Barst
18th August 2007, 16:46
'Dit was mijn eerste huis. Mijn enige huis'
Michele McIntosh is één van de 2 miljoen Amerikanen die mogelijk hun huis verliezen door de jongste financiële crisis. Van hypotheken wist ze niks af. Maar ze was wel erg blij met haar huis.
Ze woont aan het eindstation van de metrolijn - en de symboliek ontgaat haar niet. 'Hier loopt het af voor mij, nietwaar?' Zo goed als, inderdaad. Michele McIntosh woont in Far Rockaway, een achterstandswijk aan de zuidoostelijke rand van New York. McIntosh is 44 jaar, zwart en net iets te zwaar. Drie thuiswonende tieners, de vaders uit zicht. De laatste keer dat ze over haar hypotheek durfde te bellen, is twee maanden geleden. De laatste keer dat ze een aflossing deed, was in februari. Ze heeft twee banen. En ze kan elk moment op straat gezet worden.
McIntosh is één van de twee miljoen Amerikanen voor wie de komende maanden uitzetting dreigt. Door stijgende rentelasten en een verslappende huizenmarkt kunnen ze hun hypotheken niet langer afbetalen. Er zijn al zeventig hypotheekbedrijven failliet gegaan of op zoek naar een koper.
Dat Michele McIntosh ooit aanjager van dit soort problemen zou zijn - of zelfs een hypotheek zou hebben - was tien jaar geleden ondenkbaar. Ze was toen nog dakloos, zo nu en dan sliep ze met haar kinderen in een opvanghuis. Maar ze vocht zich omhoog, kreeg een baan bij een telecombedrijf en betrok een huurhuis.
Weer een paar jaar later besloot ze te gaan kopen. 'Ik hoorde altijd: investeer in jezelf.' In die tijd stegen de huizenprijzen per jaar gemiddeld tien procent. Ze kocht een flat: drie slaapkamers, ruim honderd vierkante meter, 110.000 dollar. Dat ze nauwelijks spaargeld had en de gebruikelijke contante betaling van minimum tien procent niet kon doen: no problem.
De hypotheek om haar flat te kopen, was van het type 'subprime'. Vrij vertaald betekent dat 'net niet volmaakt', in de praktijk is het een dure hypotheek voor huiseigenaren met weinig kredietwaardigheid. De bekendste vorm van subprime-hypotheken is de zogeheten 2/28 ('two/twenty-eight'), die in de eerste twee jaar bij wijze van lokkertje een laag rentepercentage biedt. Daarna volgen 28 duurdere jaren.
Subprime-hypotheken waren in de laatste jaren van stijgende huizenprijzen geen uitzondering: een kwart van alle hypotheken is subprime.
Michele McIntosh' hypotheek had een vast rentepercentage van 10,5 procent. Ze betaalde duizend dollar (731 euro) per maand aan aflossingen. Na een reeks van renteverlagingen door de Amerikaanse Centrale Bank, de Federal Reserve, stond het belangrijkste rentepercentage vanaf 2003 op 1 procent.
Michele McIntosh volgde toen het voorbeeld van veel anderen: ze besloot haar hypotheek aan te passen. 'Het was nog steeds allemaal nieuw voor me. Ik deed maar wat.' Haar tussenpersoon adviseerde een variabel rentetarief, met een looptijd van 35 jaar. 'De rente zou toch wel laag blijven, zei hij.' Dat was in 2004.
Al snel ging het mis. De rente begon te stijgen. Michele McIntosh' hypotheeklasten dus ook. En na een fusie van haar werkgever werd ze ontslagen. Sindsdien is ze noodgedwongen specialist op het gebied van wat ze 'shotgun'-rekeningen noemt. Het elektriciteitsbedrijf, de internetprovider of één van de kredietkaartmaatschappijen belt om een allerlaatste kans te geven: nu betalen, anders dreigt er wat. Meestal gebruikt ze een kredietkaart voor dit soort betalingen. Ook daarin is ze geen uitzondering: de gemiddelde Amerikaan heeft vijf kredietkaarten - tegenover elke dollar aan inkomen staat 1,26 dollar aan schuld aan kredieten voor consumptie.
