PDA

Bekijk de volledige versie : VS laten onderhoud infrastructuur versloffen


Barst
3rd August 2007, 18:15
VS laten onderhoud infrastructuur versloffen - Federale overheid laat steeds meer over aan deelstaten


Van de rond 600.000 bruggen in de VS zijn er 75.000 ‘technisch gebrekkig’, waardoor er niet onbeperkt gebruik van mag worden gemaakt. En dan scoren bruggen nog beter dan andere onderdelen van de infrastructuur.


De brug die woensdag in Minneapolis instortte, kreeg van inspecteurs al 17 jaar de beoordeling „technisch gebrekkig” mee. Gouverneur Tim Pawlenty van de noordelijke staat Minnesota zei gisteren dat die status „niet per se betekent dat een brug onveilig is, of vervangen moet worden. Maar iedereen die naar het landelijke plaatje kijkt en zegt dat we geen probleem hebben, zou naďef zijn” .

Pawlenty’s woorden zullen de nabestaanden van de mogelijk twaalf slachtoffers niet kunnen troosten, maar de ingestorte brug was inderdaad in ruim gezelschap. Van de circa 600.000 bruggen in de Verenigde Staten is, aldus een overheidsrapport uit 2005, 13 procent (ruim 75.000) ‘technisch gebrekkig’. De kwalificering houdt in dat zeker één onderdeel van de brug in slechte staat verkeert, dat niet de hele constructie op meteen instorten staat, maar dat er minder (zwaar) verkeer overheen mag rijden en vooral dat op zijn minst enig onderhoud nodig is.

Juist aan dat onderhoud ontbreekt het in de VS op grote schaal. Een rapport uit 2005 van de American Society of Civil Engineers (ASCE) gaf de hele infrastructuur van het land een ‘D’ – net voldoende. De bruggen kwamen er nog relatief goed van af en kregen gemiddeld een ‘C’ – ruim voldoende. Vooral het luchtvaartsysteem, dammen, de drinkwaterleidingen, het elektriciteitsnetwerk en riolering werden nog slechter beoordeeld. De ASCE schatte dat er in vijf jaar 1,6 biljard dollar nodig zou zijn om het achterstallig onderhoud weg te werken.

Gisteren reageerden ook landelijke politici, van prominente senatoren tot president Bush, geschrokken op het ongeluk in Minneapolis. Het was een „waarschuwing” dat Amerika’s infrastructuur „verkruimelt”, zei men. Maar het feit dat de VS hun onderhoud zo laten versloffen heeft in de eerste plaats zijn oorsprong in Washington. De federale overheid liet het onderhoud en de aanleg van infrastructuur de laatste decennia steeds meer over aan staten zelf.

Het budget dat de staten daarbij ter beschikking krijgen is niet mee gegroeid met de veranderde omstandigheden. Terwijl de belastinginkomsten terugliepen (de accijns op benzine is sinds 1993 bijvoorbeeld bevroren) namen de bouw- en onderhoudskosten fors toe (door de gestegen vraag naar staal uit China, de dure grond in stedelijke gebieden en de hoge olie- en cementprijzen).

Tegelijkertijd is de verkeersdruk alleen maar gegroeid. Gouverneurs en volksvertegenwoordigers zien zich geconfronteerd met forenzende burgers die niet in de file willen staan en voortdurend nieuwe en bredere wegen eisen. De staten wendden hun schrale fondsen vervolgens liever aan voor de aanleg van nieuwe infrastructuur dan voor onderhoud. „Als je een brug bouwt komt je naam er op te staan, als je hem repareert niet”, aldus Kent Harries die techniek doceert aan de Universiteit van Pittsburgh tegen persbureau AP.

Maar het probleem is niet alleen slecht onderhoud. Ook de kwaliteit van nieuwe bouwwerken deugt soms niet: tussen de bruggen met een technisch gebrek zitten er ook die in jaren negentig zijn gebouwd. Staten, aangemoedigd door de huidige regering-Bush, besteden bouwwerkzaamheden steeds vaker uit aan de private sector. De laagste bieder wint, maar bouwt niet altijd de stevigste brug.


NRC, 3 augustus 2007