Barst
30th July 2007, 16:21
Waarom gapen we?
Zet je gesprekspartner het op een geeuwen, twijfel dan niet meteen aan je conversatietalent. Want volgens Amerikaanse psychologen duidt gapen niet op desinteresse, nee, het is juist een poging om alert te blijven.
De psychologen denken de functie van gapen te hebben ontdekt. In het vakblad Evolutionary Psychology schrijven ze dat de geeuw dient om de hersenen te koelen. Het brein zou dan efficiënt blijven werken, zodat we onze aandacht kunnen vasthouden.
Leuke theorie. Nu het bewijs. Dat vergaarden de psychologen door 44 studenten te laten kijken naar een video van aanstekelijk gapende mensen. De oplettende onderzoekers turfden hoe vaak de kijkers de geeuw overnamen.
Een extraatje: tijdens het kijken moesten sommige proefpersonen een ijskoude zak tegen hun voorhoofd houden. Andere deelnemers kregen een warme zak of een zak op kamertemperatuur. Wat bleek? Van de gekoelde personen nam niemand het gapen over. Kijkers met een voorhoofd op hoge of kamertemperatuur gaapten des te harder: van hen ging 41 procent minstens één keer voor de bijl.
Dat is duidelijk, menen de onderzoekers van de State University in New York. Mensen gapen alleen als hun hersenen warm zijn. Ergo, de geeuw dient als koeling.
Extra bewijs voor dit idee haalden de psychologen uit een tweede experiment. De filmkijkers moesten nu op verschillende manieren ademen: door hun neus, waarbij de hersenen zouden afkoelen, of door hun mond, waarbij die koeling zou uitblijven. En inderdaad, de mondhijgers gaapten veel vaker dan de neussnuivers.
Jan Hindrik Ravesloot, hoogleraar fysiologie in het AMC, twijfelt ernstig aan de interpretatie van de psychologen. „De hersenen behoren tot de kern waarvan de temperatuur zeer strikt wordt geregeld. Het is ondenkbaar dat neusademhaling een merkbare schommeling geeft in de breintemperatuur.” En zo’n ijskoude zak tegen je voorhoofd, dat doet gewoon pijn. Logisch dat je dan niet aan gapen toekomt. Ravesloot is daarom resoluut: „Als je het mij vraagt, is die hele koeltheorie een broodje aap.”
Maar wat heeft gapen dán voor nut?
De Amerikaanse antropoloog Euclid Smith heeft in 1999 alle geopperde theorieën op een rij gezet. Hij beschrijft er minstens twintig, van zeer uiteenlopende aard. Veel ervan zijn allang verworpen, zoals de gedachte dat we gapen om meer zuurstof in het bloed te krijgen. De rest mist degelijk bewijs. Een greep uit het aanbod. We zouden gapen om alerter te worden, om juist minder alert te worden, om ons kaakgewricht te trainen (bij gapende foetussen), om onze longen open te houden, om verveling te uiten, om ziektekiemen uit de amandelen te verdrijven, om de oren te laten ploppen, enzovoort. In 2004 is er zelfs iemand gepromoveerd op de stelling dat we gapen om anderen te verleiden tot seks.
En géén nut, behoort dat ook tot de mogelijkheden? Eventueel, schrijft Smith. Maar erg waarschijnlijk lijkt het hem niet, gezien het feit dat ook veel dieren gapen. Zo’n algemene gedraging, daar moet meer achter zitten. En dus speculeren we verder. Tot in de eeuwigheid. Je zou er bijna van gaan ghhhh........ ghhhhaaaahhhhhhhh.
Trouw, 23-07-2007 (Sander Becker)
Zet je gesprekspartner het op een geeuwen, twijfel dan niet meteen aan je conversatietalent. Want volgens Amerikaanse psychologen duidt gapen niet op desinteresse, nee, het is juist een poging om alert te blijven.
De psychologen denken de functie van gapen te hebben ontdekt. In het vakblad Evolutionary Psychology schrijven ze dat de geeuw dient om de hersenen te koelen. Het brein zou dan efficiënt blijven werken, zodat we onze aandacht kunnen vasthouden.
Leuke theorie. Nu het bewijs. Dat vergaarden de psychologen door 44 studenten te laten kijken naar een video van aanstekelijk gapende mensen. De oplettende onderzoekers turfden hoe vaak de kijkers de geeuw overnamen.
Een extraatje: tijdens het kijken moesten sommige proefpersonen een ijskoude zak tegen hun voorhoofd houden. Andere deelnemers kregen een warme zak of een zak op kamertemperatuur. Wat bleek? Van de gekoelde personen nam niemand het gapen over. Kijkers met een voorhoofd op hoge of kamertemperatuur gaapten des te harder: van hen ging 41 procent minstens één keer voor de bijl.
Dat is duidelijk, menen de onderzoekers van de State University in New York. Mensen gapen alleen als hun hersenen warm zijn. Ergo, de geeuw dient als koeling.
Extra bewijs voor dit idee haalden de psychologen uit een tweede experiment. De filmkijkers moesten nu op verschillende manieren ademen: door hun neus, waarbij de hersenen zouden afkoelen, of door hun mond, waarbij die koeling zou uitblijven. En inderdaad, de mondhijgers gaapten veel vaker dan de neussnuivers.
Jan Hindrik Ravesloot, hoogleraar fysiologie in het AMC, twijfelt ernstig aan de interpretatie van de psychologen. „De hersenen behoren tot de kern waarvan de temperatuur zeer strikt wordt geregeld. Het is ondenkbaar dat neusademhaling een merkbare schommeling geeft in de breintemperatuur.” En zo’n ijskoude zak tegen je voorhoofd, dat doet gewoon pijn. Logisch dat je dan niet aan gapen toekomt. Ravesloot is daarom resoluut: „Als je het mij vraagt, is die hele koeltheorie een broodje aap.”
Maar wat heeft gapen dán voor nut?
De Amerikaanse antropoloog Euclid Smith heeft in 1999 alle geopperde theorieën op een rij gezet. Hij beschrijft er minstens twintig, van zeer uiteenlopende aard. Veel ervan zijn allang verworpen, zoals de gedachte dat we gapen om meer zuurstof in het bloed te krijgen. De rest mist degelijk bewijs. Een greep uit het aanbod. We zouden gapen om alerter te worden, om juist minder alert te worden, om ons kaakgewricht te trainen (bij gapende foetussen), om onze longen open te houden, om verveling te uiten, om ziektekiemen uit de amandelen te verdrijven, om de oren te laten ploppen, enzovoort. In 2004 is er zelfs iemand gepromoveerd op de stelling dat we gapen om anderen te verleiden tot seks.
En géén nut, behoort dat ook tot de mogelijkheden? Eventueel, schrijft Smith. Maar erg waarschijnlijk lijkt het hem niet, gezien het feit dat ook veel dieren gapen. Zo’n algemene gedraging, daar moet meer achter zitten. En dus speculeren we verder. Tot in de eeuwigheid. Je zou er bijna van gaan ghhhh........ ghhhhaaaahhhhhhhh.
Trouw, 23-07-2007 (Sander Becker)