Dankzij dit gejongleer met rekeningen wist Michele McIntosh haar hoofd nog even boven water te houden. Maar de hypotheeklasten bleven oplopen, en de inkomsten liepen terug. Eind 2006 verdiende ze met moeite duizend dollar per maand, vierhonderd minder dan haar hypotheeklasten.
Het tij leek te keren toen Michele McIntosh een vaste baan als directiesecretaresse bij een pensioenfonds kreeg. Maar zelfs dit salaris kon de achterstanden en de bijkomende boetes voor de wanbetalingen niet wegwerken. Toen ze tot een betaalregeling probeerde te komen, vroeg een dame bij haar hypotheeknemer, Saxon Home Mortgage, of ze wel eens een tweede baan had overwogen. Nu werkt ze van half zeven tot vier bij het pensioenfonds, en verkoopt ze van halfvijf tot tien dure Coach-tassen bij warenhuis Macy's.
Het hele gesprek lang vecht Michele McIntosh tegen haar tranen. Ze wil zich niet laten gaan. Maar het ziet er niet goed uit voor haar. Het huis verkopen en haar verlies nemen, daarvoor is het nu te laat. De Amerikaanse huizenprijzen dalen al ruim een jaar: kopers wachten liever af en het aanbod van woningen neemt alleen maar toe.
McIntosh krijgt dagelijks brieven van makelaars en bedrijven die haar een einde van al haar zorgen beloven. 'Zwendelaars', zegt ze. Liever doet ze geen zaken met ze. 'Terug de straat op, ik wil het niet. Dit was mijn eerste eigen huis.' Dan gaat de bril toch nog af en pakt ze een zakdoekje. 'Misschien wordt het wel mijn enige huis.'
© NRC Handelsblad
Michele McIntosh is één van de 2 miljoen Amerikanen die mogelijk hun huis verliezen door de jongste financiële crisis. Van hypotheken wist ze niks af. Maar ze was wel erg blij met haar huis.
Ze woont aan het eindstation van de metrolijn - en de symboliek ontgaat haar niet. 'Hier loopt het af voor mij, nietwaar?' Zo goed als, inderdaad. Michele McIntosh woont in Far Rockaway, een achterstandswijk aan de zuidoostelijke rand van New York. McIntosh is 44 jaar, zwart en net iets te zwaar. Drie thuiswonende tieners, de vaders uit zicht. De laatste keer dat ze over haar hypotheek durfde te bellen, is twee maanden geleden. De laatste keer dat ze een aflossing deed, was in februari. Ze heeft twee banen. En ze kan elk moment op straat gezet worden.
McIntosh is één van de twee miljoen Amerikanen voor wie de komende maanden uitzetting dreigt. Door stijgende rentelasten en een verslappende huizenmarkt kunnen ze hun hypotheken niet langer afbetalen. Er zijn al zeventig hypotheekbedrijven failliet gegaan of op zoek naar een koper.
Dat Michele McIntosh ooit aanjager van dit soort problemen zou zijn - of zelfs een hypotheek zou hebben - was tien jaar geleden ondenkbaar. Ze was toen nog dakloos, zo nu en dan sliep ze met haar kinderen in een opvanghuis. Maar ze vocht zich omhoog, kreeg een baan bij een telecombedrijf en betrok een huurhuis.
Weer een paar jaar later besloot ze te gaan kopen. 'Ik hoorde altijd: investeer in jezelf.' In die tijd stegen de huizenprijzen per jaar gemiddeld tien procent. Ze kocht een flat: drie slaapkamers, ruim honderd vierkante meter, 110.000 dollar. Dat ze nauwelijks spaargeld had en de gebruikelijke contante betaling van minimum tien procent niet kon doen: no problem.
