijkheden van televisie, die elke betwiste fase herhaalt en uitvergroot, maakt het er voor de scheidsrechters niet makkelijker op. Dat brengt ons (weer) bij de vraag of de arbiter niet dringend meer technische hulpmiddelen moet krijgen? Want naast de scheidsrechters zelf, lijken ook die in het moderne voetbal steeds meer onmisbaar.
Yves Delepeleire is redacteur binnenland
DS, 31-08-2007