De hypotheek om haar flat te kopen, was van het type 'subprime'. Vrij vertaald betekent dat 'net niet volmaakt', in de praktijk is het een dure hypotheek voor huiseigenaren met weinig kredietwaardigheid. De bekendste vorm van subprime-hypotheken is de zogeheten 2/28 ('two/twenty-eight'), die in de eerste twee jaar bij wijze van lokkertje een laag rentepercentage biedt. Daarna volgen 28 duurdere jaren.
Subprime-hypotheken waren in de laatste jaren van stijgende huizenprijzen geen uitzondering: een kwart van alle hypotheken is subprime.
Michele McIntosh' hypotheek had een vast rentepercentage van 10,5 procent. Ze betaalde duizend dollar (731 euro) per maand aan aflossingen. Na een reeks van renteverlagingen door de Amerikaanse Centrale Bank, de Federal Reserve, stond het belangrijkste rentepercentage vanaf 2003 op 1 procent.
Michele McIntosh volgde toen het voorbeeld van veel anderen: ze besloot haar hypotheek aan te passen. 'Het was nog steeds allemaal nieuw voor me. Ik deed maar wat.' Haar tussenpersoon adviseerde een variabel rentetarief, met een looptijd van 35 jaar. 'De rente zou toch wel laag blijven, zei hij.' Dat was in 2004.
Al snel ging het mis. De rente begon te stijgen. Michele McIntosh' hypotheeklasten dus ook. En na een fusie van haar werkgever werd ze ontslagen. Sindsdien is ze noodgedwongen specialist op het gebied van wat ze 'shotgun'-rekeningen noemt. Het elektriciteitsbedrijf, de internetprovider of één van de kredietkaartmaatschappijen belt om een allerlaatste kans te geven: nu betalen, anders dreigt er wat. Meestal gebruikt ze een kredietkaart voor dit soort betalingen. Ook daarin is ze geen uitzondering: de gemiddelde Amerikaan heeft vijf kredietkaarten - tegenover elke dollar aan inkomen staat 1,26 dollar aan schuld aan kredieten voor consumptie.
Dankzij dit gejongleer met rekeningen wist Michele McIntosh haar hoofd nog even boven water te houden. Maar de hypotheeklasten bleven oplopen, en de inkomsten liepen terug. Eind 2006 verdiende ze met moeite duizend dollar per maand, vierhonderd minder dan haar hypotheeklasten.
Het tij leek te keren toen Michele McIntosh een vaste baan als directiesecretaresse bij een pensioenfonds kreeg. Maar zelfs dit salaris kon de achterstanden en de bijkomende boetes voor de wanbetalingen niet wegwerken. Toen ze tot een betaalregeling probeerde te komen, vroeg een dame bij haar hypotheeknemer, Saxon Home Mortgage, of ze wel eens een tweede baan had overwogen. Nu werkt ze van half zeven tot vier bij het pensioenfonds, en verkoopt ze van halfvijf tot tien dure Coach-tassen bij warenhuis Macy's.
Het hele gesprek lang vecht Michele McIntosh tegen haar tranen. Ze wil zich niet laten gaan. Maar het ziet er niet goed uit voor haar. Het huis verkopen en haar verlies nemen, daarvoor is het nu te laat. De Amerikaanse huizenprijzen dalen al ruim een jaar: kopers wachten liever af en het aanbod van woningen neemt alleen maar toe.
McIntosh krijgt dagelijks brieven van makelaars en bedrijven die haar een einde van al haar zorgen beloven. 'Zwendelaars', zegt ze. Liever doet ze geen zaken met ze. 'Terug de straat op, ik wil het niet. Dit was mijn eerste eigen huis.' Dan gaat de bril toch nog af en pakt ze een zakdoekje. 'Misschien wordt het wel mijn enige huis.'
© NRC Handelsblad